| |
Voorbeeldlyke en leerzaame leevensberigten, van Mr. Samuel Dyer.
Door Sir John Hawkins.
‘Menigmaalen, en met zo veel vrugts als gronds, bedient men zich van vercierde Geschiedenissen en Romans, om de beste Leevenslessen uit te deelen; dan niemand zal lochenen, dat waare Gebeurtenissen, getrouw verhaald, dat zelfde einde met een nog zekerder uitslag zullen kunnen bereiken; het denkbeeld, het is eene Verciering, het is enkel Mogelyk, 't geen altoos den invloed eens Romans, hoe schoon geschreeven, verzwakt, valt dan weg; op eene daadlyke Gebeurtenis, kunnen die uitvlugten niet gemaakt worden. Dit bewoog ons, om, uit The Life of the late Dr.
| |
| |
johnson, onlangs door Sir john hawkins uitgegeeven, waar in men veele weetenswaardige byzonderheden omtrent andere Persoonen, die eenige gemeenzaame verkeering met den beroemden johnson hadden, aantreft, de volgende Leevensberigten van Mr. samuel dyer, over te neemen. - Leevensberigten wel een Heer betreffende, die zich geen Naam gemaakt heeft, maar wiens Gedrag de gewigtigste Leevenslessen oplevert: daar zy het hachlyk gevaar doen zien, van in 't minste af te wyken van de vroege Voorschriften en Opvolging eener Godsdienstige Opvoedinge, en toonen dat deeze afwykingen, hoe gering ze in den eersten opslag mogen schynen, by nauwlyks merkbaare stappen, opleiden tot eene Losheid van Beginzelen, en Ongebondenheid van Gedrag; als mede, hoe een Man, met de best aangekweekte en de meestbeloovendste bekwaamheden, als hy de ooren stopt voor de stem des Geweetens, en geheel bedagtloos wordt, omtrent de vroegere Deugdzaame Jaaren, waarschynlyk onder de harde Slaaverny der ongerelde Driften zal moeten bukken, en het gewigt van opeengestapelde elenden voelen.’
Mr. samuel dyer was de Zoon eens voornaamen Juweliers te Londen, die, door schranderheid en vlyt, een ruim bestaan hadt. De Vader behoorde, gelyk mede de Moeder, tot de Dissenters, en staken uit in waare Godsdienstigheid. Zy waren Leden van Dr. chandler's Gemeente in Old Jewry. Hun jongste Zoon samuel, wiens Leevensberigt ons thans te geeven staat, werd opgevoed door den Hoogleeraar ward, ten tyde dat deeze byzondere Lessen hieldt by Moorfields; van hier vertrok hy, dewyl zyn Vader hem tot den Predikdienst onder de Dissenters geschikt hadt, na de kweekschool van Dr. doddridge, te Northampton. Daar zyne Leeroefeningen volbragt hebbende, begaf hy zich na Glasgouw, om van hutcheson onderwys te ontvangen in de Schriften der Grieksche Zedekundigen, en woonde 'er veele voorleezingen by over de Bovennatuur- en Zedekunde. Om dit plan eener Geleerde Opvoeding te voltooijen, liet de Vader, op den raad van Dr. chandler, zyn Zoon na de beroemde Hollandsche Hoogeschool te Leyden trekken, om, over de Hebreeuwsche Taal, den Geleerden schultens te hooren.
| |
| |
Naa eene uitlandigheid van twee jaaren, keerde de jonge Heer dyer weder, alzins bekwaam tot het waarneemen dier Bedieninge, waar toe zyne geheele Opvoeding was aangelegd: zyne Vrienden hadden alle hoope, dat hy, als Leeraar onder de Dissenters, zou uitsteeken. Hy bezat eene meer dan gemeene bedreevenheid in de Schriften der oude Grieken en Latynen, was een groot Wis- en Natuurkundige, wel onderleid in 't Hebreeuwsch, ook in de Fransche en Italiaansche Taalen. By deeze Bekwaamheden, bezat hy een zo aangenaamen aart, en was in zyn ommegang en gesprekken zo zedig en inneemend, dat hy de aandagt en genegenheid van allen, die hem omringden, trok.
