Brieven aan de jonge Carolina. Een Opvoedings-schrift, door J. Ahorner. Twee Deelen. Te Amsterdam bij N.T. Gravius, 1789. In duodecimo 358 bladz.
Een in zyne soort wel uitgevoerd Geschrift, dat tot een leerzaam vermaak kan dienen, inzonderheid voor jonge Juffertjes, in haaren vroegen leeftyd; om haar, wanneer zy, met den ouderdom van zeven jaaren of daaromtrent, eene geschikte vatbaarheid voor zedelyke onderrigtingen erlangen, verstandlyke denkbeelden van Deugd, op eene aanvallige wyze in te boezemen. De Heer Ahorner heeft deeze zyne Brieven in den gemeenzaamen vriendenstyl geschreeven; pryst Carolina, als zy zig wel gekweeten heeft, zonder haar bovenmaate te verheffen; en laakt haar gedrag, als zy een mispas begaan heeft, op een gevoeligen trant, zonder haar egter te laag te vernederen, en boezemt haar deugdzaame raadgeevingen in, die hy nu en dan met gepaste beknopte voorbeelden opheldert en aandringt: betoonende steeds dat hy, als een tederminnend Vriend, niet anders dan haar in der daad genoeglyk leeven, en weezenlyk geluk, bedoelt. In deeze schryfwyze is onze Autheur by uitstek zo wel geslaagd, dat men zig, ongetwyfeld, het zy in de Opvoedings-Schoolen, het zy in de Huislyke Opleiding, met vrugt van deeze Brieven zoude kunnen bedienen; terwyl menig jong Juffertje, in het doorbladeren van dezelven, onder de by tyd en wyle geschikte aanmerkingen der Opzienderen, eene gevallige uitspanning, die tevens leert en vermaakt, zou vinden.