| |
| |
| |
De herderlyke zeden der Scythen en Tartaaren.
(Overgenomen uit Mr. gibbon's History of the Decline and Fall of the Roman Empire.)
De onderscheide Characters, die de beschaafde Volken op den aardbodem kenmerken, kunnen toegeschreeven worden aan 't gebruik en misbruik der Rede; welke de Zeden en Begrippen van een Europeaan, of een Chinees, zo verschillende gedaanten doet aanneemen, en kunstig zamenstelt. De werking van het Instinct gaat veel zekerder en eenvoudiger dan die der Rede; het valt veel gemaklyker, de neigingen van een Viervoetig Dier te bepaalen, dan de bespiegelingen van eenen Wysgeer naa te speuren: en de wilde Stammen des Menschdoms hebben, daar zy den staat der Dieren nader komen, een grooter gelykheid met zich zelven, en met andere dan beschaafde Volken. De eenvormige standhouding hunner Zeden is een natuurlyk gevolg van de onvolkomenheid hunner bekwaamheden. Tot denzelfden stand bepaald, blyven hunne behoeften, hunne begeerten, hunne genietingen steeds dezelfde; en de invloed van 't Voedzel, of der Lugtstreeke, welke in een verder gevorderden staat der Zamenlevinge opgeschort, of te ondergebragt, wordt, door veelvuldige zedelyke oorzaaken, brengt het allermeest toe, om het Volkscharacter der Barbaaren te vormen, en stand te doen houden.
Zints onheugelyke eeuwen zyn de wyd uitgestrekte vlakten van Scythia, of Tartaryen, bewoond geweest door zwervende Stammen van Jaagers en Herders, wier wederzin in den arbeid het bebouwen der aarde versmaadt, en wier rustlooze geest de bepaaling van gezet te leeven weigert. Zints onheugelyke eeuwen zyn de Scythen en Tartaaren beroemd geweest, van wegen hunnen onverwinnelyken moed, en snel voortloopende overwinningen. De Throonen van Asia werden herhaalde keeren geschokt, en vermeesterd door de Herders uit het Noorden, en hunne wapens hebben schrik en verwoesting verspreid, over de vrugtbaarste en strydbaardste Landen van Europa.
Te deezer gelegenheid, gelyk in veele andere, wordt de bedaarde Geschiedboeker, als met geweld, opgeroepen uit eene streelende bespiegeling, en, met eenigen tegenzin,
| |
| |
gedrongen te erkennen, dat de Herderlyke Zeden, aan welke men vrede en onschuld heeft toegeschreeven, maar al te zeer voegen aan de woeste en wreede hebbelykheden des Krygsleevens. Om deeze waarneeming op te helderen, zal ik thans een Volk, uit Herders en Oorlogshelden bestaande, afschetzen, in drie gewigtige byzonderheden. - Voor eerst, hun Voedzel, - ten tweeden, hun Wooning, en ten Derden, hunne Oefeningen. De verhaalen der Oudheid worden gewettigd door de ondervinding des tegenwoordigen tyds, en de oevers van de Borysthenes, van de Volga, of van de Selinga, zal dezelfde eenpaarige vertooning opleveren, van dergelyke en oorspronglyke Zeden.
Voor eerst. Het Koorn, of zelfs de Ryst, die het gewoone en gezonde Voedzel van een beschaafd Volk uitmaakt, kan alleen gewonnen worden door den geduldigen akkerarbeid des Landbouwers. Eenige van de gelukkige Wilden, die tusschen de Keerkringen woonen, worden ryklyk gevoed door de milde hand der Natuure; maar in de Noordsche Lugtstreeken vindt zich een Herderlyk Volk bepaald, om van zyne Kudde te leeven. Ik laat het den bedreevenen Geneesheeren over, om te bepaalen, (indien zy het kunnen doen,) in hoe verre 's Menschen aart en Zielsgesteltenisse kan aangedaan worden, door het gebruik van Voedzel, uit het Dieren- of Plantenryk, en of de gewoone byeenvoeginge van Vleescheeten zo wreed in eenig ander licht verdient beschouwd te worden, dan van een onschuldig, en misschien heilzaam, vooroordeel des Menschdoms. Nogthans, indien het waarheid is, dat het gevoel van Medelyden ongemerkt verzwakt wordt, door het gezigt en het bedryf van huislyke wreedheid, mogen wy opmerken, dat de schriklyke voorwerpen, die vermomd worden, door de kunsten van Europische verfyning, zich in de oorspronglyke en walchlykste eenvoudigheid vertoonen, in de tent van een Tartaarschen Herder. De Os en het Schaap worden geslacht door dezelfde hand, uit welke zy gewoon waren het voedzel te ontvangen, en de bloedende stukken worden met zeer weinig toebereiding opgedischt, op de tafel van een gevoelloozen Slachter.
