| |
Catechismus der Weetenschappen, schoone Kunsten en fraaije Letteren, uit verscheiden beroemde Schryveren, en inzonderheid volgens de Schets van den beroemden Baron van Bielfeld, samengesteld. Met Plaaten. Vyfde Stuk. Te Amsterdam, by A. Fokke Simonsz., 1788. In groot octavo.
In dit Deel, 't welk op eene soortgelyke wyze als de voorige Deelen vervaardigd is, ontvouwt men in de eerste plaatze, ten besluite der gesprekken over de Godgeleerdheid, nog de Kerkelyke pligten, of de Prudentia Ministerialis, gaande over het geen een Godgeleerde, in de beoefening zyner bedieninge, heeft waar te neemen. By manier van aanhangzel is 'er aan gehegt eene verklaaring van eenige byzondere schoolsche kunstbenaamingen van zommige deelen der Godgeleerdheid; omtrent welke onderverdeelingen niet ten onregte aangemerkt wordt, dat ze veel eer belemmeren dan nuttig zyn, en naar het Pedantismus rieken, dat in alle Weetenschappen min of meer ingesloopen is, - Drie daaraan volgende Sa- | |
| |
menspraaken gaan over de Regtsgeleerdheid, wel byzonder, over het Jagt- en Mynregt, het Crimineele-Regt, en eindelyk over de Practyk des Regts, naar de drie onderscheiden Amptsbedieningen, als Hoogleeraar, als Advocaat, (wiens medehelpers de Procureurs en Notarissen zyn,) en als Magistraat. - Voorts hebben vier Samenspraaken het Geneeskundige ten onderwerp; handelende over de Scheikunde, Kruidmengkunde, Heel- en Verloskunde, mitsgaders over de Practyk der Medicynen. In de ontvouwing der Scheikunde ontmoeten we eene aanmerking, over de onderscheiding der Chymie van de Alchymie, die we, ten minste voor zommigen onzer Leezers, niet ondienstig agten in deezen over te neemen.
De Chymie, of waare Scheikunde, bestaande, in de kunst om alle lichaamen door middel des vuurs te ontbinden of te vereenigen, heeft alleszins een nuttig oogmerk; maar de Arabieren hebben in de achtste Eeuw een verleidenden byweg in deeze kunst gevonden, vormende eene wetenschap, die zy met byvoeging van het woordje Al, een Arabisch voorzetzel, zo veel als de betekenende, Alchymie noemden, zo veel als de Chymie by uitneemendheid. Zy trachtten een algemeen Geneesmiddel, voor alle kwaalen en gebreken der menschen, in alle ouderdommen, te ontdekken, door middel van den Steen der Wyzen, dien zy door de Scheikundige bewerking meenden te vinden; en waardoor zy, buiten dit algemeen Geneesmiddel, naar hun voorgeeven, ook goud zouden kunnen maaken. Ernestus, in dit Gesprek hier van gewaagende, maakt zig sterk de bedriegelykheid daar van duidelyk te toonen, door te doen zien, wat de waare Scheikunde bevat, wat zy belooft, en wat zy geeven kan; tot hoe verre zig de paalen van haare gegrondheid uitstrekken, en waar het herssenschimmige in deeze weetenschap een aanvang neemt. Op het verzoek van zyn byhebbend gezelschap, om dit nader te ontvouwen, vervolgt Ernestus, en 't verdere gesprek gaat indeezervoege voort.
‘Ernestus. Zo lang de oordeelkundige en redelyk denkende Scheikundige zig alleenlyk bepaalt met de Scheikunde aan te zien voor eene kunst, welke onderwyst, om de verschillende zelfstandigheden, die zig in de vermengde dingen (Mixtae), te weeten in de groeijende dingen (Vegetabilia), Delfstoffen (Fossilia), en Dieren (Animalia), bevinden, te kennen; om de ontbinding der na- | |
| |
tuurlyke lighaamen te doen, om dezelve met hunne eerste grondbeginzelen te hereenigen, om 'er de verborgene kragten en deugden van te ont ekken; om derzelver overeenkomst aan te toonen, en het middenpunt, waarin alle de ligchaamelyke zelfstandigheden zamenloopen; en, om zo te spreeken, om door middel des vuurs de Anatomie der natuurlyke lighaamen te doen, om dezelve te scheiden, en weder te vereenigen tot hun oorsprong of grondbeginzel; om de nuttige zelfstandigheden in de vermengde lighaamen van de onnuttige af te scheiden; om de zappen uit planten en dieren te trekken; om de digtste en hardste lighaamen vloeibaar te maaken, en dezelve te smelten; om met een naauwkeurig oog alle de uitwerkzelen na te gaan, welke deeze verschillende gedaante-verwisselingen uitwerken; en om dezelve tot veele kunsten en geleerdheid te doen dienen; gelyk als om de Artzenykunde (Materia Medica) door nieuwe ontdekkingen te verryken; om nieuwe verwen uit te vinden; om nieuwe zamensmeltingen van Potaarde, Glas of Porcelyn enz. enz. te maaken, zo lang is de Scheikunde van groot nut. Zulk een Scheikundige, zegge ik, zal wyselyk handelen en den roem en erkentenis zyner Medeburgeren verdienen.
Leonard. Maar veelen slaan, helaas! door de Eigenbaat misleid, eenen dwaalweg in.
