Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1789

Verloskundige Waarneemingen en Aanmerkingen, uit de verzameling van C. van den Enden, Med. Doctor, en Vroedmeester in den Ouden Bosch, enz. Iste Deel. Te Utrecht en Amsterdam, by G.T. van Paddenburgh en Zoon, en M. Schalekamp, 1789. In gr. 8vo. Behalven het Voorwerk, 176 bl.

In de Voorrede klaagt de Schryver over de slechte oefening deezer voor de maatschappy zo belangryke kunst, ten platten lande en in kleine Steden; over de verregaande onkunde der meeste Vroedvrouwen, en de nadeelige gevolgen, welke daaruit, zo voor de ongelukkige. Moeders, als voor hunne vrugt, ontstaan. Klagten, die door de droevige ondervinding maar al te zeer bewaarheid worden, en die, uit dien hoofde, reeds dikwerf door zo veele kundige, en het waare welzyn hunner medemenschen behartigende, Mannen zyn gedaan, zonder dat men, tot nog toe, eenige waare verbetering dienaangaande heeft zien werkstellig maaken. - De Heer van den Enden heeft, door de uitgave van deeze Verzameling van Waarneemingen, getragt, dit kwaad eenigzins te verbeteren, en den onkundigen Beoefenaar der Vroedkunde, door voorbeelden, te onderwyzen. - Wy pryzen deezen zynen yver,

[p. 278]

en wenschen van gantscher harten, dat hy in zyne menschlievende bedoelingen moge slaagen. - De twee Hoofdstukken, in dit Eerste Deel voorkomende, handelen over de natuurlyke en tegennatuurlyke verlossingen. - De Beschryving der waarneemingen is zeer natuurlyk en leerryk, en worden, door de bygevoegde aanmerkingen, nog meer opgehelderd en toepasselyk gemaakt; zo dat wy geen oogenblik twyfelen, of zy, die eenigen lust hebben hunne kennis in deeze Konst te verbeteren, zig deeze Waarneemingen, en de Voorschriften, daar in vervat, met zeer veel voordeel ten nutte zullen kunnen maaken.