liefkoozingen en rekkerige omhelzingen van eenen ouden strompelvoetenden suffert te vreden, ja 'er hoogmoedig op te zyn. - Neen gantsch niet! - de omhelzingen van den jeugdigen Leander gevielen haar veel beeter; deeze ontving zy gantsch niet zonder aandoening. - Maar, helaas! Leander miste dat geen, het welk alleen in staat was, om haare begeerte tot grootheid te voldoen, en hierom moest hy voor den gryzen Aristus, die geen andere bekoorlykheden of verdiensten, dan zyne klinkende Munt en verdere Schatten, had, den Vlag stryken. - Een schielyke dood van deezen ouden Rykaart zal my wel haast van hem verlossen, terwyl ik my van het bezit zyner Schatten verzekeren zal, dacht zy, toen Aristus, al stamelende, op eene zeer drooge wyze, om haare hand vroeg. - Leander was raadeloos, toen hy hoorde, dat zy gerezolveerd was, om den ouden Haasjaager gehoor te geeven, en nog raadeloozer, toen zy beslooten had, om aan dien reeds halfzuffenden Zuzanna-bespieder haare hand, tot een onderpand des Huwelyks, te geeven. Zy zelve was met Leander, haaren getrouwen Minnaar, bewogen; haare ziel werd als een masteloos Schip, dat aan de woede der golven overgelaaten is, geslingerd, toen zy hem zyn afscheid zou geeven; dan zy bezat te veel Staatkunde, om niet te zien, dat zy met Leander slegts een burgerlyk leeven kon houden, terwyl zy met Aristus eene Vorstinne kon worden. Leander moest dus, hoe teder hy haar minde, van haar afzien, terwyl een oude Venusjanker met deezen buit ging stryken.
Dan, dit alles maakt Julia niet minder bekoorlyk, niet minder agtingswaardig. - ô Neen - heur waarde klimt hier door, wyl zy in alle deeze omstandigheden getoond heeft, verstand en Waereldkennis te hebben, - dat zy in staat is, haare driften te bestryden, en, is het nood, alles kan opofferen, wat haar dierbaar is, wanneer zy daardoor haare grootheid, waarop men thans het meeste let, kan bevorderen.
Men ziet dus hier uit, hoe voordeelig het is, voor hen, die met de groote Waereld meede willen, om hunne natuurlyke neiging zodanig te leiden, als het, naar de tydsomstandigheden, in hunne kraam te pas komt: ja, men ziet hier uit, hoe volstrekt noodzaaklyk dit zy, voor hen die hun fortuin willen bevorderen, ja, by de groote Waereld, in aanzien willen zyn.
Ik vermeen dus aangetoond te hebben, myn Heer! dat 'er veel gelegenheid is, om zyne natuurlyke gemoedsneiging te buigen, naar alle voorkomende voorvallen en gelegenheden: waarom ik dan verwacht, dat gy my ook wel zult willen toestemmen, dat 'er gelegenheid is, om dezelve zodanig te buigen, dat men geheel onzydig, onpartydig, ja geheel neutraal, zyn kan. - En deeze gaave brengt, zelfs in de allerhachlykste omstandigheden, het meeste voordeel, in deeze verlichte Waereld, aan.’