| |
| |
| |
Geschiedkundige bedenkingen over de verscheide oorzaaken, welke het haare toegebragt hebben tot den gelukkigen staat van kennis en beschaafdheid, in Europa.
(Uit het Engelsch.)
De Barbaarsche Volken uit het Noorden hadden, in de Vierde en Vyfde Eeuwe, in Spanje, Frankryk, Engeland en in Italie zelfs, de Landschappen, den Romeinen ontweldigd, andermaal tot Koningryken gevormd. Maar de gedaante der Regeeringsvorm, de doorgestaane Oorlogen, de verwoestingen, daar uit voortgekomen, gepaard met de schriklyke wreedheid waar mede de nieuwe Bezitneemers deeze Landen verwoestten by de bezitneeming, de arme Ingezetenen by millioenen slachtende in het woeden van hun euvelmoed, spanden alle zamen om de nieuw gegrondvestte Koningryken zeer te verzwakken.
Het Land, van Landbouwers ontbloot, lag onbebouwd, alles groeide 'er in 't wild op, en werd, in 't einde, overdekt met zwaare bosschen, de woonplaatzen van verscheurende wilde Dieren, en de schuilhoeken voor Roovers. De Meiren en Rivieren, voortyds door welbezorgde oevers en dyken bepaald, braken thans door deeze hinderpaalen van menschenvlyt heen, en overstroomden de Landeryen, weleer voor derzelver vernieling beschut, en bleeven deeze wateren 'er zo langen tyd op staan, dat ze in stinkende poelen, met de schadelykste dampen vervuld, veranderden. Met één woord, de Landstreeken, door Volkrykheid. Beschaafdheid en Weelde, tot een hoogen top verfraaid, veranderden in een woeste wildernis, bykans geheel nutloos voor den Mensch.
Steden, weleer de Zetel van Nyverheid, Kunsten en Koophandel, werden geplunderd, der vlamme ten prooije gegeeven, en de weinig overgebleevene Inwoonders, op de droeve ruïnen, het verlies hun voorgaanden voorspoeds beweenende, onderwierpen zich, met door druk verlaagde zielen, aan hunne onbeschofte Overwinnaaren.
Wat Wet en Regt aanbelangt, deeze waren, ten dien tyde, geheel uit Europa gebannen. Ieder Man van moed, lichaamssterkte, bedreeven in den Wapenhandel, en het paardryden, die invloeds genoeg bezat om een hoop dier
| |
| |
zwervenden te verzamelen, werd hun Hoofd, en beroemde zich als hy het yzeren juk van Slaaverny en Verdrukking, heinde en ver, op de schouderen kon leggen. Deeze kleine Dwingelanden, (welker aantal magtig groot was,) zaten in hunne Kasteelen, en beweezen, by zekere gelegenheden, hulde aan een Souverain, bykans zonder Magt en Gezag, terwyl elk van zyn ongebonden hoop zodanige geweldenaaryen pleegde, als hy kon, op de rest des volks, door arbeid en dwinglandy thans byna uitgeput.
De Paapery, met derzelver bygeloovige plegtigheden, verbanden den Godsdienst, en tevens den heilzaamen invloed, daar van te verhoopen. In stede van god in geest en waarheid te dienen, voerde men den Dienst der Heiligen in; Boetedoeningen, Lichaamskastydingen, het verrigten van overtollige Werken, en de kragt der Aslaaten, bekleedden de plaats van Deugd, Braafheid en Heiligheid des leevens. Alle vryheid van denken was geheel verbannen door den invloed van heirlegers van Monniken, en het dreigend gelaad eener trotsche en banblixem schietende Kerkheerschappy. Ontelbaare voorgewende Wonderwerken, en eindelooze schoolsche Geschillen, voltooiden dit jammerhartig Stelzel van barbaarschheid en Godsdienstschennis. Het Zedebederf kroop door alle rangen van Menschen heen, van den Vorst op zyn Throon, tot den Monnik in zyn Cel, en den Priester voor 't altaar, afdaalende: en van daar weder opklimmende tot de Abten, Bisschoppen, en het Hoofd der Kerke, dat zyn Pauslyk gezag door vervolging, verraad en moord, staande hieldt. Geen de minste vonk van kennis bespeurde men in 't Christendom. De Grooten konden zelden leezen, en nog veel schaarscher schryven.
