Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1788
(1788)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBeschouwing der Maatschappy en Zeden, in Poolen, Rusland, Zweeden en Deenemarken, doorvlogten met Voorvallen eenige uitsteekende Characters betreffende, door William Coxe, A.M.F.R.S. Lid van 's Konings Collegie te Cambridge, Kapellaan des Hertogs van Marlbourgh, Medelid van de Keizerlyke OEconomische Societeit te Petersburg, als mede van de Koninglyke Academie te Koppenhagen. Naar den derden Druk, uit het Engelsch. Derde Deel. Te Amsterdam, by J. Yntema. 180 bl. In gr. 8vo.Met den Aanvang van dit Deeltje komt de Reiziger coxe, in de tegenwoordige Hoofdstad des Russischen Ryks, door Czaar peter den grooten aangelegd, en | |
[pagina 26]
| |
boven Moscow ten Rykszetel verkooren. Het weetenswaardigste, den oorsprong en de hedendaagsche gesteldheid dier Stad betreffende, vinden wy in een en andere Brieven deezes Deels ontvouwd. Byzonder staat de oplettende coxe stil by het Ridderlyk Standbeeld ter gedagtenisse van den Grondvester van Petersburg en den Hervormer zyns Ryks, onlangs vervaardigd. - De beschouwing van de Rustplaats des Overschots van dien werkzaamen Vorst geeft hem gelegenheid, om de voornaamste Charactertrekken diens grooten Mans mede te deelen, onderscheiden van veele andere Characterschetzen, voornaamlyk door de mindere vergoelyking aan eenige trekken gegeeven, die de vleikunst zeer heeft weeten te verzagten. - Terwyl hy, herhaalde gelegenheden ontmoetende, om diens Opvolgster, de tegenwoordige Alleenheerscheresse aller Russen catharina de II, te zien, van deeze Vorstin, van haare Hofhouding, van haare gewoone Leevenswyze, een breed en dubbel leezenswaardig verslag geeft. Haar voorkomen op een Hofdag, wanneer hy haar werd aangebooden, beschryft coxe op deeze wyze. ‘Catharina de II trad te voorschyn met een langzaamen en staatlyken tred, grootsche houding, het hoofd opsteekende, en geduurig ter regter en slinkerhand, onder het voortgaan, buigende. Eenige schreden in de Hofzaal gevorderd, hieldt zy stil, en sprak, met groote minzaamheid, de vreemde Staatsdienaars aan, terwyl deeze haare hand kuschten. Zy deedt nog eenige stappen, en wy werden elk, hoofd voor hoofd, door de Vice Kanselier osterman, der Keizerinne aangeboden, en hadden de eer om haare hand te kusschen. De Keizerin was, volgens haare doorgaande gewoonte, in Russisch gewaad, bestaande uit een rok met een korten sleep, en een jak met mouwen tot de vuist komende, gelyk een Polenaise, dit jak was van Stof met Goud, en de rok van ligt groene Zyde: haar hair was niet hoog opgemaakt, en dun met poeder bestrooid; haar kapzel was ryklyk met Diamanten omzet, 't blanketzel was niet vergeeten. Haar persoon, schoon eer beneden dan boven de middelbaare grootte, is vol Majesteit, en haare houding, inzonderheid als zy spreekt, drukt teffens agtbaarheid en vriendlykheid uit.’ De gewoone Leevenswyze der Keizerinne, uit verscheide berigten opgemaakt, stelt coxe ons, in deezer voege, voor. ‘Zy staat doorgaans ten zes uuren op, en is tot | |
[pagina 27]
| |
acht of negen uuren bezig met haaren Staatssecretaris. Ten tien uuren gaat zy voor 't Toilet, en, terwyl zy gekapt wordt, komen de Staatsdienaars en de Aide de Camps, wier beurt het is, hunne opwagting maaken, en bevelen ontvangen. Omtrent elf uuren gekleed zynde, zendt zy om haare Kleinkinderen de jonge Prinsen alexander en constantyn, of gaat ze zelve zien. Vóór het middagmaal ontvangt zy een bezoek van den Groot Hertog en Hertogin, en zit meest voor één uur aan tafel. Altoos heeft zy 's middags gezelschap ten maaltyde, doorgaans negen Persoonen, bestaande uit Generaals, Hoföfficieren, een Kamer- en Staat-Dame, en twee of drie