naamste pligt blyft bestendig, om zyne beste kragten, zyne grootste vermogens in te spannen, om in de loopbaan der Deugd de gelukkigste, de wenschbaarste, vorderingen te maken.
Zagtmoedigheid, minnelykheid, goedhartigheid, vereenigd met deftige manhaftigheid, en onbezweken standvastigheid, zyn van die gezellige deugden, welke hem, die ze uitoefent, in de Maatschappy beminnelyk, en voor zich zelven allergelukkigst, maken.
Het is eene volstrekte, onmogelyke, zaak aan alle menschen te voldoen, ieder genoegen te kunnen geven: dan, het zal genoeg zyn aan God te behagen, ons geweten te voldoen, en het beste deel der menschen genoegen te geven.
Alle menschen hebben eene aangeboren gesteldheid, die zich, in weerwil van alles, wat men mag aanwenden om die te verbergen, nochtans telkens zien laat. Gewoonte, opvoeding, beroep, een zamenloop van zaken en omstandigheden kunnen zeer veele veranderingen in den mensch aanbrengen, en hebben verscheide en verschillende trappen van vermogens op den geest, op het hart, en het menschelyk gemoed; dan, de oorspronkelyke plooi van den geest zal men, desniettegenstaande, altoos nog duidelyk blyven ontdekken, en door alles zien heen stralen. - De heerschende hartstogt blyft onoverwinnelyk, en maakt het ware beeldtenis van iemands karakter.
Men mag zich overgeeven aan alle losbandigheden, en verzwolgen zyn in den draaikolk der ydelheden, de Deugd geeft nochtans ontzag, en boezemt een algemeenen eerbied in; een ieder moet haar hulde doen; de openbare Slaven der ondeugd zelve, zo ze niet ten eenemaal gevoelloos zyn, moeten haar nog eerbiedigen.
Niets wast doorgaans weliger op, dan 't geen de natuur zelve voortteelt. Zulke scheaten wassen welig; terwyl de zulken, die de kunst aankweekt, met veel moeite en arbeid in het leven gehouden worden; ja dikwils, in weerwil van alle aangewende vlyt en moeite, nochtans verloren gaan. - Zo wassen by de menschen ook de natuurlyke gebreken zonder moeite schielyk en welig op; terwyl ze de Zaden der deugd den groei en wasdom beletten. Bedorven hartstogten telen schielyk voort, werpende hun welig Zaad in eenen bedorven Akker, en dragen nog slegter vrugten, dan die, van welke zy geteeld zyn - Een byzondere zamenloop van omstandigheden maakt den bedorven Akker meer en meer vrugtbaar; en de vrugten, die ze voortteelt, ontaarden meer en meer.
'Er zyn vele daden en bedryven der menschen, welke, door eenen valschen luister van schoonschynenden glans, het zedelyk oog verblinden; dit komt, wanneer men ze bekleed met het ontroofd gewaad der deugd; op dusdanig eene wyze kunnen dikwils hemeltergende euveldaden den scherpziendsten mensch