voor dat gy het ontdekt hebt, met welken grond van reden kunt gy dan klaagen, dat een ander, door die zelfde middelen, zich uit die verlegenheid redde?
Laura trekt my ter zyde af, met een houding, die iet geheimzinnigs aanduidt, en luistert my in 't oor, dat ze welhaast zal trouwen aan een Heer van het eerste aanzien en middelen; doch legt my op, des niet te reppen: dewyl hy zo grillig is, dat hy, de ontdekking zyns voorgenomen Huwelyks bemerkende, zyn voorneemen zou staaken. Op het oogenblik, dat zy my verlaaten heeft, vergaderen zich rondsom my twintig andere vertrouwden, om my te vertellen 't geen ik zo wel weet als zy. Laura ontdekt, dat haare Egtverbintenis het nieuws van den dag is, en ik bevind my, hoe zeer tegen myn dank en onschuldig, onder een hoop snappers en verpraaters gerekend.
Wees, nogthans, bestendig op uwe hoede; want schoon gy met de daad een éénig Vertrouweling zyt, gy kunt u in gevaar vinden van de listige Nieuwsgierigheid van zommigen, die, voorgeevende in het vertrouwen van uw Vriend te deelen, uit u een zekere kundschap poogen te lokken van 't geen zy voorheen enkel vermoedden. Dit is een zeer gebruiklyke streek: een valstrik, die alle dagen gespannen wordt, en alle dagen zielen vangt.
Maar, schoon het waar zy, dat het geen aan u toevertrouwd is, ook toevertrouwd werd aan anderen, zulks levert u geene reden op, om het Geheim te ontdekken. Gy zyt nog verbonden, 't zelve met eene onschendbaare Geheimhouding te bewaaren, en zelfs uwe kennis desaangaande te bedekken voor de zodanigen, aan welken de Toevertrouwde het geopenbaard heeft: want het is mogelyk, dat uw onkundig schynen by deeze Persoonen eene omstandigheid van het uiterste aanbelang kan weezen. - Maar, zegt gy, ‘het Geheim is reeds door een ander ontdekt.’ En wat zoudt gy daar uit afleiden? Geregtigt u de Ontrouw van een ander, om Ongetrouw te weezen? Gy hebt een pand ontvangen, en niemand, behalven de Persoon, die het u toevertrouwde, kan 'er u van ontheffen. Hy alleen, die het Geheim u mededeelde, heeft regt, om u van de verpligting tot Stilzwygen te ontslaan. Een Vriendschapsbreuk zelfs kan deeze verpligting niet vernietigen; een Schuldenaar wordt van zyne schuld niet ontheven door met zynen Schuldeischer te twisten. - Welk eene verfoeilyke trouwloosheid is het niet, de wapens, die iemand als een Vriend u schonk, tegen hem als een Vyand te gebruiken! En, hoewel de tedere banden van Vriendschap verbrooken zyn, zyt gy daar door ontslagen van die der Regtvaardigheid en Eere? Het betekent niets, by te brengen, dat, door het verraaden van uw Geheim, de ondankbaare snoodaart uwen haat verdiend heeft, en dat, derhalven, het zyne te ontdekken, niets meer is, dan het geleden Ongelyk vergelden! Hoe verkeerd is de wraak, waar