schen Kaaper: hun Schip stondt in weerbaarheid geenzins gelyk, doch 't Scheepsvolk besloot te vegten, en zich, waar 't mogelyk, aan de slaaverny te onttrekken. De slag was bloedig. Osman, die toen vyfentwintig jaaren bereikt hadt, gaf de eerste proeven van die onverschrokkenheid, welke hy vervolgens zo menigvoud herhaalde. Het Scheepsvolk, door zyn voorbeeld aangemoedigd, vogt als leeuwen; dan, overmagt deedt hun eindelyk bezwyken, en osman werd gevangen genomen, naar eene gevaarlyke wonde in zyn arm en dye ontvangen te hebben.
De blyken van dapperheid, door osman betoond, bewoogen den Spaanschen Capitein een byzonder oog op hem geslaagen te houden, bovenal toen 't bekend werd, dat hy met last van den Sultan reisde, en gevolglyk eene groote losprys voor hem te wagten was. De wonden waren gevaarlyk, als hy te Malta kwam, waar de Kaaper inliep, om zich te herstellen. De wonde in de dye was de zorglykste, en hy ging 'er alle de volgende dagen zyns leevens kreupel aan; 't welk hem den bynaam van topal, of de kreupele, deedt draagen.
Ten dien dage was vincent arnaud, een Inboorling van Marseilles, Bevelhebber van de Haven van Malta, en hy ging, uit hoofde zyner bediening, aan boord van 't Kaaperschip, zo ras het in de Haven ten anker lag. Osman zag arnaud niet, of hy zeide: ‘Kunt gy eene edele en braave daad doen? Geef Losgeld voor my, en op myn woord durf ik u verzekeren, gy zult 'er niets by verliezen.’ - Zodanig een verzoek, met den monde van een Slaaf in ketenen, klonk vreemd; doch de wyze, waarop hy het voorstelde, trof den Franschen Bevelhebber dermaate, dat hy zich onmiddelyk tot den Kaaper-Capitein vervoegde, en vroeg, wat hy ten Losprys begeerde? Deeze eischte duizend Sequinen (bykans 500 Ponden Sterlings). Arnaud, zich daar op tot den Turk wendende, zeide: Ik weet niets van u, en zoudt gy begeeren, dat ik duizend Sequinen waagde, op uw enkel woord? - ‘Beiden,’ sprak de Turk, ‘handelen wy hier bestaanbaar met het geval, waar in wy ons bevinden. Ik ben in ketenen geslaagen, en beproef dus alles, om myne Vryheid te herkrygen; en gy doet wel, met niet af te gaan op het enkel woord van een onbekenden Vreemdeling. Thans heb ik niets dan myn woord van Eer, om het u te geeven; en kan geen overtuigende reden bybrengen, waarom gy 'er u op zoudt verlaaten. Nogthans zeg ik u, by herhaaling, gy zult des geen berouw hebben.’
Op dit herhaald aanzoek, ging de Bevelhebber na den Grootmeester, don perellos, om hem des verslag te geeven. De houding, met welke osman zich zyner gunste hadt aanbevolen, de schynbaare opregtheid, gepaard met de zonderlingheid der omstandigheden, bewoogen arnaud, om terstond weder te kee-