Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1788
(1788)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe tegenwerping, dat de aarde eenige duizend jaaren ouder moet weezen, dan ze, volgens het verhaal van Mozes, is, ontleend uit de langzaam vrugtbaarwording der lavas, opgelost.(Overgenomen uit robert miln's Course of Physico Theological Lectures on the State of the World, from the Creation to the Deluge.)
Eenige Geleerden hebben op zich genomen te bewyzen, dat de Aarde veel duizend jaaren ouder is, dan de Heilige Geschiedenis den ouderdom opgeeft. - Hunne redenkaveling komt hier op neder. In diepten, en verscheide spleeten van den grond, in de nabuurschap van Brandende Bergen, bovenal in die van den Berg Etna, worden Beddingen van Lavas gevonden, tot eene zekere diepte, met groeibaarde aarde overdekt. Uit verscheide berekeningen, gemaakt van de hoeveelheid groeibaare Aarde, op eenige Lavas gevormd, de dagtekeningen, van welker Uitbarstingen in de Geschiedenis geboekt staan, blykt, dat 'er geen min tydsverloop dan een van duizend jaaren noodig is, om een deezer groeizaame overdekkingen te vormen. Naardemaal men nu tien of twaalf Beddingen van zodanige Lava gevonden heeft, boven elkander liggende, met zulke tusschen-beddingen van Aarde, moet de Wereld- tien of twaalf duizend jaaren oud weezen. Ten antwoord hier op dient, dat zommige Lavas glad en vast zyn, en de eerste beginzels van groei veel langer wederstaan dan andere van een broozer aart, en met meer openingen voorzien. - Daarenboven gaan de Uitbarstingen der Vuurbergen dikwyls gepaard met groote hoeveelheden van asch en modderig water, als of de Natuur ten oogmerke hadt, de barheid, door de Uitbarsting veroorzaakt, schielyk weder te vergoeden. Wanneer dit laatstgemelde geval plaats heeft, vinden de zaaden, door | |
[pagina 65]
| |
de winden verspreid, een' gereeden schuilhoek in de ruwe oppervlakte van zodanige Lavas, en vermeerderen welhaast den groeizaamen grond. De Stad Herculancum werd verwoest door eene Uitbarsting, in het XCVII jaar onzer gewoone Jaartelling. Vyf maalen is dezelve, zints dien tyd, met Lava bedekt geweest, en tusschen elk deezer Lavas is eene Bedding van groeibaare Aarde. Indien alle deeze gebeurtenissen voorgevallen zyn, binnen het tydsbestek van zeventien honderd Jaaren, blykt het, dat minder dan drie honderd Jaaren genoegzaam waren, om ieder Bedding voort te brengen. De mond van een nieuwen Berg, door een onderaardsch Vuur, in den Jaare MDXXXVIII, opgeworpen, is thans met kreupelhout begroeid. Ieder Aardbedding, door de Vuurbergen veroorzaakt, is niets anders dan eene pooging van brandende Stoffe en vuurige Dampen, om zich uit de beperking, waar in zy zich bevinden, te ontslaan. Indien dan de uitbreidende kragt zo groot is, dat ze zich niet kan beperken binnen de onderaardsche holen, moet 'er uitbarsting boven de oppervlakte volgen; doch, wanneer de drukking van boven zulks wederhoudt, kan de Lava ter zyde af beneden den grond loopen, en alle de holligheden en spleeten, welke zy op den weg ontmoet, opvullen. 't Is, uit dien hoofde, niet onwaarschynlyk, dat 'er Beddingen van Lava gevonden worden, zeer diep onder den grond, schoon ze nimmer zich boven 's aardryks oppervlakte vertoonden. - Men mag 'er by voegen, dat Aardbeevingen, die veelvuldig zyn in de nabuurschap van Vuurbergen, dikwyls landstreeken, van eene vry groote uitgestrektheid, in de diepte doen nederstortenGa naar voetnoot(*). Maar de tegenwoordige Aarde draagt op derzelver oppervlakte verscheide doorslaande blyken, dat ze van eene nieuwe vorming is, in vergelyking met die oudheid, welke veelen 'er aan willen toeschryven. 't Is bekend, dat | |
[pagina 66]
| |
de grond toeneemt door afgevalle bladeren, en het geen 'er op leggen blyft van het bezakzel der stoffe aanvoerende oorzaaken. De dikheid of dunheid van den grond duidt een langer of korter tyd van opeenhooping aan. Nu blykt het uit waarneemingen, op verscheide plaatzen der Aarde gedaan, dat, waar de oppervlakte van den grond van dezelfde stoffe is, de ligging en lugtstreek overeenkomen, de dikte van groeibaaren Grond dezelfde is. Maar tot deezen dag toe heeft dezelve zulk eene maate van aangroei niet gekreegen, dat men den oorsprong verder kan te rug schuiven dan tot den Vloed, ten tyde van noach, overeenkomstig met het Verhaal van moses. |
|