Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1788
(1788)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 274]
| |
Het Leven van Frederik Wahlman, of Leerboek voor Jonge Lieden, ter waarschouwing voor de gevolgen van een slegt Levensgedrag. Te Amsterdam by H. Gartman en J. de Jongh, 1787. In gr. 8vo, 274 bladz.Eenstemmig met onze verwagting, by 't doorbladeren van 't eerste Deel,Ga naar voetnoot(*) zien wy, in dit tweede Deel, Wahlman van zyne verregaande buitensporigheden te rug gekeerd. By het afsterven van den President in Wahlmans geboortestad, die de schurkeryen, omtrent hem gepleegd, ondersteund had, en 't aankomen van eenen anderen President, een door en door eerlyk Man, verkreegen de omstandigheden van Wahlman wel dra een gunstiger aanzien. De poogingen van den Geneesheer ter zyner herstellinge gelukten, en Wahlman besloot eerlang na Amerika te stevenen. Op de reis derwaards leed hy schipbreuk, en landde op een Eiland, bewoond door een bejaard Man, die een soortgelyk lot, voor etlyke jaaren, mede aldaar gevoerd had. - Tot dus ver blyft het character van Wahlman nog genoegzaam het zelfde; maar de verkeering met dien Man, met God dienstige beginzelen bezield, schynt hem eenigermaate tot nadenken te brengen; dat egter op zyn volgend gedrag, na zyne redding van dit Eiland, juist geene sterke uitwerking heeft: den hier toe vereischten invloed op het hart van Wahlman te hebben, was bewaard voor den edelmoedigen Predikant Walter, die hem in zyne jeugd onderweezen had; en nog wel byzonder voor Louize, welks kuische min hy in vroegere dagen zo schandlyk opgeofferd had aan de verleidingen eener dertele Actrice, als uit de verdere ontvouwing zyner lotgevallen blykt. - Dit laatste gedeelte van zynen leevensloop, doormengd met eene verscheidenheid van lotgevallen, brengt ons verscheiden schoone characters voort, die 't aantal der slegte characters, in 't voorige Deel ter baane gebragt, vergoeden; en tevens meldt men ons het ongelukkig einde, dat het meerendeel dier schurken trof. Hier tegen zien wy Wahlman, met Louize in den Echt verbonden, tot een geregeld gedrag opgeleid, met haar, en met Walter, by hem inwoonende, een gewenschten gelukstaat beleeven. - De Opsteller van deezen Roman besluit dit geschrift, niet ongepast, met de volgende aanspraak. ‘Hebt gy dit Boek geleezen, Jongelingen? Hebt gy het met opmerkzaamheid en aandoening geleezen? Leg het niet met de linkerhand weg, zonder uw regterhand op het hart te leggen. Vergif zult gy uit deeze geschiedenis niet trekken: - het komt 'er niet op aan welke bloemen 'er in verspreid zyn, maar | |
[pagina 275]
| |
wel of op een derzelver een spin of Bei aast. Om u voor het plegen van de ondeugd te doen sidderen, en de deugd in de armen te voeren - schreef ik dit Werk. Vergeet nu niet, dat ieder mensch, van moeder Natuur, meer of min, zyn deel van Wahlman's zwakheden ontfangen heeft. Zy meent het daarom niet kwaad met ons: door ons de sterkste neiging tot liefde in te boezemen, wilde zy ons in den hoogsten graad gelukkig maaken; vergun haar de vreugd van haare weldaad in geen dolk te veranderen, om daarmede uw borst en die van uwe kinderen te doorbooren. Verban dan de wellust uit uw hart, bemin den Godsdienst, en kweek de zachte en tedere gevoelens der menschlievendheid aan: houd de laatste op een waardig voorwerp gevestigd, knel haar in uwe armen, beschouw met haar Hemel en Aarde: omhels haar tusschen beide, en geniet in haar het hoogste goed, dat gy van Hemel en Aarde ontfangen kunt. Dan zult gy verheven denken, verheven handelen, en de waereld zal u voorkomen, als die den eersten mensch, die uit de aarde was, voorkwam. - God bewaare u allen, myne geliefden, voor Charlottes en Schukkerts! Bezit gy eene ryke bedeeling van het Wahlmanismus, slaat de zachte en edele neiging van liefde by u tot eene wilde wellust over: - ô Jongelingen, denk dan dat het graf voor en achter u bereid is - treed beevende te rug - verlaat die doodsche plaats - luister na geen Schukkert; en ontvlucht de handen van uwe verleidster. - Wahlman dwaalde - Wahlman kwam op den regten weg te rug; laat zyn beeldtenis u voor de oogen zweeven, wek de sluimerende deugd in uwen boezem op, versterk dezelve in de omhelzingen eener braave egtgenoote, - herstel het gepleegde kwaad, - wasch de schandvlekken uwes leevens uit, - word een zegen voor de menschelykheid, - denk beevende aan de wellust te rug, die niets dan vloek en dood bereid, - waarschuw ieder Jongeling, die zich op den weg des verderfs begeeft, - en God geeve u alle eene Louize tot Echtgenoote, en eenen Walter tot Vriend!’ |
|