Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1788
(1788)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBeschryving van Pyrmont, en van het gebruik der wateren, aan die gezonde bron.
| |
[pagina 350]
| |
baar, uitgestrekt. Dezelve schynt gevormd om vrolykheid en gerustheid van geest in te boezemen, en door de natuurlyke schoonheden te bekooren en te vermaaken, door de veelvuldige verfraaijingen daar te vinden. De onderscheide Bronnen, die digt by elkander leggen, vindt men aan het noordeinde der Plaatze; een grond die een allerschoonst gezigt heeft, over eene welbebouwde vlakte; waar in zich verscheide kleine Gehugten opdoen, en het Stadje Ludge, waar een Klooster is van Franciscaaner Monniken. Men heeft 'er ook een Zout-werk, en verscheide Molens aan een water, 't welk door de ryke weidlanden in 't midden van de Valei vloeit. De omringende Bergen zetten eene verscheidenheid by aan dit gerust verblyf, zo door de schoonheid der bebouwing beneden, als door de grootheid der Bergtoppen, met hoog geboomte bezet, en vol doorsnydingen, tot geryf der zodanigen, die hunne wandelingen buiten de vlakte verkiezen uit te strekken. De wegen in den Zomer zyn zeer veilig en goed, door dit geheele Landschap heen; en de toegang tot Pyrmont zelve, die voorheen een nauwe, steile en ongemakkelyke weg was, is thans ruim en gemaklyk. Het Kasteel van den Vorst van waldek, (aan wien, als Graaf van Pyrmont, deeze geheele Plaats toebehoort,) maakt een heerlyk vertoon, en de nabuurschap van 't zelve is te aangenaamer, door de Heuschheid en Beleefdheid des Eigenaars, jegens allen die zich in dit zyn Graafschap onthouden. Gelyk de Natuur het haare gedaan heeft, om de Landstreek, welke deeze Bronnen omringt, schoonheid by te zetten, zo heeft de Kunst niets agter wege gelaaten om dit Tooneel te verfraaijen. Eene verscheidenheid- van wandelpaden en laanen is niet verre van de Bronnen aangelegd tot gemak der Brongasten. Onder deeze is 'er een, die byzonder de aandagt trekt, van wegen de verbaazende grootte, en de veelvuldige voordeden, welke zy aan de Plaats schenkt. Deeze beroemde wandelplaats bestaat uit drie Laanen, verdeeld door vier ryen hoog opgaande boomen, geplant in 't Jaar MDCLXVIII, die ten allen tyde een koele en belommerde wandelplaats opleveren. Dezelve is omtrent 1500 voeten lang en 120 voeten breed, en daalt zagtlyk af van het Noorden na het Zuiden. Aan 't boveneinde is een Colonade, loopende na een achthoekigen Tempel, die de Bron bedekt; aan 't benedeneinde is een Watersprong, gevormd door de natuurlyke kragt der overvloeijende Bron. Aan wederzyde zyn Winkels, eenig- | |
[pagina 351]
| |
zins in den smaak van die te Tunbridge, doch dezelve overtreffende in de waaren, 'er te koop gesteld; zynde de voortbrengzels van verscheide Landen herwaards gebragt, om 't oog der Vreemdelingen te trekken, zo door de nieuwigheid als door de keurigheid der bewerkte stoffen. Omtrent in 't midden is een Bal-Zaal, en daar nevens een Tooneel, zo dat, op deezen betoverenden grond, alle gemak en vermaak vereenigt. Alle morgen is hier ook ten negen uuren een Ontbyt gereed voor Lieden van fatzoen, aan 't zelve worden doorgaans de Partyen gemaakt tot het Middagmaal, 't welk voeglyk opgedischt wordt, voor een maatigen prys, door den Traiteur, (of een Man die het op zich neemt, het Gezelschap te onthaalen,) in de open lugt, of indien het ongunstig weer zulks niet toelaat, in een Salon, naast de Bal-Zaal. Dan dit laatste is zelden noodig, dewyl de grond natuurlyk van dien aart is, dat men 'er meer genot van kan hebben, dan ergens elders: dezelve weet weinig van vogt of droogte, is altoos zuiver, nimmer stuivendGa naar voetnoot(*). Deeze voordeelen zyn zo uitlokkend, dat 'er van 's morgens ten zes, tot 's avonds ten tien uuren, meest altoos volk in deeze wandelplaats zich bevindt. Koffy-, Kaart- en Praatpartyen, en alle andere soorten van gezellig onderhoud, treft men hier aan; het ontbreekt geenzints aan Muzyk om alles te veraangenaamen: een uitmuntende troep Muzykanten wordt geregeld voor elk saisoen aangenomen, die, door verscheidenheld en verwisseling van speeltuigen, een vermaak ople- | |
