let. Wy Edelluiden hebben gewigtiger zaaken in het hoofd. - Een mond vol Latyn kan evenwel nog door den beugel, - voor u meen ik. 't Is, geloof ik, de taal der Schoolmeesters, is het niet? Ik zou het ook wel hebben mogen leeren, zo de Prediker meende, maar myne Mama Zaliger wilde het niet hebben, en zo bleef het in den loop. - Krischan! geef den Schoolmeester een borrel brandewyn, en dat 'er verder by hoort!’
‘Den Ludimagister wilde het nog niet zo glad van de hand schieten om met voornaame Heeren om te gaan. Toen de Kamerdienaar hem het blaadje aanbood, maakte zyn hoed, boek, en doornstok hem verlegen. Hy behielp zig evenwel zo goed zyne omstandigheden het gedoogden; nam het boek onder den linker arm, klemde zyn hoed tusschen zyne kniën, en sloeg de riem, die tot een rottingbandje verstrekte, twee of drie maalen om een knoop van zyn rok; de beide handen, dus vry hebbende, greep hy met de eene het glas, en met de andere een stuk gebak. - 't Is my geoorloofd uw gezondheid allergehoorzaamst en onderdanigst te drinken! zei hy, en maakte een geweldig avantuurlyke buiging met den neus byna op den grond: hy wilde te gelyk, om zyn compliment alle mooglyke fraaiheid by te zetten, den rechten voet agter zig uit stryken, en dagt niet aan zyn hoed: deeze ontgleed hem, door de overmaat van hoflykheid, en toen hy, vermoedelyk op ingeeving van zyn boozen Geleigeest, denzelven met zyne kniën voor den val wilde behoeden, verloor hy zelf het evenwigt, en viel, zo lang hy was, voor de voeten van den Edelman, die in zulk een hevig gelach uitborst, dat hem de traanen over de wangen rolden. Hiermede was het balstuurig noodlot van den Latynschen Man op verre na nog niet voldaan; zyn boos gesternte wilde, dat hy onder het vallen met zyn hoofd tegen den lyfhond van zyne Genade aanbotste. Turk, die een bedorven hondenkind was, nam deezen Schoolmeesterlyken val zeer kwaalyk; zonder veel omstandigheden te maaken, hapte hy naar den neus van den Schoolmonarch; gelukkig echter beet hy in zyn staatsiepruik, waaraan dat helsche beest zynen vloekwaardigen moedwil koelde.
Onderdanigst excuus! houd het my ten goede! riep de Ludimagister, terwyl hy wederom op den been scharrelde, het vloervuil van zyn feestgewaed klopte, en de glasscherven van den grond raapte, Uw Genade zal het my gelieven te vergeeven! - 't Is waaragtig met geen opzet geschied. Procumbit humi bos! - Ik ben - ben - ben slechts een beetje gevallen, enz’.
Ziet daar, Leezers, tot een staaltje, uit dit fraai, vrolyk en Leerzaam Boek van den verdienstelyken Schryver van de Heeren van Wahlman, hoe Meester Bartholomeus Schwalbe zyne opwachting by zyne Genade Siegfried van Lindenberg maakt. - Voor hun, die smaak bezitten voor het wezenlyk comique, zal de gegeven proef een genoegzaam volledige recensie zyn.