Autheur over om op deezen voet eene rangschikking der Koorts te maaken, en verdeelt dezelve in deeze vyf staaten: als, 1. de eenvoudige koortsstaat, 2. de ontsteeking staat, 3. de staat van verderf of rotting, 4. de staat der Zenuwen, en 5. de kwaadaartige staat. Van ieder dezer staaten eene juiste bepaaling gegeeven zynde, tragt de Autheur de geheele menigte door andere beroemde Schryvers, op verschillende wyzen gerangschikte Koortzen, tot deeze vyf bepaalingen eener algemeene Koorts te brengen; verklaart dan daaruit de oorzaaken, toevallen, en vooral den critischen afloop deezer ziekte, voor welke laatste alles, wat enigermaate tot bewys dienen kan, niet vergeeten wordt by te brengen.
Dit Stukje, hoe zeer het tegen de denkwyze van veele Geneeskundigen stryden mooge, oordeelen wy der leezing en overdenking dubbel waardig, te meer, daar het byzonder dienstig is, om, zonder het geheugen met een onbepaald aantal nuttelooze naamen te bezwaaren, het zelve echter aan den min geoeffenden een juist en duidelyk denkbeeld der Koortzen in het algemeen geeft, en teffens tot eene goede handleiding dienen kan, om, na gelang der verschillende oorzaaken, ook de gepaste geneesmiddelen ter herstelling aan te wenden.
Doch, daar de Autheur in een volgend Stukje belooft, over de verscheidenheid der stoffelyke oorzaaken te zullen handelen, om deeze algemeene Koorts in derzelver geslachten te doen kennen, zo twyfelen wy geenzins, of ook daar door zal aan het bovengenoemde oogmerk nog meerder beantwoord worden.
Ondertusschen verdient de geleerde Vertaaler, zo wel voor deezen zynen arbeid, alsmede voor zyne hier en daar bygevoegde ophelderende Aanmerkingen, onze billyke erkentenis; terwyl wy wenschen, dat hy het volgende Stukje aan onze Landgenooten, die ongelukkig genoeg mogten zyn van geene andere dan hunne moedertaal te verstaan, en echter om deeze of geene rede gepredestineerd zyn de practyk te oefenen, spoedig in een evengoed Nederduitsch gewaad ter hand stellen mooge.