Russiche Edellieden, door haar genoodigd. Haare Keizerlyke Hoogheden houden driemaal ter week met haar het middagmaal, op welke dagen het gezelschap tot achttien aangroeit. De Kamerheer, wiens beurt het is, en altoos tegen over den Keizer zit, snydt een schotel, dient van dezelve de Keizerin voor, eene oppassing, die, eens beleefd aangenomen zynde, niet weder herhaald wordt; haare Majesteit is zeer maatig in 't eeten, en zit zelden meer dan één uur aan tafel, gaat na haare eigene kamer, en omtrent drie uuren doorgaans na haare Boekery in de Hermitage. Ten vyf uuren begeeft zy zich na den Schouwburg, of op een byzonder Concert, en als 'er in den avond geen Hof is, heeft zy eene Speelparty. Zelden eet zy 's avonds, verlaat het gezelschap ten half elf, en begeeft zich meest voor elf uuren ter ruste.’ Schoon het reeds verloopen Jaarsaisoen den Heer coxe geen verre tochten buiten de Hoofd - en Hofstad toeliet, bezogt hy nogthans de Keizerlyke Paleizen Sarsko - selo, Oranienburg en Peterhof, en geeft een voldoend berigt van die Lustplaatzen. - Desgelyks vervoegde hy zich na Kroonstad, de Havenplaats der Russische Vloot, by 't berigten van welke hy een naauwkeurig verslag geeft van de Russische Zeemagt, derzelver opkomst, verwaarloozing en weder in standbrenging, teffens zyne gedagten mededeelende over de belemmeringen, om Rusland, hoe zeer het ook de Scheepsbouwstoffen in overvloed bezittende, tot eene ontzaglyke Zeemogenheid te maaken. - Het Kasteel Schlusselburg, de vermaarde Russische Staatsgevangenis, bleef door coxe niet onbezogt, en verschaft stoffe tot een' Brief. In deezen hadt hy meermaalen van peter den III moeten spreeken; dit leidt hem op tot de Ryksomwenteling, die de tegenwoordige Kei- | |
[pagina 28]
| |
zerin ten Throon hief, en gelegenheid gehad hebbende, om deswegen byzonderheden op te doen, strekkende om dien afgezetten Vorst, en de thans regeerende Heerscheresse aller Russen, nader te doen kennen, als mede het beloop dier Ryksomwentelingen te ontvouwen, vinden wy, in eenige volgende Brieven, die zeldzaame Gebeurtenis beschreeven op eene vry uitvoerige en treffende wyze. - Coxe gaat voort met de gedreigde Opstanden, om catharina van den Throon te berooven, te boeken; en onder andere de pooging om ivan op denzelven te heffen: met een Berigt van de Lotgevallen van dien ongelukkigen Prins, en diens Gezin. - En vermeldt de laatste Brief deezes Deels, hoe verscheide Persoonen zich voor peter den III uitgegeeven, en het met den dood bekogt hebben; in 't byzonder den geweldigen Opstand op diens naam verwekt door yemelha pugatcheff, hier zo keurig als ergens beschreeven. Dit is de korte inhoud en 't beloop der Brieven in dit Deeltje voorkomende. De meeste aangeduide byzonderheden zyn te breedvoerig voor ons bestek, om overgenomen te kunnen worden. - Dan, ons herinnerende, dat wy, by de aankondiging van het Tweede DeeltjeGa naar voetnoot(*), ons woord eenigzins gegeeven hebben, om van den Russischen Adel den Leezeren onzes Maandwerks iets te vermelden, denkende daar toe wel gelegenheid te zullen vinden, als wy met onzen Reiziger Petersburg bereikt hadden, zullen wy ons van deeze belofte kwyten; coxe, gemeenzaam met hun verkeerd hebbende, geeft deeze schets van hunne Leefwyze. ‘De Russische Adel, te Petersburg, steekt niet min dan die te Moscow uit in vriendlykheid omtrent de Vreemdelingen. Men had ons niet voorgesteld aan een Persoon van rang of middelen, of men beschouwde ons in het licht van gemeenzaame Vrienden. Veelen van den Adel houden open tafel, ééns aan dezelve genoodigd zynde, mag men dit aanmerken als eene noodiging voor altoos. Het éénige, noodig hier by in agt te neemen, is, 's morgens te laaten vraagen of de Heer des Huizes 's middags t'huis eet; dit zo bevindende, vervoegen wy ons, zonder eenige verdere pligtpleeging, 's middags aan tafel. Hoe dikmaaler wy ons aan deeze gastvrye tafels vervoegen, hoe welkomer gasten; altoos schynen wy te verpligten, in stede van verpligt te worden. | |
