dekkingen opleveren, heeft doen kennen. Vervolgens geeft hy vry omstandige aantekeningen, over den Persoon, het Leven, en de Schriften, der meest beroemde Wiskundigen: doet verslag van hunne twisten, over zaaken die de Kunst betreffen; en geeft eindelyk een duidelyk denkbeeld van alle de Theorien van eenig aanbelang, in welken het zamenstel der Wiskunde gevonden wordt.
Dit zo uitgebreid Ontwerp vereischte zeker eene splitzing in byzondere deelen, welke de Schryver op vier bepaald heeft. In het eerste geeft hy, na eene inleidende Voorafspraak, welke de natuur en de voordeelen der Wiskunde tot onderwerp heeft, haare geschiedenis by de oudste Volken der waereld op, en in 't byzonder by de Grieken: beginnende met de vroegste tyden, tot de verwoesting van het Ryk van Constantinopolen. Dit groote tydperk heeft hy in eenige kleindere tydperken gedeeld, als van de vroegste tyden af tot Thales; van dien Wysgeer tot de Stichting der Alexandrynsche Schoole; van de Stichting dier Schoole tot de Jaartelling der Christenen; en van het begin dier Jaartellinge tot den ondergang van het Grieksche Ryk. In het tweede Deel wordt verslag gedaan van de Wiskundige kennisse van verscheiden Oostersche Volken, als de Arabieren, Chinezen, Persiaanen, en meer anderen, by welken de Wiskunde bloeide, toen het Westelyk gedeelte van Europa in onweetenheid gedompeld lag. In het Derde Deel komen de Wiskunstige vorderingen der Westersche Volken, tot in het begin der afgeloopene Eeuw voor, terwyl het Vierde Deel geschikt is, om de Vorderingen van diezelfde Weetenschap, geduurende de Zeventiende Eeuw, alleen voor te draagen. - De twee eerste Deelen zyn nog maar in het Nederduitsch verscheenen, en doen naar de volgende verlangen.
Schoon het eene algemeen bevestigde Waarheid is, dat, naar maate 's menschen kundigheden vermeerderen, zyne dwaalingen tevens verminderen, doordien men, dagelyks wyzer wordende, te beter het wezen van den schyn der zaaken leert onderscheiden; zo behoort het evenwel voornamenlyk tot de voordeelen der Wiskunde, dat haare beöefenaars, by elken tred, zich hoe langer hoe meerder van alle Vooroordeelen verwyderen. - Verscheidene plaatsen van den Schryver betoogen dit, en onder deze ook de volgende.
De bekwaame Tydrekenaars hebben van de Hemelver-