plukzel, in het voornoemde mengzel gedoopt, beleggen. - Van tyd tot tyd verwydde ik de openingen, tot zo lang ik de geheele bedorven uitgestrektheid van het Been bloot had. - Ik deed dit onderscheiden maalen, met oogmerk om de reeds te veel verzwakte natuur niet te veel op éénmaal te doen lyden, en daar door soms het uitzicht ter geneezing, dat my van tyd tot tyd gunstiger wierdt, tegen te gaan, of wel geheel te doen verdwynen.
Na dat ik het geheele Scheenbeen, in zo verre het my bedorven voorkwam, ontbloot had, vond ik, aan deszelfs boveneind, omtrent drie vingeren breed onder het kniegewrigt, mede eene afscheiding van het gezonde, dat echter tandgewys nog in elkanderen bleef vast houden: - doch ook dit wierdt, door dagelyksche zagte beweegingen met het van onderen uitsteekende bedorven stuk been te maaken, geheel los, en wel zó, dat het zelve op den 30 April daaraan volgende geheel wierdt uitgenomen.
Dit uitgenomen stuk been, dat de geheele dikte van het Scheenbeen in zich bevatte, hadt de lengte van agt duimen, en was op onderscheiden plaatzen met sponsachtige holten voorzien; en vooral aan deszelfs beneden onderkant door bederving weggeknaagd.
De aanmerklyke holte, die dit uitgenomen stuk been maakte, liet ik door zagt plukzel, met het hier bovengemelde mengzel bevogtigd, opvullen; hier door kwamen nog eenige Beensplinters, die zich van tyd tot tyd in de omliggende vleeschdeelen hadden vastgezet, te voorschyn; en ik had het genoegen, na verloop van omtrend zes weeken, de geheele holte, met eene zelfstandigheid, in vastheid aan been gelyk, gevuld te zien. - Deze nieuwe vaste zelfstandigheid gaf, van tyd tot tyd, de kragt aan het been weder, en wel in zo verre, dat deeze Jongeling, die nu sinds veele maanden het gebruik zyns beens gemist hadt, wederom, als voorheên, op het zelve, zonder andere ondersteuning, staan en gaan kon: en zelfs reeds, in den afgeloopen Zomer, een weg van eenige uuren, zonder hinder, op hetzelve heeft kunnen afleggen. - Voor het oog is 'er geene de minste wanstalte, nog ook geene de minste verkorting van het been nagebleeven.
Men verwagte van my geene byzondere aanmerkingen, noch over de heilzaame werkingen der Natuur, zo