In den kryg, en bovenal in het optrekken met een talryk Leger, schynt het gebruik van Dierlyk Voedzel zeer veele voordeelen mede te brengen. Koorn is een omslagtige, aan verderf onderhevene, voorraad; en de groote
| |
| |
Magazynen, onvermydelyk noodzaaklyk voor onze Legers, moeten traaglyk vervoerd worden, door Menschen of Lastdieren. Maar het Vee, 't welk de Tartaaren op hunnen marsch verzelt, verschaft een zekeren en toeneemenden voorraad van vleesch en melk; in het grootste gedeelte van het wyduitgestrekte onbebouwde land, groeit het gras weelig, weinig plaatzen zyn zo dor en onuitputbaar, of het aan ruw voedzel gewoone Vee in 't Noorden kan 'er verzadigd worden. De voorraad wordt vermenigvuldigd en uitgerekt, door de allesinslaande greetigheid, en geduldige onthouding der Tartaaren. Onverschillig eeten zy van het vleesch, ten gebruike aan tafel geslacht, of van ziekte gestorven. Paarden-vleesch, 't welk, door alle eeuwen, en in alle landen, door de beschaafde Volken van Europa en Asia is uitgemonsterd, eeten zy met eene zonderlinge graagte; en deeze zeldzaame smaak bevordert zeer hunne krygsverrigtingen. De werkzaame Ruitery van Scythia wordt altoos, op derzelver verste en spoedigste Krygstochten, gevolgd, door een daar aan geëevenredigd getal bypaarden, die, naar de gelegenheid het vordert, kunnen gebruikt worden, om meerder spoeds te maaken, of den honger te stillen. Veelvuldig zyn de redmiddelen van moed en behoefte. Wanneer de voorraad rondsom een Legerplaats der Tartaaren meest verteerd is, slachten zy het grootste gedeelte van hun Vee, en bewaaren het vleesch, of gerookt, of in de zon gedroogd. By een onverwagt opkomenden spoedigen marsch, voorzien zy zich van eene genoegzaame hoeveelheid kleine ballen van Kaas, of liever hard geworden Porteling, welke zy, als zy ze noodig hebben, in water ontbinden; en dit weinig om 't lyf hebbend voedzel is, voor veele dagen lang, genoegzaam om het leeven, en zelfs den moed, deezer geduldige Krygsknegten, op te houden. Maar deeze buitengewoone onthouding, die de Stoicyn zou goedkeuren, en de
Hermiet zou benyden, wordt doorgaans gevolgd van eene vraatagtige inslingering der spyzen. De wynen van een gelukkiger Lugtstreek maaken het aangenaamst geschenk en de dierbaarste voorraad uit, welke den Tartaaren kan worden aangeboden, en het eenig voorbeeld van hun vlytbetoon schynt te bestaan in de kunst, om, uit Paarden melk, een gistende drank te bereiden, welke eene zeer dronkenmaakende kragt bezit. Even als de Roofdieren, ondervinden de Wilden, zo in de onde als nieuwe wereld, de beurtwisselingen van honger en overvloed; en hun maag
| |
| |
is gehard, om, met zeer weinig ongemaks, de uitersten van honger en overmaatigheid te onderhouden.