[pagina 29]
| |
Met groote ryklykheid en in goeden smaak, zyn de tafels gedekt; schoon de Russen, over 't algemeen, de keurigheden der Fransche Kookery hebben aangenomen, versmaaden zy, nogthans de Vaderlandsche spyzen niet, noch verwerpen het voedzaame onzer Engelsche opdissching. De eenvoudigste zo wel als de uitgeleezenste Schotels kwamen uit afgelegene Oorden. Dikwyls heb ik, op een en dezelfde tafel, Visch uit de Volga, Kalfsvleesch van Archangel, Schapenvleesch van Astracan, Ossenvleesch uit de Ukraine, en Phaisanten uit Hongaryen en Boheme, gezien. De gewoone Wynen zyn Claret, Bourgondie en Champagne, en nooit dronk ik Engelsch Bier en Porter beter en overvloediger. - Voor den maaltyd, zelfs in huizen van Heeren van den eersten rang, staat, in een hoek der Eetzaale, een klein tafeltje, gedekt met Schoteltjes Kaviaar, gedroogde en gezoute Haring, gerookte Ham of Tong, Brood, Boter, en Kaas, benevens eenige Vlessen met onderscheiden Liqueurs: zeer weinigen van het gezelschap, de Dames niet uitgezonderd, lieten na, iets van dit alles te proeven. - Deeze gewoonte heeft veele Reizigers doen schryven, dat de Russen, eer zy aan tafel gaan, vlessen vol Brandewyn ledigen. Wat de gewoonte by het gemeene volk is, in deeze byzonderheid, kan ik niet bepaalen, doch, onder den Adel, zag ik nimmer de minste schennis van de striktste soberheid. Dit gebruik, om Liqueur voor den eeten te neemen, is, aangemerkt de kleinheid der glaasjes daar toe gebezigd, eene zeer schuldlooze verfrissing, en geeft geene de minste aanleiding tot dronkenschap. Voorwaar, de Russen verschillen van de Franschen alleen daar in, dat de eersten een glas Liqueur vóór het het eeten drinken, en de laatsten 't zelve, naa het eeten gebruiken. Het gewoone uur des middagmaals is ten drie uuren, men neemt op 't zelve veelal de Fransche wyze van doen in agt: de Wyn gaat onder den maaltyd rond; de tafel is niet afgenomen, of het gezelschap begeeft zich in eene andere kamer, en word oogenbliklyk met Koffy voorgediend. De Heeren blyven niet, gelyk in Engeland, onder hun vles zitten; terwyl de Dames in eene andere kamer gaan. Veele van den Adel ontvangen ook alle avonden gezelschap op eene zeer gemeenzaame wyze. Omtrent zeven uuren komt men zamen, eenige speelen, zommige praaten, andere dansen. Onder andere verfrissingen, boodt | |
[pagina 30]
| |
men, niet min ryklyk dan in Engeland, Thee aan. Ten tien uuren, begon het Avondëeten, en het gezelschap scheidde doorgaans tusschen elf en twaalf uuren. 't Is geen grootspraak, als ik zeg, dat wy, geduurende ons verblyf in deeze Stad, alle avonden eene Party van deeze soort zouden kunnen bywoonen; en deeden wy het altoos, wy zouden altoos hartlyk welkom weezen. Te deezer oorzaake is 'er misschien geene Hoofdstad in Europa, uitgenomen Weenen, waar men het den Vreemdeling aangenaamer maakt, dan te Petersburg. De Huizen der Edellieden, zyn met fraay Huisraad voorzien, de vertrekken, waar in zy gezelschap ontvangen, zyn allerpragtigst. Men volgt den smaak van Londen en Parys, en de nieuwe Modes komen 'er zo schielyk te voorschyn, als in die Hoofdsteden. By eene voorgaande gelegenheid, heb ik u de wyze van groeten der Boeren en des Gemeenen Volks beschreeven, en zal hier melden hoe dit, onder Lieden van hooger rang, toegaat. De Heeren buigen zich zeer diep; de Dames buigen het hoofd, in stede van nygen. Zomtyds kusschen de Heeren de hand der Dames, als een teken van eerbied, in veele Landen