| |
| |
| |
Bericht, wegens den kundigen weer- en lugtsgesteltenis waarneemer, den heere J.C. Mohr; door den Heer*******
't Heeft niet kunnen missen, veelen onzer Leezeren te verwonderen, met de Maand Mei, des voorledea Jaars 1787, onze Maandlyksche opgave der Lugtsgesteldheid te Amsterdam, zo plotsling, afgebrooken te zien. Een ons zeer smertend overlyden van den keurigen Waarneemer, die 'er ons mede verpligtte, en, van tyd tot tyd; in ons Mengelwerk, zyne breedere Bespiegelingen daar over mede deelde, is de oorzaak; de Heer j.c. mohr ontviel ons door den dood. Wy hoopten een ander te vinden, die deeze Taak zou opvatten; zyn wedergade aan te treffen, konden wy ons niet belooven; met minder zouden wy ons niet vergenoegd hebben; en daar zulks ons niet heeft mogen gebeuren, verkozen wy, gevolglyk, van die voor veelen zo gevallige Maandlyksche Waarneemingen, af te zien.
Gelukkig rekenden wy ons, in dit ongeluk, dat wy zo langen tyd de Waarneemingen, voor een groot gedeelte, van die juiste hand mogten plaatzen; dat wy meer dan Negentien Jaaren, welke eene Maansklimmende Knoopkeer maaken, waar in de Liefhebbers der Weerwaarneemingen eenig belang stellen, vol hadden.
Een Schryver, wiens Naam het ons spyt niet te mogen melden, als welke aan dit Bericht, wegens den Heer mohr, als een Weerwaarneemer, in veeler oog eene dubbele waarde zou byzetten, heeft de Gedagtenisse van dien Heer, in dit opzigt, wel willen vereeren; en zal elk, eenigzins dier zaaken kundig, uit dit Bericht zelve kunnen opmaaken, dat de Lof, hier den Heer mohr gegeeven, uit de penne komt eens bevoegden oordeelaars van waare verdiensten. - Als zulk een Waarneemer heeft hy voornaamlyk betrekking tot ons Mengelwerk, en verdient zyn Naam daar in der vergetelnis onttrokken te worden, althans zo veel onze Letterarbeid daar aan kan toebrengen.
Wie den Heer mohr, in verscheide betrekkingen, nader wil leeren kennen, kan zynen lust voldoen, in de Lykzangen, te zyner Gedagtenisse gemaakt, door de Leden van zyn Dichtgezelschap, in Amsterdam, ter Spreu- | |
| |
ke voerende: Hier na volmaakter; die hunne gevoelens van hoogagting, Liefde en Verkleefdheid aan Hem, daar in ten toone gespreid hebben: deeze Lykzangen zyn uitgegeeven by de Boekhandelaaren D. en J. Tol.
Zie hier den Heer mohr als Weerwaarneemer beschouwd, - naar verdiensten beschouwd, zo anders dezelve, overeenkomstig met derzelver waarde, kunnen gewaardeerd worden.
Onder de veelvuldige takken van fraaije Letteren, of nuttige Weetenschappen, welke den kundigen mohr eene aangenaame uitspanning verschaften, bekleedt zekerlyk de Meteorologie, of leere der Verheevelingen, en wel byzonder de kunst om Weerkundige Waarneemingen te doen, en te vergelyken, eene aanmerkelyke plaats. Men kan te recht zeggen, dat hy in dien tak heeft uitgemunt, en dat maar zeer weinigen, zo binnen als buiten 's Lands, met hem daar omtrend gelyk staan. Hoewel reeds, zederd eenige jaaren, de aanmerkelyke orde der Saisoenen, en het buitengewoone, dat in dezelve zomtyds voorkomt, zyne aandacht niet ontglipt was, en hy, door de gewoonte, die hem, uit hoofde zyner diepe eerbied voor het Opperweezen, eigen geworden was, van namelyk, overal de geduchte, doch weldoende, hand van God te erkennen, ook den loop der Jaargetyden, de schikkingen, de orde, de afwisselingen en zeldzaamheden, die daar in plaats hebben, meer bepaaldelyk dan andere menschen, hadt gade geslagen, en het opmerkelykste daar van aangetekend, was het echter eerst de strenge Winter van 1776, die hem gelegenheid gaf, zyne verbaazende vermogens op dit stuk aan den dag te leggen. Hy gaf zyne doorwrochte Aanmerkingen, op den loop van dien Winter, en zyne vergelyking van denzelven met eenige voorgaande strenge Winters, vooral met die van 1740, 1760, 1763 enz., in 't licht. Het is, in dergelyke soorten van stukken, dat zich de waare geest ontdekt, en dat men gewaar wordt, wat 'er tot een goed Meteorologist behoort: goede Waarneemingen, die hy zelfs neemt: beleezenheid, om die, welke in voorgaande tyden gedaan zyn, te kennen: oordeel, om allen onderling te vergelyken: eene vergelyking, die niet slechts bestaat in het bepaalen der grootste trappen van koude of hitte, zo als men voorheen plagt te
