De Heer thuessink, aan wien wy deeze Vertaaling verschuldigd zyn, en die ons ook de Vertaaling der volgende Stukken belooft, heeft dezelve verrykt met eenige Byvoegzels, welke achter het Werk zelven geplaatst zyn. Deeze hebben ten onderwerp. 1) den invloed der Maan op verschillende Ziekten - meest uit toaldo en anderen overgenomen. 2) over de Natuur en naaste Oorzaak der Koorts; ook hier wordt niets beslist, maar slegts de gevoelens der beroemdste Geneesheeren, van baglivius tot op cullen, voorgedraagen, waarby de Heer thuessink ten oogmerk heeft te bewyzen, dat de algemeen aangenoomen leer omtrent de natuur der Koortzen niet uit de Engelsche, maar uit de Nederlandsche, School is voortgekomen. 3) over de Geneezing der Koortzen, waarby de Schryver ten doel heeft, het thans in Nederland zo algemeen heerschend misbruik van den Koortsbast, in de tusschenpoozende Koortzen, een weinig te keer te gaan.
Dat hieromtrent misbruiken plaats hebben, willen wy den Heer thuessink gaarne toestemmen, dan dat dit juist zo byzonder in ons Land het geval zoude zyn, komt ons eenigzints vreemd voor; dewyl wy maar al te wel overtuigd zyn, dat men in Engeland meer algemeen den Koortsbast toedient dan by ons, en het ons zeer gemakkelyk zonde zyn eene tegengestelde stelling te bestryden, te weeten, dat men in zommige gevallen, in ons Land, nog veel te huiverig is, dit middel toe te dienen.