[pagina 352]
| |
veren, nauwlyks te begrypen voor iemand, die geene kennis heeft van de bekwaamheden der Duitsche Speellieden. - 'Er zyn Ordinarissen voor Lieden van minder rang, die voor een laagen prys bediend worden: maar, dewyl de ruimte der Wandelplaatzen meer tafels kan toelaaten dan 'er noodig zyn, zonder dat de een de ander den minsten hinder doet, moet men erkennen, dat deeze onschuldige Feesthoudingen zeer veel toebrengen tot veraangenaaming van het tooneel, en eene leevendigheid verschaffen, onbekend en onuitvoerlyk op eenige andere plaats. De uitsteekende heilzaamheid der Pyrmontsche Wateren, en de Vermaaklykheid der Plaatze, hebben Pyrmont langen tyd tot eene plaats gemaakt, werwaards eene groote menigte toevloeit. In den Jaare MDLVI kwamen aldaar tot deeze Gezondheidsbron lieden, uit alle deelen van Europa; op zekeren tyd beliep derzelver getal 10,000. In den Zomer, des Jaars MDCLXXXI, bevonden zich hier meer dan veertig Persoonen van Koninglyken en Vorstlyken rang, en onder deeze george de I, toen een jong Prins, en frederik willem, Keurvorst van Brandenburg. Deeze verzameling van groote Persoonadien, de talrykste in de daad, die immer eene openbaare plaats, ten zelfden tyde, met hunne tegenwoordigheid, vereerden, trok de aandagt dermaate, dat 'er des een Verhaal werd uitgegeeven te Parys, in de Mercure Galant van dat Jaar, schoon het gebrekkig was in 't noemen des getals; de tytel was, de ce que est passé entre les 27 Altesses, á Pyrmont. Frederik de groote, Koning van Pruissen, kwam hier tweemaalen, om voor zyne Gezondheid de Pyrmontsche Wateren te gebruiken, men zegt, dat hy de eerste keer het plan tot den Silesischen Oorlog ontwierp. Wat hier van ook zyn moge, zeker is het, dat hy, weinig weeken naa, zyn vertrek, van daar den eersten veldtocht opende. Daar is eene hoogte, omtrent een halve myl van Pyrmont, welke nog den naam van Koningsberg draagt, dewyl de Koning groot vermaak schiep in zich derwaards te begeeven, om het schoon gezigt, dat alle beschryving te boven gaat, te beschouwen, van een bankje, geplaatst, waar zyn geliefde gezigtpunt was. De geregelde jaarlyksche opvolging van Brongasten heeft natuurlyk de vinding opgewakkerd van onderneemers, om alle Gemakken aan de Gezondheid-schenkende | |
[pagina 353]
| |
kragt der Wateren toe te voegen. Gemeubileerde Kamers zyn 'er in overvloed, tot een maatigen prys, in byzondere huizen te vinden. 'Er is ook een ruim Hotél, het Badhuis geheeten, in den Jaare MDCCLXXVIII geopend, door eenige Heeren, die eene inschryving lieten doen om het te bouwen, en met Baden te vullen, welke in fraaiheid en gemak, en alle vindingen, tot het uitwendig gebruik des waters, elkander den voorrang betwisten. Het heeft desgelyks een overvloed van wel voorziene Kamers, om Vreemdelingen te ontvangen, onderscheiden in grootte, als mede in prys, die, om allen bedrog te voorkomen, boven de Kamers geschreeven staat. De voordeelen, van onder zulk een dak te huisvesten, loopen te zeer in 't ooge, om geene verzekering te schenken van eene opeenvolging van Gasten, inzonderheid onder de zodanigen, die, ter zaake van de Baden, aan Kamers hier de voorkeus geeven boven de inwooning in een Burgerhuis. De Eigenaars hebben daarom een ruim vertrek geschikt tot een openbaare tafel, die voorzien wordt door een Traiteur in het Huis, op denzelfden voet als wy van den anderen gemeld hebben; alles is in den verdragprys opgeslooten, uitgenomen den Wyn, en