Goede Smaak, Kunsten, Welvoeglykheid, kon men niet verwagten in de verwoesting, de duisterheid en barbaarschheid, welke het gelaad van geheel Europa bedekte. De arme verdrukte slaaf, op 't land, zyn jammerstaat beweenende, leidde, om zo te spreeken, een enkel dierlyk of zelfs groeijend leeven. In de weinig overgebleevene Steden woonden de Burgers desgelyks beroofd van hunne Vryheid, en blootgesteld aan alle de verdrukkingen van de groote Leenhouders, van de Kroon en hunne Leenmannen, welke de grilligheid, de onbeschoftheid, en de trots van een Barbaar ten eenigen tyde kon verzinnen. Alle de schrikbaarende uitwerkzels van de onbeteugeldste driften, gekoesterd en gevoed door ongebondenheid, dron- | |
| |
kenschap, gierigheid, wraak, en bygeloof, vindt men geboekt in de weinige overgebleevene ruwe Jaarboeken en Aantekeningen deezer ongelukkige Eeuwen. De Wysgeer, de Menschenvriend, voelt zich door schrik getroffen op het gezigt der diepte van vernedering en elende, waar toe het Menschdom kan nederzinken, door mangel aan onderwys, en door Zedelyk, zo wel als Staatkundig, bederf. - Maar, dit Tafreel beschouwende, zal hy natuurlyk, aan den anderen kant, opgeleid worden tot de overweeging der middelen, welke eene Alwyze Voorzienigheid met meer dan vaderlyke tederhartigheid aangewend heeft, om de Menschen te rug te brengen tot dat geluk in 't Burgerlyk leeven, waar toe zy oorspronglyk geschikt zyn. In de daad, het zyn deeze geweldig woelende Driften, deeze Geestdryvende begrippen, die grillige Bygeloovigheden, door welke de Oorsprong van ons Bestaan ons wederbragt op de paden van Kennis, van Deugd, en tot een staat van uitsteekend Geluk.
Te Constantinopole, in 't Oosten, hadden de Godgeleerde Geschillen der Geestlykheid en de Eerzucht der geenen, die na de Keizerlyke Waardigheid dongen, dezelfde groove onkunde en zedeloosheid by lieden van allerlei rang en staat ingevoerd: en in de andere gedeelten van Asie, waren de Arabische Caliphs, of Opvolgers van mahometh, ingevolge hunne wellustigheid, werkloosheid, en het onstaatkundig aanneemen eens aantals Veldheeren van Turkschen bloede, in hunne Koningryken en ten hunne Hove, in nietsbeduidende Priesters veranderd.
Syrie en Palestina waren, zints lang, onderworpen geweest aan Arabische Vorsten, die, in den staat van beschaafdheid, welke zy, ten dien tyde, bereikt hadden, de Christenen, in die Gewesten, zeer gemaatigd behandelden. Staatkunde, en Geldzugt deeden hun de Bedevaardgangers uit het Westen, door bygeloof, in menigte na deeze gewesten gedreeven, om het Heilige Graf te bezoeken, zeer gunstig ontvangen. Maar de Seldehukidiaansche Turken begonnen, zo uit bygeloof als uit wantrouwen op deeze Bedevaarten, die langs hoe veelvuldiger en talryker wierden, de Christenen te verdrukken en de Bedevaardgangers kwalyk te behandelen.