Men verwagtte, dat Mr. dyer zich nu zou overgeeven tot het bekleeden van dat Ampt, waar toe eene onbekrompe en kostbaare Opvoeding hem verleend was, en dat hy, niettegenstaande de Dissenters die aanmoedigingen op verre na niet hebben, welke de Leeraars in de Hooge Kerk vinden, als een openbaar Leeraar zou te voorschyn treeden, en blyk geeven van zyne meer dan gemeene bekwaamheden: te meer was dit te wenschen, daar hy, door zyn geduurig bywoonen van den Openbaaren Godsdienst, betoonde smaak in denzelven te hebben, en zyn zedig Gedrag aan 't Character van een Leeraar zo wonder wel voegde. Maar hier toe door my, en door andere zyner Vrienden, aangezet, toonde hy een afkeer van dit te onderneemen; wy begreepen in 't eerst dat zulks uit nederigheid, en wantrouwen op zyne bekwaamheden, sproot; doch ontdekten naderhand een geheel andere bron.
In deezen schynbaaren staat van besluitloosheid, geheel meester van zyn tyd zynde, bedagt zyn Vriend Dr. chandler eene bezigheid, geheel geëvenredigd aan 's Jongelings bekwaamheden. Dr. daniel williams, een Leeraar onder de Dissenters, die, door een aanzienlyk Huwelyk, eigenaar van groote schatten geworden was, en de Grondvester van eene Boekery, ten dienste van de zynen in de Redcros-street, hadt, by Uitersten Wil, bepaald, dat zekere Verhandelingen over Godgeleerde Geschilstukken, en andere Godsdienstige Stukjes, door hem geschreeven, in 't Latyn vertaald, en twee jaaren naa zyn dood zouden worden uitgegeeven. - Dit was onuitgevoerd gebleeven van omtrent het Jaar 1715. Dr. chandler, onder de Bezorgers hier van behoorende, en in staat gesteld, om iemand, dien hy bekwaam tot dit werk oordeelde, des ruim
| |
| |
te betaalen, stelde die taak aan Mr. dyer voor, die dezelve aanvaardde; dan, hy was slegts zeer weinig gevorderd met het afwerken, of het verveelde hem, en het volbrengen der Vertaalinge moest in handen gegeeven worden aan iemand, min afkeerig van Letterärbeid, dan Mr. dyer.
Eerlang bleek het, dat 'er niets te wagten was van zyn Leeraarampt, waar toe geene aanraadingen zyner Vrienden, noch vooruitzigten op voordeel, hem konde beweegen: en hy ontsloeg zich van de banden der naauwgezette Leevenswyze tot nog toe gevolgd. Mr. dyer begon een Man van de Wereld te worden, en besloot, met een bedaard overleg, volop deel te neemen aan de vermaaken en uitspanningen, lieden van dien stempel eigen. Zyn gezelschap, schoon hy eer aan den stillen dan praatagtigen kant was, werd door veelen gezogt, en hy gestaadig genoodigd op middag- en avondmaalen, en bywoonen van kaartpartyën. Dit hervormde hem haast in een Slaaf van uitspanningen, om deeze zyne keuze te regtvaardigen, hadt hy zich zelven diets gemaakt, dat, niet alleen in het Zedelyk Bestuur der Wereld, maar ook in der Menschen Zeden, door alle de veranderingen en wisselbeurten van Mode en grillige verkiezing heen, alles, wat er is, goed was. Met dit denkbeeld en andere begrippen, even zeer strekkende om zyne Zedelyke gesteltenisse te bederven, mogt men veronderstellen, dat hy onverschillig begon te worden, omtrent de stipte waarneeming der voorschriften van den Godsdienst; de ondervinding bekragtigde deeze veronderstelling, daar hy allengskens de Openbaare Godsdienstoefeningen liet vaaren, en zich gereed liet vinden op Zondag-avondpartyën, waar enkele gesprekken de hoofdbezigheid niet uitmaakten.
In zyne redenwisselingen, was hy zeer agterhoudend; doch men kon uit alles opmaaken, dat hy de bepaalingen aan een leeven, 't welk eene aanéénschakeling van Zinnenelyk Vermaak oplevert, met een afkeurend oog aanzag. Hy hadt een kiesche lekkere tong, en zyn smaak, in goed eeten en drinken, zo verre gebragt, dat ik hem eens in eene zwaarmoedige vlaag aantrof, veroorzaakt door de ontdekking, dat hy zyn smaak in de Olyven verlooren hadt.
