Adolph en Johanna, in Brieven, door J. Thiard. Naar het Hoogduitsch. Te Leiden by P. Pluygers, 1788. In octavo 130 bladz.
Eene kuische Mingeschiedenis van twee aandoenlyke Gelieven, grootlyks voorgedraagen by manier van Briefwisseling, welker inhoud doorvlogten is met zedelyke bedenkingen over 't Venschlyk gedrag, en byzonder de bestuuring der Hartstogten, des dezelve, niet alleen zonder kwetzing, maar ook met nut, door de leugd geleezen kan worden. Alleenlyk zou de voorzigtigheid misschien vorderen, de Jeugd te waarschuwen, tegen het wanhoopige voorbeeld van Adolph, die, op het onverwagt en voor hem zeer verrassend sterfgeval van Johanna, zig gewelddaadig van het leven berooft. Onze Romanschryvers verkiezen al veel deeze soort van uitkomst, die egter altoos eene wraakbaare misdaad is; veelligt zouden ze, naar ons inzien, beter doen met den Minnaar te laaten kwynen, dat op veelerleie wyzen, en met een leerzaamer nut, uitgevoerd zou kunnen worden.