Louisa; men schreef op haar verzoek aan Juffrouw Rivers; en deeze spoede zig om Louisa te komen zien. By deeze ontmoeting dier twee Vriendinnen was Belmont tegenwoordig, en, op het hooren der stemme van Juffrouw Rivers, erkende hy haar terstond voor zyne beminde Egtgenoote Maria, die hy, volgens hem toegezonde berigten in de Indiën, al voor etlyke jaaren, waande van een doode vrugt verlost en in de kraam gestorven te zyn. Ook erkende zy, in deezen zogenaamden Belmont, terstond haaren geliefden Man Henry, welke, zo men haar voorlang gemeld had, op zyne reis na de Indiën overleeden zou zyn. - Het bleek nu ten klaarste, dat 'er een haatlyk misleidend bedrog gepleegd moest zyn, door den Heer Rivers, den Voogd van Maria en den Oom, mitsgaders Voogd van Henry; welke Heer Rivers voor eenigen tyd Graaf van Danford gemaakt was; onder welken naam hy hierboven voorkwam als de snoode Voogd van Louisa, die hem verkeerdlyk voor haaren Vader gehouden had. Dit noopte Henry, om den Graaf van Danford te schryven, en van hem af te vorderen een verslag van zyn gepleegd bedrog, ten opzigte van hem en zyne Maria, als mede raakende de Ouders van Louisa, welker Voogd hy zig genoemd had. Een brief van dien inhoud ontzette den Graaf van Danfort, daar 't bleek dat zyn verfoeilyk wangedrag genoegzaam ontdekt ware, boven maate. Hy raadpleegde met zyne byzit Juffrouw Masters, die alle zyne handelingen wist, en 'er hem meerendeels in behulpzaam geweest was. Zy raadde hem een dag uitstel aan, om zig beter te bedenken; maar tevens besloot zy, by haar zelven, zonder uitstel na Belmont te gaan, en hem
alles te openbaaren; in hoope dat Belmont haar dan nog gunstig zou zyn. Hem spreekende verhaalde zy hem het misleidende bedrog tegen hem en zyne Vrouw gepleegd; en gaf hem tevens een verzekerd berigt, dat Louisa zyne eigene Dogter ware; van welke zyne Vrouw, die men valschlyk voorgegeeven had, van eene doode vrugt verlost zyn, kort na zyn vertrek na de Indiën, in een doodlyken toestand, die haar buiten kennis gebragt had, bevallen was; welke de Graaf van Danford vervolgens, als ware hy haar Voogd, had doen opvoeden. Op deeze bekentenis vertrok Belmont met Melville terstond na het huis van Danford; doch deeze had zich reeds door een pistoolschoot van 't leeven beroofd. Egter had hy, voor zyn geweldigen dood, nog een brief geschreeven, dien men op tafel vond liggen; in welken hy zyn wanbedryf erkende, en tevens betuigde, dat Louisa de egte dogter van zyn Neef Belmont was. Met voorzigtigheid werd vervolgens die aandoenlyke tyding aan Juffrouw Rivers, (nu Mevrouw Belmont,) en aan Louisa bekend gemaakt; en kort daar op werd het huwelyk geslooten, tusschen Louisa en den Graaf van Melville, den Broeder van Julia, die zig ook egtlyk vereenigde met haaten Minnaar Lord Castlebrook; in welk een en ander huwelyk de Moeder, Lady Melville, hartlyk deel nam.
Onder het verhaal deezer lotgevallen van Louisa, (tot welker