Mr. dyer dagt diep, en was in staat, om, in gezelschap, over de meeste onderwerpen, wel te spreeken: en naa dat hy zyn leevensplan bepaald hadt, 't welk bestondt in zich
| |
| |
tot geen Beroep te verbinden, maar als een Heer van de groote Wereld te leeven, zich veel ten huize zyner Vrienden onthoudende, nam hy ook de gevoelens der zodanigen aan. Met een Vriend na Frankryk oversteekende, viel hem een Boek in handen, getyteld: Les Moeurs; in 't zelve vondt hy grooten smaak, en werd dermaate verslingerd op de vrye gedagten daar in voorgesteld, dat hy, naa de tegenstribbelingen zyner natuurlyke traagheid overwonnen te hebben, besloot dit Werkje in 't Engelsch over te zetten; doch 'er wat in gevorderd zynde, kwam de oude traagheid weder boven, en kreeg de overhand. Cave was zyn Drukker, en hadt slegts eenige bladen afgedrukt, of Mr. dyer's voorraad van Vertaaling was op: waar door de Drukker zich genoodzaakt vondt, na een ander om te zien, om de Vertaaling te voltooijen, 't welk Mr. collyer verrigtte.
Weinigen, die het Stukje Les Moeurs kennen, zullen zich verwonderen over Mr. dyer's genegenheid voor 't zelve opgevat, noch dezelve mispryzen. Het is vol gezond verstand, het stelt de uitmuntendheid en redelykheid van Zedelyke Deugd voor, in een taal, zo leevendig, zo inneemend, zo kragtig, dat eene Ziel, voor onderwys vatbaar, 'er door moet weggerukt worden.
De breedspraakige aanmaaningen des Graaven van chesterfield, aan zyn Zoon, hebben zommigen voor een Stelzel van Opvoeding genomen; dan, het is een Stelzel, 't welk geheel vervalt, ten aanziene van den grondslag en de strekking, vergeleeken met het Stelzel, begreepen in dit beknopte Wetboek der Zeden. Zyn Lordschap onderwyst in de laagste kunstenaaryen, als de geschiktste middelen, om tot het gewigtig einde, Geluk op deeze Wereld, te geraaken: de Schryver van Les Moeurs beweert, dat het goed gevoelen des Menschdoms nooit verkreegen kan worden door van den Regel des Regts af te wyken, en dat wy te vergeefsch na Geluk zoeken, wanneer wy ons niet kwyten in het volvoeren van de onderscheide Pligten ons voorgeschreeven; Beginzels, als deeze, kunnen niet welgevallig weezen voor de Offeraaren aan Zinnelyk Vermaak; het is, nogthans, waarheid, dat de zich niets aanmaatigende en menschlievende Schryver, van Les Moeurs, de kunst, om het Character van een waarlyk fraay Heer te vormen, veel beter verstondt dan hy, die Schandelykheid voorstelde als het afgebaakend pad tot Eere. Met één woord, het is een Werkje, in welks
| |
| |
lof men niet te breed kan uitweiden: want hy moet zeer verstandig weezen, die 'er geen Leering uit haale, en onverbeterlyk boos, die 'er geen aanspooring tot Leevensverbetering in aantreft.
Wat zullen wy dan zeggen van Mr. dyer, die dit Werkje kon leezen, goedkeuren, en zo verre uit zyne natuurlyke traagheid opwekken, dat hy, 'er door bekoord, eene Overzetting van ter hand nam, en nogthans dit werk kon laaten steeken, vervallende tot dat Character, waar tegen het ten tegengif diende? Wat anders, dan dat Luiheid over hem heerschappy voerde, dat eene Geraaktheid, als 't ware, zyne Zielsbekwaamheden hadt aangetast, en dat hy, de voorzigtige raadgeevingen en Zedelyke voorschriften, in die keurige Verhandeling begreepen, verwerpende, zich zelven overgaf aan misdaadige Bedrysloosheid, Zinnelyke Zelfvoldoening, en de hoop zyner beste Vrienden te leur stelde.
Mr. dyer's eenige voorraad, om het ledig leeven, door hem verkoozen, te kunnen leiden, was het inkomen van een Vaderlyk Erfgoed in de Fondsen, 't welk niet groot kon weezen; zyn Vader, die het hem besprooken hadt, liet, behalven hem, eene Weduwe, een ouder Zoon, en eene Dogter naa. Johnson was hem, nevens my, sterk aan, om het Leeven van Erasmus te schryven, ten einde hy 'er iets door mogt winnen; doch hy liet 'er zich niet toe overhaalen. Tot een werk van minder arbeids, doch zyns min waardig, haalde de Heer sharp, de Chirurgyn, hem over, te weeten: het nazien eener oude Overzetting der Leevens van Plutarchus, door verscheide handen vervaardigd. Hy ondernam dit, en volbragt het, onder het uitboezemen van de moeilykheid aan dien arbeid vast, hy verdiende hier mede twee honderd Ponden.