Deeze dagelyks aangroeiende bezwaaren kwamen hildebrand, Bisschop van Rome, groot genoeg voor, om hem aan te zetten tot het oproepen des geheelen Christendoms, om den Oorlog te voeren tegen de verdrukkers der Chris- | |
| |
tenheid. Maar de twisten, waar in gregorius de VII, door zyn trots en heerschzugt hem in Europa hadden ingewikkeld, belette hem de op de been gebragte Legermagt zelve aan te voeren. Kort hier op viel het voor, dat een geestdryvend Priester, by de Naakomelingschap bekend onder den naam van peter den heremiet, ooggetuigen was van de ongelyken en verdrukkingen, onder welke de Christenen in het Oosten, zo wel als de Bedevaardgangers, gedrukt gingen. Zyne eigene verhitte verbeeldingskragt, de overreedingen des Patriarchs van Jerusalem, en de goedkeuring van Paus urbanus, wekten hem op om alle de Landen van Europa door te trekken; met traanen in de oogen, het bygeloovig volk aanzettende, om wraak te oefenen over de vyanden des Christendoms. Allen, tot Kinderen toe, waren vervuld met eene heilige woede, en het volk schoolde by hoopen zamen, om deel te neemen in deezen verdienstlyken tocht. Duizenden kwamen elendig om 't leeven, en de Christenen werden, naa het doorstaan van de grootste moeilykheden, bezitters van een woest land, zonder landbouw, zonder inwoonders; doch waar in Jerusalem, Bethlehem, Nazareth, en andere voor heilig gehoude Plaatzen, lagen; Constantinopole, met Cyprus en Griekenland, vielen in de handen der Europische Christenen. - Deeze geweldig groote uittochten, egter, van Christenen, vervuld met een bygeloovigen
yver, welke den geheelen loop hunner doortocht met de schriklykste misdryven, en de schandlykste daaden merktekende, bestonden, voor 't meerendeel, uit de heffe der aarde - deeze Uittochten, zeg ik, strekten tot oorzaak eener Omwenteling door geheel Europa, gepaard met gevolgen van een te gewigtigen aart, om ongemerkt by een eenigzins diepdenkenden door te gaan.
De Edelen, na 't Heilig Land getrokken, de Prinsen en hunne Souverainen, hadden Geld noodig om zich tot die tochten toe te rusten, en op dezelve te onderhouden: ingevolge hier van, verkogten zy de Voorregten, waar van zy, tot dus lange, een slegt gebruik gemaakt hadden tot verdrukking hunner elendige Onderdaanen. Aan duizenden verleenden zy Vryheid voor Geld, en schonken aan ontelbaare Steden groote vrydommen; onder andere de magt, om hunne eigene Overheden uit zich zelve te kiezen, om zich naar eigene Wetten te bestuuren, om Belastingen, naar eigen goedvinden, te heffen, en zichzelven te verdeedigen. Elk Burger mogt nu de middelen, door
| |
| |
hem verkreegen, naa zyn dood, den geenen, wien hy wilde, bespreeken; trouwen, zonder vooraf verlof van zyn Leenheer te vraagen; naar verkiezing zyne Kinderen opvoeden, en, in Pleitgeding ingewikkeld, de zaak met Party vinden, zonder de Geldboeten te betaalen aan het Leenhof voor eene uitspraak daar nooit geweezen: de Kooplieden en Kunstenaars vonden zich ontslaagen van de ondraagelyke verdrukking, om gaven en andere opofferingen toe te brengen, welke men hun voortyds afknevelde. Vóór dit tykperk, verscheenen de Groote Leenheeren alleen op de Volksvergaderingen, als den Staat verbeeldende; maar thans werd dit voorregt geschonken aan veele Steden en Plaatzen, om een tegenwigt te maaken van de al te zeer overweegende magt der groote Leenmannen en Edelen. In de daad, men bespeurde welhaast, dat deeze nieuwigheden gepaard gingen met de wenschlykste gevolgen, voor het algemeen welzyn des Menschdoms.
De Burger, thans verzekerd, dat hy zy zelve en zyne Kinderen, de vrugten van zynen arbeid zouden inöogsten, vondt zich opgewekt, om, met verdubbelden yver, te werken. De Koopman braveerde, met nieuwen moed, de hachlykste gevaaren, en waagde, door hoop op winst aangevuurd, lyf en goed, op de wateren; en ieder een, van welk een beroep ook, wendde alle zyne gedagten derwaards heen, om, door vlytbetoon, bekwaamheid en volstandigheid, een eerlyk bestaan te hebben.