| |
| |
doen: maar in het nagaan van alle die omstandigheden van koude, van achtereenvolgende vorst, van winden, van sneeuw enz., die te zamen loopen, om eenen Winter den naam van streng te doen draagen: en den eenen te recht strenger dan den ander te doen noemen. Nimmer hadt men, vóór mohr, die zaaken in dien trant behandeld. - Kort daar na nam hy de taak op zich, zyne Weerkundige Waarneemingen in de Vaderlandsche Letteroeffeningen, Maand voor Maand, uit te geeven. - Hier in vond men reeds het gunstig oordeel, dat men van stonden aan over 's Mans kundigheden geveld hadt, nader bevestigd door de schrandere Aanmerkingen, welke hy dikwerf by die Waarneemingen voegde: maar men hadt ook boven dien gelegenheid, van nog andere vermogens in den Man te leeren kennen: allen naamlyk, welken een goeden Waarneemer vercieren. Veelen, die zich met Weerkundige Waarneemingen bemoeijen, denken dat het genoeg is, den Thermometer, Barometer enz. waar te neemen, en zorgvuldig aan te tekenen: van daar zo veele gebrekkige Waarneemingen, door welke men overlaaden is, en die de Meteorologie zeer veel ondienst doen, om dat zy onnauwkeurig, en dus, ten dien opzichte, onwaar zynde, niet dan tot valsche besluiten aanleiding kunnen geeven. - Mohr, in 't tegendeel, ging zelve zyne werktuigen met veel oplettenheid na; en allen, die hem gekend hebben, weeten, met hoe veel zorg hy zich, tot het einde van zyn leeven, met het nagaan van Meteorologische Werktuigen bezig gehouden heeft. Hy gebruikte noch Barometer, noch Thermometer, dan na dat dezelven eerst door hem beproefd waren. - Ten anderen zag hy naar eene goede plaatsing voor dezelven om: weetende, dat de Waarneemingen niets waardig zyn, zo de werktuigen niet derwyze geplaatst zyn, dat zy in de daad de veranderingen, en vooral de spoedige, en zomtyds kortstondige, veranderingen, die in het Weder voorvallen, aanduiden.
- Meermaalen hebbende moeten verhuizen, was by hem een der noodzaakelyke vereischten eener wooning, eene goede plaatsing voor den Thermometer: hy liet liever eenige andere gerieflykheden vaaren, als hy dit maar in een huis kon verkrygen; en in de daad, 'er kan geen plicht behoorlyk waargenomen worden, (en zich als een Meteorologist by het Publiek aankondigende, en het zelve Waarneemingen aanbiedende, achtte hy de nauwkeurigheid deezer als een plicht, die
| |
| |
hem opgelegd was,) geen plicht, zeg ik, kan 'er behoorlyk waargenomen worden, of men moet tot opofferingen gereed zyn. - Ten derden was het voor hem niet genoeg Weerkundige Waarneemingen te doen; hy nam nog de taak op zich, om dezelve behoorlyk na te gaan; naamlyk de enkele kennis der uitersten van warmte en koude, of van de zwaarte der lucht, voldeed hem niet: hy oordeelde te recht, dat de gemiddelde koude en warmte, en de gemiddelde zwaarte der lucht, of hoogte van den Barometer, tot de regte kennis der Saisoenen behooren: hy getroostte zich dan het lastig werk, om de nodige additien en divisien te doen, ten einde tot die kennis te geraaken: insgelyks ging hy met de winden enz. te werk; en men kan met waarheid zeggen, dat men aan den yver van den Heer mohr, en van de Heeren holl en van swinden, eene aanmerkelyke verbetering in de Meteorologie verschuldigd is.