Terwyl hy nog Lid was van een Gezelschap, door Dr. johnson, in den Jaare 1749, in Ivy Lane opgericht, begon deeze te vermoeden, dat de Godsdienstige beginzels van Mr. dyer, uit welken hoofde hy hem voorheen agtte, begonnen te wankelen, en iemand, die 'er over verheugd scheen, dat hy in 't geheim was, fluisterde my in 't oor: ‘dat de Godsdienst van socrates de Godsdienst van Mr. dyer was.’ Hoe verre hy in de Deïstery vorderde, kon ik niet te weeten komen; en durf ik niet beweeren, dat hy, gelyk eenige uitdrukkingen, welke hem ontvielen, my deeden vreezen; in den Wysgee- | |
| |
rigen zin diens woords, de Vryheid van 's Menschen Wil lochende, en tot volslaagen Materialismus oversloeg.
Naardemaal alle zyne bepaalingen langzaam en met overleg toe gingen, en de uitkomst scheenen te zyn van rede en overdenking, was de verandering in zyne Beginzelen, en in zyn Gedrag, trapswyze. De eerste merktekens waren eene zwakheid, om eenige verzoekingen tot de Zondagavond-Uitspanningen te wederstaan; door derzelver inwilliging zich ontslaagen vindende van den last dier Godsdienstoefeningen, welke men bestendig in 't huis zyner Moeder onderhieldt; als mede eene verslingerdheid op het leezen van zodanige Boeken, die niet alleen vermaakten, maar ook, by het verschaffen van Wereld- en Menschenkennis, zynen geest zodanige bedekzelen voor de Ondeugd opleverden, als hem half tot een aanhanger van dezelve maakten.
Op dien tyd, wanneer zyn geest in dien staat van verkoeling omtrent het Godsdienstige zich bevondt, kwam een Jong Heer, met welken hy te gelyk op de Hooge School te Leyden geweest was, in Engeland, met een zieklyk gestel, op deezen en diens gezelschap werd hy dermaate verzot, dat dyer, om deezen Vriend op te passen en geduurende zyne beterschap te vergezellen, voor alle zyne Vrienden verlooren was. By zyne gemeenzaamste kennissen, beschreef hy, onder de koelheid zyner gesteltenisse, met vuur, de begaafdheden van deezen Vriend, maalde hem af als Geleerd, Geestig, Beleefd, van goeden Smaak, bovenal in 't stuk der kleeding; gul van Aart, fraay van Gestalte, voorzien van alle Bevalligheden, die hem den Wellust der Sexe maakten. Eenigen, met welken hy dus openhartigst sprak, vroegen hem meermaalen: ‘Wat betekenen de meeste deezer hoedanigheden by u. Mr. dyer, een Man van een geheel verschillend Character? By u, die de waarde der Wysheid kent, en eene ziel omdraagt, vervuld met weezenlyke kundigheden, welke gy tot de heilzaamste oogmerken kunt aanleggen, en nimmer kan staan na deeze onderscheidingen, welke een Man van Vermaak, en den Wysgeer, van den anderen afzonderen?’ Zyne antwoorden op dergelyke vraagen dienden alleen ten bewyze, dat zyn Oordeel omtrent het Zedelyke bedorven was. Zyn Vriend, dien hy bestendig bezogt, woonde in een slegt Huis, in een Bordeel, en diens kwaal was van dien aart als zy zelden ontgaan, die deeze Huizen bezoeken. De bezorgdheid,
| |
| |
welke de Vrouwen aldaar betoonden voor de herstelling van zyn Vriend, haar aanhoudend oppassen, het toedienen der Geneesmiddelen, en het verzellen van alle zyne behoeften, schreef hy toe aan waare Liefde, en hy scheen hem bykans het aantrekkelyk vermogen, om zo veele jonge Petsoonen van de andere Sexe, zo veel deels in zyne herstelling te doen neemen, te benyden.
Welke uitwerkingen deeze bezoeken, en de minnekoozeryen, waar van hy getuigen was, zo dikwyls hy dezelve aflei, op dyer hadden, weet ik niet; dan, dit weet ik, dat hy, om de betooveringen deezer Syreenen te wederstaan, geene der kunsten van ulysses te werk stelde; in tegendeel, scheenen zy in hem het begrip verwekt te hebben, dat de zodanigen hun Belang niet verstonden, en hunne onkunde van 't Menschlyk leeven betoonden, welke zich onthielden van eenig Vermaak, 't geen de rust der Gezinnen, of de orde der Maatschappye, niet stoorde; dat natuurlyke Begeerlykheden voldoening eischen, en men van derzelver aandrift, zonder zulks, niet kon ontslaagen worden; dat het bot vieren aan kwaadaartige Driften, alleen, ondeugd was; dat in vrede met alle Menschen te leeven, en in eene gesteltenisse, om goede diensten te doen, het weezenlykst gedeelte van onzen pligt uitmaakten.
