in dien van eenen anderen wil bewegen, of geheel buiten zynen kring poogt te springen, die word belagchelyk in het oog van al de waereld. - Een gemaakt mensch is by een ieder tot een walg, of tot een spot. - Die wat korzelig van hoofd is zal een verwaanden, een gemaakten pedant, zomtyds met een eenvouwig en allerverstaanbaarst woord zeggen: dat hy een oorspronkelyke gek is; terwyl een Spotter hem, door eene spotachtige vleijery, tot een belagchelyk voorwerp stelt; en hem, voor eenigen tyd, tot een voorwerp van vermaak en diverteering houd. - En, waarlyk, de pedantery, de gemaaktheid, kan niet vallen in een recht beminnelyk man, als zynde geheel onbestaanbaar met zulk een karakter. Het is met de gemaaktheid in den mensch even eens gelegen als met de schriften dier lieden, die door een hooggezwollen styl van de natuur afwyken; welke, om te behagen, slegts juistheid en eenvouwigheid vordert. -
Een deugdzaam, Godsdienstig, Vryheid- en Vaderland-minnend Man heeft regt om onze achting te vorderen. - Maar een ondeugend mensch, zonder grondbeginzels van Godsdienst, die noch liefde voor zyn Vaderland, noch liefde voor de Vryheid heeft, is eene schandvlek der Natie.
Men vind elders, dat een voornaam Wysgeer, die, over de leiding en onderwyzing van jonge Vorsten handelde, van oordeel is, dat men, om dezelve tot deugdzame en brave Bestierders van hun volk te maken, hen met woorden en redenen zo zagt als zyde moet overtuigen, of tragten te overtuigen van hunnen onvermydelyken pligt. - Dan deze zagte woorden, schoon zy anders ook met een goed oogmerk mogten gebruikt zyn, zouden wel eens eene laffe vleitaal in zich kunnen bevatten, wanneer zy, even als een heilzaam geneesmiddel in de onkundige handen eenes onbedreven Geneesheers, ten nadeele werken, in stede van iets heilzaams te wege te brengen.
De Vleitaal toch, zo gemeen aan de vorstelyke Hoven, is het verderfelykste Zaad, dat men in 's menschen hart zaaijen kan; want opwassende zyn de vrugten daarvan Hoogmoed en Dwingelandy. - En een land, waarin deeze twee ondeugden de heerschende gebreken zyn van hun, die den teugel der Regering in handen hebben, is ten hoogste te beklagen! - Jammerlyk ongelukkig en beklagenswaardig zyn de Ingezetenen, die de wrange vrugten der drukkende dwingelandy van hunne bestierders moeten smaken; die aan de knellende ketenen van slaverny worden omgevoerd. - Dit is bovenal ondragelyk voor hun, die met geen slaafsche ketens om den hals zyn ter wereld gekomen; maar de onschatbare waarde der Vryheid kennen. - Zou men, derhalven, uit deze betreurenswaardige uitkomsten, welke die zagte zyde woorden veelal tot een gevolg kunnen, en waarlyk zeer dikwils hebben, niet mogen afleiden, dat het oneindig beter en voordeeliger zou zyn, zich, in het