De groote Catechismus, of de hoofdsomme der Godgeleerdheid, by vragen en antwoorden verklaard: in den jare 1562 opgesteld, door den beroemden Z. Ursinus, en nu eerst uit het Latyn vertaald. Te Amsterdam by M. de Bruyn, 1790. Behalven het Voorberigt, 115 bladz.
Nademael de Paltzische Godgeleerden zich, in 't vervaerdigen van den Heidelbergschen Catechismus, boven al bediend hebben van den voorafgeganen arbeid van den beroemden Ursinus, die een grooten en kleinen Catechismus had opgesteld, zo verdienen deze Leerboeken de algemene opmerking van hun, die den Heidelbergschen Catechismus beoefenen. Ter dier oorzake is men ook al over verscheiden jaren bedagt geweest, om beide deze Stukjes den Nederduitschen Lezer in handen te geven: 't welk ten aenzien van den kleinen Catechismus diestyds reeds werkstellig gemaekt, en nu insgelyks met de overzetting van den grooten voltrokken is: het welk den genen, die het oorspronglyk Latynsche niet kunnen gebruiken, in hunne catechetische oefeningen te stade kan komen.