't Geen, eindelyk, de kroon spant van alle de Meteorologische verrichtingen van mohr, hoewel hy zyn' loopbaan met dit stuk begonnen hebbe, is zyne Veertig jaarige Tafel van de Warmte, den gevallen Regen, en de kracht der Winden, uit de Waarneemingen, op den Huize Zwanenburg opgemaakt, en, met eene goede Verklaaring, in de Natuurkundige Verhandelingen, gedrukt. Het is jammer, dat dit meesterstuk uitverkogt is. Men staat verbaasd over 's Mans arbeid, oordeel, en scherpzinnigheid. - Deeze laatste straalt vooral hier in door, dat hy uit den loop zelven der Waarneemingen zien kon, of zy goed, dan niet goed, echt, dan niet echt, zyn. Hier van geeft hy in deeze Verhandeling een duidelyk bewys: daar hy, enkel uit het nagaan der Waarneemingen, in 1764 en 1765, besloot, dat dezelve, hoewel tusschen die, welke op den Huize Zwanenburg genomen zyn, uitgegeeven, echter elders moesten genomen, of aan onbegrypelyke verscheidenheden blootgesteld geweest zyn: eenig navraag veranderde zyn besluit in zekerheid. - Insgelyks heeft hy meer dan eens, op dezelfde wyze, zeer aanmerkelyke drukfeilen verbeterd. Het is ons geoorloofd, een onbekend staaltje daar van by te brengen. Professor van swinden vond die Veertig jaarige Tafel zo uitneemend, dat hy wel ras besloot, dat 'er niets goeds voor de kennis der luchtsgesteldheid van ons Land te doen was, ten zy men 'er eene dergelyke voor den Barometer vervaardigde: hy deed zulks in den
| |
| |
Zomer van 1781, en voegde 'er eene volledige Verklaaring by, waar in hy, op het voetspoor van mohr te werk gaande, eenige, of in 't oog loopende, of waarschynlyke, drukfeilen verbeterd hadt. - Met den Heer mohr in briefwisseling zynde, zond hy denzelven zyne Tafel en de Verklaaring: de Heer mohr ging dezelve, op verzoek van zyn Vriend, met de vereischte, en wy durven zeggen, met die onbegrypelyke nauwkeurigheid, die hem eigen was, na: en vond nog veele feilen, die zynen Vriend ontglipt waren, en voor welke hy de nodige verbeteringen daarstelde; die ook, zo dra zy den opsteller overgebriefd waren, greetig door hem aangenomen wierden. Het is jammer, dat die Tafel niet in 't licht gegeeven is. De Heeren mohr en van der weyde, de laatste toen in 's Hage woonagtig, doch zederd, uit hoofde zyner kundigheden, door de Keizerin van Rusland, op zeer voordeelige voorwaarden, naar Rusland vertrokken, en thans te Riga, ten minsten voor eenigen tyd, gevestigd, zyn de eenigen, aan wien die Tafel is medegedeeld geworden.
Het verlies van mohr zal den verderen opbouw der waare Meteorologie, in ons Land, merkelyk vertraagen, welke reeds door het niet verder uitgeeven der keurige Waarneemingen van den Heer holl, thans Kapitein der Artillerie, ten dienste deezer Landen, en het vertrek van den Heer van der weyde, naar Rusland, zeer veel geleeden heeft.
Wanneer men all', wat mohr gedaan heeft, nagaat, zal men zich verwonderen, hoe hy den tyd tot alles heeft kunnen vinden: dan, daar hy zich aan alle de ydele vermaaken, en die tydverkwisting, welke veelal den naam van uitspanning draagt, hoewel geenzints aan de aangenaamheden van het gezellig leeven onttrok, had hy meer tyd dan veele anderen overig. Hy kende den waren prys van den tyd. Zyn tydelyk beroep waar te neemen: zich toe te leggen op fraaije Letteren en nuttige Weetenschappen: den Godsdienst, in een uitgestrekten zin te beoeffenen: verdeelde zyn leeven in drie vakken, in geen van welken een oogenblik verlooren was. - Door het eerste vervulde hy zyne plichten als burger, als mensch, als Echtgenoot: door het ander verschafte hy zich eene aangenaame uitspanning, waar van de vruchten niet alleen hem, maar ook nog daarenboven anderen, ten nutte verstrekten: door het laatste bereidde hy zich
| |
| |
tot die Godzaligheid, waar van hy de bezitting als het waare doel, en de betrachting als de voornaamste bezigheid van 's menschen leeven, beschouwde. Hy strekte tot een duidelyk bewys, dat waare Godsdienstigheid, eene nauwe gezetheid op alle de plichten, die men daar onder betrekken kan, en het besteeden van veel tyds, in het waarneemen derzelver, geenzints den mensch tot het tydelyk beroep, of het verstand, ter beoeffening van fraaije Letteren of Weetenschappen, minder vatbaar en geschikt maaken; zo als het ongeloof, en dartele waereldlingen, het maar al te veel, doch zonder grond, verspreiden.
|
|