Tot te grooter gerustheid der Burgeren, hielden de voorheen geduurige vyandlykheden en oorlogen der groote Leenmannen op, en de Burgerlyke Vrede werd allerwegen hersteld. - Men vond het noodig, Regters te benoemen, tot het oeffenen van Regtvaardigheid. Ten dien einde voerde men Wetten in, omtrent gevallen, nooit voorheen bepaald; men nam de toevlugt tot het lang vergeeten Romeinsche Wetboek, om 'er de beginzels van Billykheid en Regt uit te haalen, die zo lang in een vergeeten hoek verschooven gelegen hadden. Uit het Kerklyk Regt, ontleende men grootendeels de regelen der pleitgedingen, behalven veele andere inrigtingen: dewyl de Geestlyken van de weinige kennis, in dat tydvak, der wereld overgelaaten, als 't ware, een uitsluitend bezit hadden. Het schandelyk gebruik, om geschillen, door Tweegevegten, te beslissen, welke men, Godslasterlyk, gods Oordeelen noemde, werd afgeschaft, en men voerde het beroepen op hooger Geregtshoven, in.
| |
| |
Europa begon nu allengskens de gezegende vrugten te plukken van de jonge scheuten der Vryheid, zo kortlings geplant. Uit het Oosten, de oude kweekschool van Konsten en Weetenschappen, kwam voor de tweede keer, door middel der Kruistochten of Heilige Oorlogen zelve, nieuw licht om het verstand der menschen op te schranderen, nieuwe Kunsten en Handwerken om de Ledigheid uit Steden en Plaatzen te verbannen, nieuwe Planten en Dieren om den Landbouw te verbeteren. - In Italie hadden de Genueezen, met de Venetiaanen en het volk van Pisa, door hunne Schepen aan de Kruisvaarders te verhuuren, en deel in den buit te bedingen, zich zeer verrykt, en hier door niet alleen eene allerschoonste gelegenheid, om het getal hunner Schepen aanmerkelyk te vergrooten; maar ook om kennis te krygen van de Plaatzen, waar zy Zyde, Katoen, Speceryen, en alle Oost-Indische Koopwaren, gemaklyker dan over Constantinopole, konden krygen: binnen korten tyd, geraakten zy, met de overige vrye Staaten in Italie, alleen in 't bezit ven den ganschen Handel niet alleen op de Middellandsche, maar ook op de Zwarte, Zee. - Zelfs de Steden van Duitschland, langs de kusten van den Duitschen Oceaan en de Baltische Zee gelegen, gingen eene Verbintenis aan, om haaren Handel uit te breiden en te beschermen; een Verbond, Hanse geheeten, een woord in 't Oud Duitsch, zo veel zeggende als Verbintenis. De Grieken en de Arabieren verschaften desgelyks aan de Europeaanen verscheide gelegenheden, om nieuwe Weetenschappen en Kundigheden op te doen: en, schoon deeze ingegrifde Wysheid door de Christenen meest gebruikt
wierd in den Godsdienst en bespiegelende Wysbegeerte, begon, nogthans, de Geleerdheid eene geregelde bezigheid te worden, by de Volken in 't Westen. Openbaare Schoolen werden 'er opgerigt, de Geleerden kreegen een rang, en andere voordeelen: by trappen brak de dageraad der Weetenschappen allerwegen aan: en deeze bereidde de ruwe en in barbaarschheid gedompelde Westelyke Wereld, langen tyd vóór de Hervorming, tot dien staat, waar in de Geleerdheid zich tegenwoordig vertoont, tot den toeneemenden geest van Verdraagzaamheid, en het vrye Onderzoek, 't welk onze dagen kenmerkt.
In Palestina en Spanje, hadden de ruwe Krygsknegten, onder de Christenen, veelvuldige gevallen, waar in zy de grootmoedigheid, dapperheid en heuschheid der Saraceen- | |
| |
sche Ridders ondervonden. Alle deeze hoedanigheden zetten iets zo groots en luisterryks by aan de bovengemelde Ridders, dat de Christenen het zich eene eere rekenden, niet alleen hun, in elke byzonderheid, te volgen, maar zelfs voorby te streeven, bovenal in hunne verkleefdheid aan den Godsdienst; in hunne verdeediging der verdrukte Onschuld; in hun diep ontzag voor de Waarheid, en Beleefdheid van Zeden. De grondslagen van waare Eer, de meerdere Menschlykheid met welke de Oorlogen thans gevoerd worden, de Beschaafde handelingen van vyand jegens vyand, waar van wy, in onze dagen, de gelukkige ondervinding meermaalen gehad hebben, te midden van de verschriklykheden, onafscheidenlyk eigen aan den Oorlog, zyn, met de daad, de vrugten van de Doolende Ridderschap dier tyden.
