| |
Aanmerkingen over de tooneelliefhebberyen buiten den schouwburg, onder byzondere persoonen.
(Uit het Engelsch.)
Van de veelvuldige nabootzingen des Leevens en der Zeden, door de Kunst vertoond, is 'er geen de natuur zo naby komende als een Tooneelstuk, verfraaid door de uitspraak en gebaaren des Acteurs, en door alle de fraayheden van het tooneel. Schoon in de daad zyn de denkbeelden door het penseel verwekt; de kleur, de waarheid der afbeeldinge, zetten het doek als 't ware leeven by. Maar welk een parrhasius of apelles kan beweeging schilderen? Hier schiet hunne verwonderenswaardige kunst te kort: doch het Tooneeldicht, met Tooneelbedryf gepaard, vergoedt dit gebrek ten vollen, en zet aan de navolging de houding van 't weezen by.
Kunsten, zo veel vermaaks verschaffende, mogt men, met allen grond van reden wagten, dat een algemeen gunstig onthaal zouden ontmoeten. De Ondervinding beant- | |
| |
woordt hier aan volkomen. Men leest nauwlyks van eenige Eeuw, of de beschryving van eenig Volk, of men ontdekt 'er de voetstappen van Tooneelvertooning; doch in geen land heeft men het Tooneel driftiger gezogt dan in Engeland; daar het Tooneeldicht, om van geen anderen te gewaagen, zyn shakespear, en het Tooneel zyn garrick, vondt.
Zo groot zyn de bekoorelykheden van het Tooneel geweest, dat veelen in den hoogsten leevenskring, niet te vrede met alleen Aanschouwers te zyn, eene blaakende drift gevoelden, om het Treurtooneel te betreeden of een Blyspel uit te voeren, en de toejuichingen van een byzonder daar toe geschikt gezelschap te behaalen. Voortyds heeft men het beroep eens Tooneelspeelers op eene gansch onredelyke wyze verlaagd. 't Was een onheusch begrip, de zodanigen, die de fynste en kieschste aandoeningen der menschlyke natuure wisten uit te drukken, onder het uitvaagzel der Maatschappye te rangschikken. Garrick werd eens, zo my voorstaat, op het land aangezien voor een Acteur, en, in gevolge van dat denkbeeld, niet zeer beleefd behandeld. Hy bragt veel toe om waardigheid by te zetten aan een beroep, 't welk, indien het waargenomen wordt op eene wyze als hy het bekleedde, dezelve ongetwyfeld verdient. De gewoonte om Tooneelstukjes te speelen, welke ingang gevonden heeft by aanzienlyke en ryke Familien, zet het Acteurschap agting by, en doet Lieden, door de Wetten hier te Lande eertyds weinig beter dan Landloopers beschouwd, voorwerpen van bewondering en naavolging worden. De schoonste Dames leggen zich toe om de bevalligheden en kragt van voorstellen van een abingdon en een siddons na te streeven; Lords en Baronnen hebben zich vernederd om Leerlingen te worden van hedendaagsche rosciussen.
Niets kan het landverblyf meer veraangenaamen dan de heerschende smaak om Tooneelstukken te vertoonen, onder Vrienden, Kennissen en Bloedverwanten. Muzyk, Dichtkunst, Schilderkunst, Kleeding, persoonlyke schoonheid, en beschaafde uitspraak, vereenigen zich om allen te behaagen, die toegelaaten worden om deel te neemen aan dit verlustigend onthaal. Geene ruwheid en boersche onbeschoftheid verhindert de Acteurs. De Toekykers en Aanhoorders brengen met zich het besluit om vermaak te scheppen: gebeurt het dat zy 't zelve niet in allen deele vinden, zy hebben te veel dankbaarheid voor de uitnoo- | |
| |
diging, te veel vriendschap voor den Eigenaar des Tooneels, te veel natuurlyke of verkreegene beleefdheid om dit ongenoegen te ontdekken. - Dus verre gaat alles zeer goed. Men is wel in zyn schik: en, wenscht eerzugt om voldoening, waarom zou zy dezelve weigeren, daar zy die zo schadeloos en onbeledigend kan bekomen.
