kunnen wraaken. Het is een Zedenboek voor Domestiquen.
Om van het Middel, op den Tytel gemeld, nog iets te zeggen. De Opsteller vraagt: ‘Maar! wat zal het baaten, dat dit Zedenboek voor Domestiquen geschreeven en gedrukt is, wanneer het niet door die geenen wordt geleezen en wel gebruikt, voor welken het eigenlyk opgesteld en bestemd is! En zal het wel ten vollen aan het oogmerk, zo van den Schryver deezes Zedenboeks, als van Heeren en Vrouwen, reeds voldoen, wanneer deezen aan hunne Domestiquen dit Zedenboek tot een geschenk en ter leeringe geven, en de Dienstboden hunnen Pligt, door middel van 't zelve, leeren kennen? En zullen de Dienstbooden daar door reeds worden kunnen, 't geen zy wenschen te worden, te weeten, gelukkige, en met hun stand te vreden en vergenoegde, menschen? Ik geloove van neen! en daarom wenschte ik, zo als Heeren en Vrouwen 't met my ook wel zullen wenschen, dat 'er, buiten en behalven het onderwys, 't welk in dit Zedenboek aan Domestiquen is gegeeven, ook uiterlyke middelen mogten worden gevonden, waar door de Beelding van deeze aanzienlyke Klasse van Menschen zoude worden voltooid, en waar door aan het gegeeve onderwys Ingang, Kragt en Werkzaamheid konde worden verschaft.’
Het Middel is: ‘Men stichte in elke tad of Dorp, naar evenredigheid van derzelver Grootheid en Talrykheid van Huishoudens, ééne of meerdere Societeiten, en doe elk van deeze Gezelschappen bestaan uit honderd Huisvaderen. Elk deezer Societeiten doe openlyk bekend maaken, dat elk Domesticq, het zy Knegt of Dienstmaagd, zoo dra hy bewyzen kan, dat hy by één en het zelfde Huishouden tien jaaren lang gewoond, en eerlyk, getrouw en wél gediend heeft, uit handen van een tot dit oogmerk vereenigd Gezelschap van Huisvaders, deeze volgende Belooning zal ontvangen.
‘1. Een Geschenk in Contant Geld, 't welk de halve som zal bedraagen van 't geene hy, binnen den tyd van tien jaaren, als zyn Huur, van zyn Volk heeft ontvangen. In dier voege, dat, by voorbeeld, een Knegt of Dienstmaagd, die 60 Guldens Huur 's jaarlyks heeft ontvangen, aan 't einde van den Dienst, ƒ 300-:-: tot een Present krygt.
2. De openlyke bekendmaaking van zyn Naam en van het Geschenk, by hem ontvangen, in 't een of ander ge-