dewyl 'er eene schikking gemaakt is op dit Artykel, die men zien kan op een opgehange lyst, kan 'er geen knevelaary plaats hebben. - Het Koffyhuis heeft eene dergelyk Reglement gekreegen; weshalven men de nauwkeurigste rekening kan maaken van de dagelyksche Kosten, zo lang men te Pyrmont blyft. Maar, indien iemand eene afgezonderder leevenswyze verkiest, of dienstig oordeelt, kan hy met weinig omslags, en voor een geringen prys, zich een tafel laaten dekken in een afgezonderde Kamer, in dit Badhuis of in eenig ander, dewyl de maaltyd bestaat in vier of vyf schotels, netjes opgedischt; en is men hier niet mede te vrede, een uitgestrekter tafel heeft men slegts te belasten. Maar dit zyn overdaadigheden, die men zeldzaam zoekt: naardemaal de gevolgen van een ruim en ryk voorzienen disch tegen de heilzaame uitwerkzels van het Water, welke men zich belooft, rechtstreeks aanloopen. In de daad, de keurige geregeldheid van Leevenswyze te Pyrmont geeft aan deeze Gezondheidsbron een voorrang boven veele andere, waar alle buitenspoorigheid van lusten gekweekt, en alles tot het laat opblyven aangewend wordt. Men hebbe dit, egter, niet in diervoege | |
[pagina 354]
| |
te verstaan, als of 'er verlustigingen ontbreeken, of dat men hier een stilzittend leeven leiden moet. Integendeel, alle uitspanning van den geest, alle gemaatigde Lichaamsbeweeging, verdient de voorkeuze, en is, in zekere maate, noodzaaklyk om de heilzaame werking des Waters te bevorderen: dansen zelfs wordt 'er toegestaan, indien het niet bovenmaate geschiede, ingevolge hier van wordt de Muzyk, van tyd tot tyd, van de Wandelplaats overgebragt in de Badzaal, wanneer het geheele gezelschap, of een gedeelte, die onschuldige uitspanning kan neemen. Pyrmont bezit niet alleen bekoorelykheden voor de zodanigen, die gezondheids en kragts genoeg bezitten tot zodanige Lichaamsoefeningen. Men vindt 'er uitspanningen, die binnen het bereik vallen van Ouden en Jongen, van den Zwakken en den Herstellenden, gebooren uit het Gezelschap, 't welk een ieder naar zyne zinlykheid kan kiezen. Adeldom geeft hier, strydig met de gebruiken op meest alle Plaatzen in Duitschland, geen uitsluitend voorregt. Lieden van verdiensten, van kundigheid, en een goede opvoeding, worden, zonder eenig onderscheid, toegelaaten in alle gezelschappen; en allen, die eenigzins in bekwaamheid uitsteeken, worden over 't algemeen gezogt, zonder dat men eenigzins let op het aantal der Kwartieren in hunne Wapenschilden, of de Oudheid van hun Geslacht. De Landstreek van Pyrmont steekt zo wel uit in veelvuldige aanmerkenswaardige Oudheden, als in natuurlyk schoon. De ligging van het Kasteel van arminius, thans een verlaaten Berg, doch die de duidelykste merktekens draagt van een weleer versterkte Post, schoon de Werken geheel verdelgd zyn, is omtrent op vier mylen afstands van de Bron. Eenige Geschiedschryvers hebben beweerd, dat dit de plaats is, waar de oude Germanen irmensul, een Afgod, ter eere van arminius opgericht, dienden, tot dat dezelve door carel den grooten verwoest werd; maar, schoon het bezwaarlyk valle, gebeurtenissen van eene zo vroege Jaartekening met genoegzaame zekerheid te agterhaalen, is het buiten allen twyfel, dat arminius, niet verre van deeze plaats, een weinig Zuidwaards op, de drie Romeinsche Legioenen, door varus aangevoerd, overwon, en, in den tyd van drie dagen, met zyn 20,000 Man deedt sneuvelen. Omtrent zes jaaren laater, werd zyne eigene Legermagt | |
[pagina 355]
| |