Dit alles zamengenomen, bragt, buiten tegenspraak, veel toe, om 's Menschen geest te ontslaan van die ketens des bygeloofs, der onkunde en werkloosheid, welke dien tot nog toe kluisterde. Ieder mogt nu na kennis en onderrigting staan, zonder voor vuur en zwaard, als de straffe hunner stoutheid, te vreezen. Een dorst na Kennis verspreidde zich over geheel Europa, en het Gemeen betoonde eene geneigdheid tot verhaalen en berigten, vreemde en vergelegene Landen betreffende, en tot Reisbeschryvingen, verslag geevende van de zeldzaame ontmoetingen, in vreemde Gewesten.
De vaststelling van het geruster bezit des eigendoms, van een ieder, moedigde den Koopman aan, tot nog grooter onderneemingen, om het doen van de gevaarlykste reistochten. - De begeerte om de Kennis van den Christlyken Godsdienst te verspreiden, geheele Landen en Volken aan christus en den Roomschen Paus te onderwerpen, bleef steeds een kragtig drangmiddel, om nieuwe Reizen na verre Landen te onderneemen. - De geest des Doolenden Ridderschaps desgelyks, en de zugt, om Heldendaaden in den Oorlog te verrigten, die een altoosduurenden roem op de volvoerders dier daaden drukten, bewoog niet weinigen, om in de wydstafgelegene oorden om te zwerven.
Der Italiaanen toeneemende Handel, gepaard, met groote vorderingen, welke zy maakten in de Kunsten, zo wel als de groote voordeelen behaald door de Kooplieden der Hanse-Steden, wekten, van tyd tot tyd, verscheide onderneemzieke geesten op, om Reizen aan te vangen, die,
| |
| |
de toenmaalige onkunde van vreemde Volken en Landen in aanmerking genomen zynde, veel gevaarlyker waren, dan tegenwoordig. De gewigtige ontdekking van de Kompasnaalde, voor de Zeevaard, schonk nieuwe voordeelen aan die Kunst, en voegde veel toe aan de kundigheden van Landen en Volken: daar de Zeevaarenden voortyds het naauwlyks hadden durven waagen buiten 't gezigt van 't strand te gaan, zeilden zy nu stoutmoedig de wydste Zeeën over. Zelfs, indien men de dagtekening van deeze Uitvinding zo vroeg als het Jaar MCC stelle, vinden wy, dat het Kompas, omstreeks dien tyd, zo algemeen bekend was, dat de Visschers van de Orkneys Eilanden, honderd tachtig jaaren laater, te weeten, omtrent het Jaar MCCCLXXX, het zelve gebruikten.
De onmeetelyke Rykdommen, welken de Italiaanen verkreegen hadden door de Oost-Indischen Handel in handen te hebben, de kunde en bedreevenheid door hun in de Zeevaard verkreegen, als mede de onderrigtingen wegens verre afgelegene Volken door hun verworven, bereidde de Wereld tot die groote en gewigtige ontdekkingen, en de omwentelingen daar aan vast, welke aan Europa, en het Westerdeel der wereld, eene geheele andere gedaante gaven.
Het inneemen van Constantinopole, 't geen de Turken eindelyk, onder mahometh den II, gelukte, verspreidde de Grieken in verscheide deelen der wereld. Eenigen deezer begaven zich in Italie; hunne Geleerdheid, Kunsten en Handwerken medevoerende. Dit toeval diende eenigermaate om de Kennis van het Volk, onder 't welk zy zich onthielden, te vermeerderen, derzelver Smaak te verfynen, groote volkomenheid aan de Handwerken by te zetten, als mede aan de Zeevaard. Aan de Westersche Volken, die, door hunne overwinningen zo wel, als door hunnen handel, zich steeds over den Aardbodem wyder en wyder uitbreidden, diende de groote en toeneemende magt der Turken, tot een soort van Barriere, die onoverkomelyke hinderpaalen, om verder Oostwaard door te dringen, hun in den weg lagen. Hier door vonden zy zich genoodzaakt hun Zeevaard, Handel en Ontdekkingen van het Westen, ten Noorden en Zuiden uit te breiden, in welke oorden zy die hindernissen niet ontmoetten: een bestaan desgelyks, in 't einde, met een gelukkigen uitslag, bekroond.
|
|