Doch 'er treedt een ernstig Opmerker binnen, en waagt het, met een lompe houding, de Onschuldigheid dier Vermaakneemingen in twyfel te trekken. ‘ô,’ Roept de zamenvergaderde menigte uit, ‘hy is een Methodist, een Puritein, en Pylaarbyter. Dryf hem uit. Dat wy de deur sluiten, om, zonder zulke beletzels, ongestoord, vreugd te raapen!’ - Ik moet bekennen dat de aanmerkingen van den Indringer zeer te ontyde zouden komen, en zeer ongepast zyn in een Tooneelgezelschap onder het speelen: doch laat ons hooren of die de Ouschuld deezer Vermaakneemingen in twyfel trekkende Man ook iets te zeggen hebbe, waar aan iemand een kwartier uurs het oor zou willen leenen, terwyl hy onder de handen van den Kapper zit, of bezig is de wangen te blanketten om zich gereed te maaken tot het Spel, dat dien avond zal vertoond worden.
Naardemaal 'er openbaare Schouwburgen zyn, heerlyk onderhouden ten algemeenen dienste, is het zeker, dat het Vermaak en de Leering, uit het Tooneelspel te haalen, daar kan verkreegen worden, zonder de moeite en de kosten van een byzonder Tooneel aan te leggen en te onderhouden; eene moeite, welke menigmaal zo veel tyds wegneemt, dat zulks inbreuk doet op aangelegene Pligten deezes leevens; en kosten veroorzaakt, die aanleiding geeven tot het pleegen van onregt, tot verlegenheid, en verderf. De zodanigen, die anderzins hun tyd en geld in nutte verrigtingen zouden besteed of tot werken van liefddaadigheid bekeerd hebben, vinden zich buiten staat en ongenegen, om een van beide te doen, wanneer zy hunne gedagten gevestigd en hunne inkomsten geschikt hebben tot de kostbaare ydelheden des Tooneels, en om, met glans, de veelvuldige benoodigdheden van een byzonder Tooneel te verschaffen.
Men mag misschien in twyfel trekken, of verscheide standen der houdingen, waar in door drift vervoerde Gelieven op het Tooneel onvermydelyk komen, wel gunstig zyn voor die Deugden, welke strekken om de rust des Huislyken Leevens te bewaaren. Schoone Kleeding, ver- | |
| |
rukkende gesprekken, tedere omhelzingen, boezemen denkbeelden van Liefde in Harten, die dezelve zonder misdaad niet kunnen huisvesten.
Eene andere ongunstige omstandigheid voor de Zeden bestaat hier in, dat de meeste onzer Engelsche Blyspelen, die men 't hoogst schat, zo schaamtloos onzedig zyn, dat ze de Ondeugd aanpryzen met alle de verfraaijingen van vernuft en schitterende hoedanigheden; en de belangrykste Deugden ten toon te stellen door de Betragters derzelven, als belachlyke Voorwerpen ten tooneele te voeren. Zulks te hooren is hoonend genoeg; maar het van buiten te leeren, en het aan te dringen, door bestudeerde bevalligheden van tooneelvertoon kan geen goede uitwerking doen op de Zeden van den Acteur. Zulke rollen te leeren, en uit te voeren, zal, waarschynlyk, by Tooneelspeelers van hun beroep, minder nadeelige uitwerking baanen: dewyl zy, om den broode speelende, dikwyls hun rol speelen met wederzin, en als een lastige taak volbrengen: maar de Heeren en Dames, die Acteurs en Actrices zyn, moet men aanmerken als vrywilligers, en men mag veronderstellen dat zy het Character of de Gevoelens, welke zy vertoonen, uit eigen bewëeging en naar eigen keuze, aanneemen.
De zugt tot het Tooneel is in geenen deele bepaald tot de bevalligheden der Dichtkunste, of de bekwaamheid van het wel uitvoeren. Veelen worden op het Tooneel gelokt, om de Bevalligheden van hun Persoon, in Tooneelkleeding, en in verrukkende houdingen, te vertoonen. Blanketzel en een los gewaad by 't kaarslicht hebben iets zonderling schitterends. De oogen van een talryke menigte op zich gevestigd te hebben, ten tyde dat men ten voordeeligst uitgedoscht is, moet aller verrukkends weezen voor hun, die enkel leeven om zich te vertoonen en bewondering te bejaagen. - Ik vrees eene stellige waarheid te zullen spreeken, wanneer ik verzeker, dat de smaak voor de Tooneelliefhebbery veel toebrengt om trotsheid en praalzugt te kweeken; en de overgang van deeze tot ondeugd en elende is maar al te gereed.