geslaagen door germanicus, aan de andere zyde van den Weezer, schoon hy zelve het ontkwam. Daar zyn eenige andere oude Overblyfzels omstreeks Pyrmont, onder deezen steekt uit de oude Verblyfplaats der Graaven, Schell Pyrmont geheeten. Dit Gebouw werd gesticht in den Jaare MCLXXXIII, en is reeds meer dan vier honderd jaaren verlaaten geweest. Onder de natuurlyke Zeldzaamheden, behalven de Wateren, is het allermerkwaardigst, een Dampuitgeevend Hol, omtrent een vierde Myl's van de Bronnen afgelegen, hier komt zo groot eene menigte vaste lugt uit 's aardryks ingewanden, dat men het met veel behoedzaamheids moet naderen. Ontwyfelbaar staat het in aart gelyk met de Grotto del Cane, te Napels; doch overtreft die Grot in de uitwerkzelen dermaate, dat deeze beide nauwlyks met elkander mogen vergeleken worden. In de Grot bepaalen zich de dampen tot de hoogte van twee voeten; maar in dit Hol ryzen ze, by droog en stil weer, en dikwyls zelfs by storm, tot de hoogte van vyftien voeten, en dit met zo veel kragts, dat wie het waagde, binnen 't bereik deezer dampen te ademen, zou stikken. Veele nuttige zeldzaame Proeven, nergens anders te neemen, zouden hier gedaan kunnen worden. Dit Hol wyst uit, welk eene verbaazende hoeveelheid van Lugt-zuur uit den grond van Pyrmont wordt losgelaaten: want, niettegenstaande de ontlasting, welke het heeft te deezer plaatze, is elke Wel, 't zy yzeragtig, of niet, 'er geheel en al mede doordrongen; ten bewyze hier van dient, dat, wanneer 'er by geval eenig overblyfzel van een stortregen rondsom de Wellen ligt, een dubbel gemetzelde muur de werking niet kan beletten; eene ontelbaare menigte van blaaren, die te voorschyn komt, dient ten voldingensten bewyze der hoeveelheid van elastische vloeistoffe, welke in den omtrek deezes Landschaps gevonden wordt. Omtrent een en eene halve myl van de Bronnen zyn drie merkwaardige plekken, waar de grond, veele jaaren geleden, instortte, en deeze diepe holligheden veroorzaakte, die nu eenigzins met water zyn opgevuld, het blykt, dat deeze voortyds holten in het hart der aarde waren, die, niet langer in staat om het gewigt der daar boven zynde zwaarte te draagen, opgevuld wierden, in zo verre de oppergrond stoffe daar toe opleverde; doch door het zinken van de oppervlakte was het eene gebrek | |
[pagina 356]
| |
het hulpmiddel tegen een ander, en toonde aan het oog de spleeten, in welke de nabuurige Wellen het verschynzel, hier bedoeld, gevormd hebben. Twee wegen zyn 'er, om uit Engeland na Pyrmont te komen, de een over Holland, de ander over Vlaanderen. De eerste is de naastste, en loopt over de volgende plaatzen: van Harwich, ter zee, na Hellevoetsluis, te water na Rotterdam, te land na Utrecht, Amersfoort, Deventer, Delden, Benthem, Ippenbuhren, Osnabrugge, Melle of Oldendorp, Minden en Rintelen; vanwaar men rechtstreeks, of, over Hameln, na Pyrmont kan trekken. Dit maakt met elkander omtrent 205 Engelsche Mylen, van Rotterdam afgerekend. - De andere weg is de vermaaklykste, en dus meest aan te pryzen; men heeft een korter overtocht over zee, van Dover na Calais, en gaat van Calais na Brussel, Aken, Dusseldorp, Duisburg, Dorsten, Dulmen, Munster, Osnabrugge, enz. Ik moet hier optekenen, dat men van Osnabrugge niet op Paderborn moet gaan, schoon die weg wat nader schyne: de wegen zyn aldaar zo slegt, dat men ze nauwlyks in eenig jaargetyde kan gebruiken. De laatste weg, door Vlaanderen, zou ik den Reiziger na Pyrmont aanpryzen, het verschil van den afstand is gering. Maar, indien iemand niet te zeer bepaald is in zyn tyd, is 'er een derde weg, uitmuntend fraay, en dien men althans op de terugreize zou kunnen neemen. Deeze loopt van Pyrmont over Hof-Geismar, na Cassel, Marburg, Wetzlar, Coblens, Bon, Keulen, Gulik, Aken, Brussel, Ryssel, en Calais. Het onderscheid des afstands heeft niets te beduiden, het wordt ruim en ryklyk vergoed, door de verscheidenheid en grootsheid der gezigten aan den Rhyn, langs welken men, op een goeden weg, veele mylen voortreist, aan den voet van romaneske bergen, bedekt met Wynstokken, die den Wyn leveren in dit Land, bekend onder den naam van Hoch. |
|