Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1788

Anecdote van Jean Baptiste Pigalle^(*).

Jean baptiste pigalle hadt twaalf Louis d'Or verzameld tot zyne reis, van Lyons na Parys; doch eer hy

(*) Men vindt een Berigt van den Persoon, en de voornaamste Werkstukken diens beroemden Beeldhouwers, in ons Mengelwerk, van het voorige Hde Deel, bladz. 261 en 313.

[p. 330]

op weg toog, zag hy een' Man wandelen, die de diepstgaandste tekens van hartzeer op zyn gelaat omdroeg; hy nam de vryheid hem aan te spreeken, en te vraagen, of hy hem kon helpen? - ‘Ach, myn Heer!’ sprak de ongelukkige Vreemdeling, ‘uit gebrek aan tien Louis d'Or, zal ik deezen avond in de gevangenis geworpen, van eene lieve Vrouw, en talryk Kroost, afgescheurd worden! - Is dat het alles, hernam de mensch-lievende Kunstenaar, gaa met my, ik heb twaalf Louis d'Or in myn beurs, en ze zyn alle tot uwen dienst. - 's Anderen daags ontmoette pigalle een Vriend, die, dit voorval gehoord hebbende, hem vroeg, ‘of het waarheid was, 't geen het gerugt openbaar te Lyons vermeldde, dat hy, pigalle, gisteren eenen behoeftigen, door het schenken van twaalf Louis d'Or, uit diens deerlyke verlegenheid gered hadt? - Ach! myn Vriend, antwoordde pigalle, welk een lekkeren avondmaaltyd deed ik gister avond met Brood en Kaas, gezeeten te midden van een Gezin, 't geen my, by elke beete, bevogtigd met traanen van Dankbaarheid, zegende!