Wat zal ik zeggen van de eeuvoudige pligten des Huislyken Leevens? Zy komen laag, gemeen, en beuzelagtig voor aan Ouders, met de Tooneeldwaasheid bevangen. Zy, die op het Tooneel in traanen wegsmelt op 't gezigt van ingebeeld Leed, kan haare Kinderen verwaar- | |
| |
loozen: dewyl de bezorging deezer Wichten geschieden moet in de Kinderkamer, waar geene menigte vergaderd is om de traanen haarer Aandoenlykheid te zien, en met toejuiching te beloonen. De tyd, zo wel als de oplettenheid, besteed in de voorbereiding tot de volvoering van het Tooneelspel, staan het behoorelyke Ouderlyke toevoorzigt op de Familie in den weg. Ongevoelige Ouder! die geveinsdlyk weent om uw eigen trots voldoening te schenken, en uwe lieve Zuigelingen uwe borst onttrekt, zo dat zy het knellen van weezenlyk leed gevoelen, onder de losse of harde behandeling van gehuurde Vreemden! Terwyl gy nederknielt in al de gemaakte vervoering des Tooneels, is 'er een, door u ter Wereld gebragt, die tot u roept in de taal der smerte; maar gy wilt niet hooren. De bekwaamsten om eene aandoenlyke rol te speelen zyn niet zelden meest van waare aandoenlykheid verstooken. Laat ons niet meer zien uw lange sluweele sleep, uw hangend hair, uw van en aan 't oog gehouden zakdoek. Toon u niet meer begeerig om de bedroefde Moeder op het Tooneel te verbeelden; maar keer huiswaards, wees de goede Moeder in uwe Kinderkamer, en in uw Huishouden.
Doch niet alleen worden de kleine Kinderen verwaarloosd; maar de tedere liefdebanden tusschen Man en Vrouw loopen gevaar van verrekking, van stukken breeken, door de heerschende zugt tot byzondere Tooneellief-hebberyen. Eene Dame speelt de rol eener Vrouwe of geliefde Heldinne met een Ligtmis, die niet verzuimt zich zelven aan te pryzen, door de bekoorelykheden van Kleeding, Houding en Uitspraak: een Heer speelt de rol eens Verliefden by een Voorwerp zo bevallig dat het bezwaarlyk valle eene Liefdedrift voor te wenden, zonder dezelve te voelen. Wie moet niet toestemmen, dat zodanige omstandigheden gevaarlyk zyn? en de diep vervallen staat waar toe Huislyk-Geluk en Huwelyks-Trouwe tegenwoordig vervallen is, billykt het in de Vrienden van Deugd en goede Orde, hunne poogingen aan te wenden, om alle bedryven, in de minste maate geschikt om dezelve te verminderen, of te raaden.
Ik zal my niet nederzetten om myne beschryving van de onheilen, welke uit den heerschenden smaak, voor byzondere Tooneelvertooningen, kunnen voortkomen, breeder uit te haalen. Myne schroom en vrees is misschien ongegrond en ingebeeld. Eéne waarschuwing, nogthans,
| |
| |
kan geen kwaad doen, en zal mogelyk strekken om de gedugte onheilen te voorkomen.
Naardemaal de schoonste Tooneelstukken, op de volkomenste wyze, vertoond worden op de openbaare Schouwburgen, ware het te wenschen, dat de Liefhebbers van dezelve, zich vernoegden met het vermaak 't welk dezelve kunnen opleveren. Zyn zy, in de daad, Liefhebbers van Tooneelspelen, bezitten zy smaaks en verstands genoeg, om wellust te kunnen scheppen uit een schoon stuk, afgescheiden van Kleeding, Tooneelbetovering; waarom laaten zy het dan niet berusten by het leezen der beste Tooneelwerken, in hun kamer, of dien kring huns Huisgezins? Vermaak en Leering zouden de zekere gevolgen zyn van zulk een Tydverdryf, zonder de mogelykheid van eenig gevaar, mits de Stukken met oordeel en kieschheid worden uitgekoozen. Kosten, en duizende ydel- en dwaasheden, waar toe de byzondere Tooneelliefhebberyen maar al te veel aanleidinge geeven, zou men, langs dien weg, vermyden.
De Schryvers en Uitspreekers van Voor- en Naaredenen naar de Mode, en de geheele stoet van Heeren en Dames, Acteurs en Actrices, worden, wat zy ook mogen zeggen van smaak voor Dichtkunst, en zugt tot schuldloos Vermaak, waarschynlyk gedreeven door eene heimlyke grootsheid, dat veel vermogend roerzel van het menschlyk hart. Zy slaan ongelukkig een weg op, naar allen schyn meer geschikt om een zwak te doen toeneemen dan om 't zelve te verminderen, 't welk, zo geen Ondeugd op zichzelve, geschikt is om 'er de Moeder van te worden.
|
|