Ernestus. Dit gebeurt veelen. Wanneer de Scheikundige zig tot een kwakzalver opwerpt, en een Dweeper of bedrieger wordt; wanneer hy zig verbeeldt dat 'er een verhevene of liever wonderbaare Scheikunde bestaat; wanneer hy, by het woord Chymie, het Arabiesch voorzetzel Al, wyl 'er toch Arabiesch by schynt te moeten weezen, begint te voegen, en deeze weetenschap Alchymie noemt; wanneer hy zig vleit met de herssenschimmige verbeelding, dat de eerste beginzelen, waaruit de, lighaamen zamengesteld zyn, veranderd kunnen worden, of dat hy in zyn destilleerkolf kan voortbrengen, het geen de natuur in de ingewanden des Aardryks voortbrengt; wanneer hy niet opmerkt, dat 'er tot elke voortteeling, tot elke wezenlyke voortbrenging, een leevend-maakende geest noodig is, een beginzel van leven en werking, en de zamenloop van duizend andere zaaken, van duizend kragten, die voor de oogen der stervelingen verborgen zyn; wanneer hy niet ziet, dat de wezenlyke gedaanteverandering der Metaalen natuurlyk onmogelyk,
| |
| |
en de schynbaare verandering slegts een bedrog en begoocheling is; wanneer hy niet ter goeder trouwe toestaat, dat de afscheiding van eenige gouddeeltjes, die zig in eenige Metaalen kunnen bevinden, of van eenige lighaamen, welke het ook zouden mogen zyn, al te kostbaar is; dat deeze afscheiding veel meer kost, dan deeze gouddeeltjes waardig zyn; dat 'er reeds genoeg en te veel gouds in de waereld is, zonder dat men, met groote kosten, andere veel noodiger of nutter lighaamen, als zyn het hout, de koolen, de andere metaalen, de kwik enz. behoeft te vernielen; wanneer de dwaalende Chymist alle deeze waarheden niet gevoelt, of veinst dezelve niet te gevoelen, zal hy altyd, in de oogen van den waaren Wysgeer, of een bedrogene of een bedrieger schynen.
Leonard. Maar, wanneer hy by dit alles nog zo dwaas is van naar den Steen der Wyzen en den Levensbalzem te zoeken, wat moet men dan met hem aanvangen?
Ernestus. Dan is 't tyd om hem op te sluiten. Het toppunt van dwaasheid is, te gelooven, dat 'er in de natuur eenig lighaam, of eenige mogelyke zamenmenging van verschillende lighaamen bestaat, welke tevens zoute, brandende, zuure, bytende, verzagtende, zoete, olieachtige, en wat al meer, deelen inhoudt, en dat, zo dit al mogelyk ware, deeze deelen niet elkanders eigenaartige kragten zouden vernietigen: by voorbeeld, het zuure het zoete, het scherpe het zagte enz. of omgekeerd. Is 'er grooter dwaasheid, dan te gelooven, dat de verschillende ziekten des menschelyken lighaams geene geneesmiddelen zouden noodig hebben, die lighaamen van verschillende eigenschappen en verschillende uitwerkzelen bevatten; dat men zig inbeelde, dat een eenig en zelfde geneesmiddel, tot aan den zetel van elke ziekte, naderen kan, 'er zyne werking kan doen, en zyne uitwerkzelen voortbrengen enz. 't Is my niet onbekend, dat de Alchymisten, met waarschynlykheid, in den mensch een beginzel des levens onderstellen, een beweegenden geest, die alle zyne springveeren bezielt, en dat zy dit leevend beginzel, door hunne Panaceën en algemeene geneesmiddelen, tragten te geneezen; maar deeze pooging is nog veel dwaazer, dan al het overige. Zy willen eene zaak geneezen, die zy niet kennen, waarvan zy zelfs de minste kentekens niet hebben! Zy willen
| |
| |
eene zaak, die zy hemelsch en onstoffelyk gelooven te zyn, geneezen door Elixirs en geneesmiddelen, die altoos stoffelyk en lighaamelyk zyn: Beeter en redenlyker zouden men dan nog dit stoffeloos deel van den mensch, van zyne ongeregeldheden, door de Muziek trachten te geneezen, gelyk men den steek der Italiaansche Spin of Tarantula gewoon is te doen. Daarom pleeg de wyze M. Harris, die de Alchymie van de Chymie onderscheidde, te zeggen, dat de eerste eene kunstelooze kunst is, welker beginzel liegen, haar midden arbeiden, en haar einde bedelen is. Hierom verbande het oude Rome weleer allen, die zig met dit beroep moeidden, en de Canones van het Christelyke Rome hebben dezelve ook altyd naderhand met den kerkeban geblikzemd. Het eenige goed, dat deeze gevaarlyke dolheid voortgebragt heeft, is, dat de zoekers naar den Steen der Wyzen, en naar den algemeenen Levensbalzem, (ten minsten de oordeelkundigste en bekwaamste,) al voortkruipende, op hunnen weg en als onder hunne voeten, verscheidene nuttige en fraaije dingen gevonden hebben, gelyk daar zyn nieuwe verwen, geneesmiddelen, zamenstellingen van glas, porcelyn, en verscheidene andere dergelyke dingen.’
|
|