Deeze beginzels wel diep zyner Ziele ingeplant hebbende, werd hy een geheel Dierlyk Mensch; in volkomene eenstemmigheid met dit Character, was hy te vrede het brood der luiheid te eeten, zich bloot te stellen aan de uitnoodigingen der zodanigen, die de beste tafels hielden, en eene gemeenzaame verkeering aan te gaan, niet alleen met lieden van onderscheiden Partyen, maar met eenigen, die alle Godsdienstige, Staatkundige en Zedelyke Beginzelen scheenen verzaakt te hebben. De huizen van veelen van dien slegten stempel waren, by opéénvolgende verwisseling, zyne verblyfplaatzen. En voor de voldoeningen van een welvoorziene tafel, van keur van wynen, verscheidenheid van gezelschap, kaartpartyen, en eene deelneeming in alle huislyke uitspanningen en vermaaken, oordeelden de eigenaars zich wel betaald, door zyne verkeering, en de gereedheid met welke hy zich schikte naar allen die hem dus onthaalden. - Nooit was hy verlegen om redenen, tot verdeediging van dit misbruik zyner Bekwaamheden, en Tydverkwistingen: hy zag het Gebruik der Wereld voor de Regelmaat zyns lee- | |
| |
vens aan, en oordeelde het de zaak niet van iemand, om zich daar tegen aan te kanten.
Door den dood zyner Moeder, van zyn Broeder en Zuster, die hy allen overleefde, kreeg hy eene bezitting van omtrent 8000 Ponden Sterling, in Fondsen: welke som, daar hy huishoudelyk op zyne zaaken paste, en tot geene buitenspoorige uitgaven neigde, naar allen schyn, door hem niet zou verteerd worden; doch hy had ongelukkig eene gemeenzaame kennis met Persoonen, wier geldmiddelen in een zeer slegten staat, en Handelaars waren in Actien op de Oost-Indische Maatschappy, welker zaaken, ten dien tyde, zich in een zeer dobberenden toestand bevonden, en, schoon hy, door zyn bedrysloozen aart en onkunde in alle bezigheden, aller minst geschikt scheen, om zich aan harssenschimmen van geldzugt te vergaapen, lag hy eerst alle zyne bezittingen in dat onzeker Fonds; vervolgens tragtte hy, om een Directeur der Compagnie te worden, 't geen hem mislukte. Naderhand ging hy verbintenissen aan, tot het koopen en verkoopen van Actien, en leedt, door 'er niet aan te voldoen, schipbreuk aan zyne Eerlykheid. Eindelyk, andere verbintenissen van dien aart, welker volbrenging hy niet kon ontwyken, aangegaan hebbende, liep alles hem tegen; en hier mede verloor hy alles, wat hy bezat. Omtrent den tyd deezer heillooze gebeurtenisse, werd hy aangetast door eene Teeringkwaale, welke hy vaststelde, dat doodlyk zou weezen; maar of hy aan de langzaame werking dier kwaale zich overgegeeven, dan zyn einde verhaast hebbe, door eigen toedoen, is nog onder zyne Vrienden in geschil. In geld of goederen, liet hy niet genoeg na, om 'er de kosten eener fatzoenlyke Begraasnisse uit goed te maaken; deeze laatste eere werd hem beweezen door iemand, die mede geholpen hadt, om hem in die uiterste armoede te doen storten.
Ik ben dus breed en byzonder geweest in de Leevens-geschiedenis van deezen bekwaamen en alzins alle hoopgeevenden Jongeling, dien ik eenigen tyd met eene broederlyke genegenheid beminde, ten einde, deeze opgave mogt strekken, om aan te toonen, waar Werkloosheid aanleiding toe geeft, en te doen zien, langs welke wegen de Ondeugd toegang kan krygen in gemoederen, die tegen dezelve het best beschut en bewaard schynen. Het zwakke gedeelte was Losheid van beginzelen; hier drong Ongeloof in, gevolgd door zodanige aantokkelingen tot
| |
| |
Vermaak, als hy geen reden kon zien, om wederstand te bieden: deeze vervoerden hem tot het begeeren van middelen, om 'er aan te voldoen, en derzelver najaaging eindigde in zyn verderf en ondergang.
|
|