gebruiklyk. Indien de ontmoetende partyen elkander wel kennen, of van gelyken rang zyn, ook wanneer eene Dame een Compliment aan een Heer wil maaken, begroet zy hem op de wang, terwyl hy haar hand kuscht. Dikwyls bedient hy zich, wanneer zy gereed is om zyn wang te kusschen, van die gelegenheid, om haar op die wyze te begroeten. Menigmaal heb ik dit zien doen en herhaalen ten Hove, en op andere Assemblees. Indien de Heer van hoog aanzien is, biedt de Dame eerst aan, zyne hand te kusschen, 't geen hy voorkomt, door haar op de wang te zoenen. De Mannen, inzonderheid Bloedverwanten, groeten elkander op deeze wyze, ieder 's anderen hand ten zelfden tyde kusschende, en naderhand de wang. De Russen voegen, by hunne gewoone wyze van aanspreeken, nooit eenigen Tytel of benaaming van Waardigheid voor de Naamen; maar lieden van allerlei rang, zelfs die van de grootste, noemen elkander by den Doopnaam, waarby zy des Vaders naam voegenGa naar voetnoot(*). Groote | |
[pagina 31]
| |
Familiën zyn in 't algemeen onderscheiden, door eenen Bynaam, als de Familie van romansof, galitzin, shermetof, enz. Een Vreemdeling, die ooit ondervonden heeft, de groote maate van beschaafdheid en smaak, doorstraalende in den gewoonen ommegang en de Zeden des Russischen Adels, zo wel als op hunne Vermaakpartyën en Assemblees, zal zich verwonderen zulks aan te treffen by een Volk, 't welk peter de groote, naauwlyk zestig jaaren geleeden, Gezelschapswetten moest voorschryvenGa naar voetnoot(*).’ De Heer coxe, die verscheide Hofdagen te Petersburg bywoonde, in welker beschryving wy altoos een verslag van de Kleeding, het Voorkomen en 't Gedrag der Keizerinne aantreffen, vermeldt, onder andere byzonderheden: ‘De rykdom en luister van het Russisch Hof, gaat alle denkbeelden, welke de uitvoerigste beschryving kan geeven, verre te boven. Het behoudt veele overblyfzels van de Asiatische pragt, gepaard met de Europische verfyning. Een ontzaglyke stoet van Hovelingen ging altoos de Keizerin voor, en volgde dezelve; de kostlykheid en luister der Kleeding, de veelvuldigheid der Edelgesteenten, schepten een glans, waar van de grootheid der andere Hoven slegts een flaauw denkbeeld kan opleveren. De Hofkleeding der Heeren is in den Franschen Smaak; die der Dames bestaat uit een Tabbaart en Onderrok, met een kleine Hoepel; de Tabbaart heeft lange mouwen en een korte sleep, en is van een verschillende kleur met den Onderrok. De Dames draagen, naar de gewoonte van den Winter des Jaars MDCCLXXVII te Parys en Londen, zeer hooge Kapzels, en waren niet spaarzaam in 't gebruik van blanketzel. ‘Onder verscheiden kostbaarheden, die den Rassischen Adel onderscheiden, is 'er geen meer geschikt om een Vreemdeling sterk in 't oog te loopen, dan de overvloed | |
[pagina 32]
| |
van Diamanten en andere kostbaare Gesteenten, die allerwegen op hunne kleeding schitteren. In de meeste andere Europische Landen zyn deeze kostbaare cieraaden, (uitgenomen by eenige weinigen van den voornaamsten Adel) meest geheel en al voor de Dames bestemd; doch hier dingen de Heeren met de schoone Sexe, om den voorrang in derzelver dragt. Veelen van den Adel waren als met Diamanten bedekt, hun Knoopen, Gespen, Degengevesten, en Epaulets, bestonden uit die kostbaare stoffe; hunne Hoeden waren menigmaal, als ik my zo mag uitdrukken, bezet met verscheide ryen Edelgesteente, en een Diamante Star op 't kleed, was naauwlyks iets onderscheidens. - Deeze zugt voor Juweelen schynt door te dringen tot laagere rangen; byzondere Burgerfamiliën bezitten ze in overvloed, en de Vrouw van een gemeen Russisch Burger vertoont zich met een hoofdstel of gordel van Paarlen en andere kostbaare Gesteenten, ter waarde van twee of drie duizend Ponden Sterling.’ |
|