Aaneengeschakelde Verklaaring van den Heidelbergschen Catechismus; met eenige tusschengevoegde Aanmerkingen, tot nutte stichting die in het Geloof is, door B. Ouboter. Rustend Leeraar van Woubrugge. Eerste Deel. Te Amsterdam by M. de Bruyn, 1790. Behalven de Voorreden 516 bladz. In gr. octavo.
In deze Verklaring van den Heidelbergschen Catechismus, legt de Eerwaerde Ouboter het 'er byzonder op toe, om het leerstellige onderwys, zo als het voorgedragen word, in deszelfs verband te ontvouwen, en den Lezer op te leiden, om de Godsdienstige waerheden, geloovig, met toepassing op zich zelven, te omhelzen, ten einde het den rechten invloed hebbe op de betrachting. In dien smaek verklaert hy het leerstellige met zeer veel naeuwkeurigheid, onder 't nagaen der betrekkinge die de aengewezen waerheden tot elkander hebben; en aen de voorstelling hiervan hecht hy zyne daeruit afgeleide aenmerkingen ten toepaslyken en betrachtenden gebruike, welken hy ten ernstigste aendringt. Uit hoofde dezer byzondere inrichtinge kan 's Mans arbeid, waerin alleszins een opmerkzame geest doorstraelt, nevens andere verklaringen van