Ten tweeden. In de eeuwen van boersche en krygshaftige eenvoudigheid, is een Volk van Soldaaten en Bouwlieden verspreid over een uitgestrekt en bearbeid land; en eenige tyd moest 'er verloopen, eer de dappere Jeugd van Griekenland en Italie kon verzameld worden onder denzelfden Standaart, of om hunne eigene grenzen te verdeedigen, of de grenzen van aangrenzende Stammen te bestooken. - De voortgang van Handwerken en Kunsten verzamelt eene groote menigte binnen de wallen eener Stad; maar deeze Burgers zyn niet langer Soldaaten, en de Kunsten, welke den staat der Burgermaatschappye vercieren en verfraaijen, bederven de hebbelykheden des krygsleevens. De herderlyke Zeden der Scythen schynen de onderscheide voordeelen der eenvoudigheid en verfyning te vereenigen. De Persoonen van denzelfden Stam zyn steeds byeen, doch in dezelfde Legerplaats; en de aangeboore geestgesteltenis deezer onverzaagde Herderen wordt aangevuurd door onderlingen nayver. De Huizen der Tartaaren zyn niet meer dan kleine Tenten, van eene langwerpige gedaante, die een koude en morssige verblysplaats opleveren, voor de vermengde jeugd van beide Sexen. De Paleizen der Ryken bestaan uit houten Hutten, van zulk eene grootte, dat ze gevoegelyk op groote wagens kunnen geplaatst, en door twintig of dertig Ossen getrokken worden. De Kudden, naa den ganschen dag in de omliggende Velden geweid te hebben, komen, met den avond, in de bescherming der Legerplaatze. De noodzaaklykheid, om de nadeeligste verwarring te voorkomen, in zulk een geduurigen zamenloop van Menschen en Beesten, moet allengskens in de schikking, de orde, de wagt van een Legerplaats, en de beginzels van de Krygskunde, te wege brengen. Zo ras de voorraad van voedzel voor het Vee, in eene zekere streek, opgegeeten is, trekt de Stam, of liever het Leger van Herders, op na versche weiden, met een geregelden marsch, en krygt dus, in de gewoone
bezigheid des Herderlyken leevens, de daadlyke kennis van een der gewigtigste en moeilykste werkzaamheden des Oorlogs.
De keus der Verblyfplaatzen is geregeld naar 't verschil der Jaargetyden. In den Zomer trekken de Tartaaren na het, Noorden, en rigten hunne tenten op aan den oever eener Riviere, of, ten minsten, in de nabyheid van een
| |
| |
loopend water. Doch, in den Winter, keeren zy na het Zuiden, en dekken hunne Legerplaats agter eene voegelyke hoogte, tegen de winden, welke door en door koud worden, in het heen gaan, over de ysgewesten van Siberie. Deeze wyze van optrekken is wonder geschikt, om, onder de zwervende Stammen, den geest van uittrekken en vermeesteren leevendig te houden. De verbintenis, tusschen het Volk en den Grond, is zo zwak, dat dezelve, door het minste toeval, kan verlaaten worden. De Legerplaats, niet de plek gronds, is het Geboorteland van den rechtschapen Tartaar. In den omtrek dier Legerplaatze vindt hy zyn Gezin, zyn Medgezellen, zyn Eigendom, altoos ingeslooten: en in de wydstafgelegene uittochten is hy steeds omringd van voorwerpen, dierbaar en hoogstwenschlykst voor zyn oog.
Door alle eeuwen heen is Roofzugt, Vrees, Wraak, of onverduldigheid van Slaavernye, eene genoegzaame rede geweest, om de Scythische Stammen aan te zetten tot het stout inrukken in eenige onbekende Landen, waar zy hoope konden scheppen, om een overvloediger bestaan, of een min gedugten vyand, te zullen vinden. De omwentelingen in het Noorden hebben dikwyls het lot van het Zuiden bepaald, en, in den stryd der vyandlyke Volken, hebben de overwinnaars de overwonnenen beurtlings gedreeven, en zyn gedreeven geworden van de grenzen van China, tot die van Germanie. - Deeze groote uittochten, zomtyds met een bykans ongelooflyken spoed volvoerd, ontleenden niet weinig gemaks van den byzonderen aart der Lugtsgesteltenisse. 't Is te overbekend, dat de koude van Tartaryen strenger is, dan men in 't midden van de gemaatigde Lugtstreeke zou verwagten: deeze ongemeene strengheid wordt toegeschreeven aan de hoogte der vlakten, die, bovenal aan den Oostkant, meer dan eene halve myl, boven het waterpas der zee, verheeven zyn: als mede aan de groote hoeveelheid van Salpeter, waar mede de grond zeer doortrokken is. In den Winter zyn de breede en snelloopende Rivieren, die haar water ontlasten in den Euxinus, de Caspische-, of Yszee, digt bevroozen; de Velden met eene bedding van sneeuw overdekt, en de vlugtende, of overwinnende Stammen, kunnen met hunne Huisgezinnen, Wagens en Vee, veilig en spoedig, over de harde en vlakke oppervlakte, van eene verbaazende uitgestrektheid, heen trekken.
Ten derden. Het Herderlyk Leeven, vergeleeken met
| |
| |
dat eens Landbouwers en Handwerkmans, is ongetwyfeld een leedig leeven: en de voornaamste Veehoeders, onder de Tartaarsche Stammen, laaten de huislyke bezorging van het Vee over aan hunne Gevangenen; hun eigen tyd besteeden zy zeldzaam in eenig dienstbaar, of aanhoudend, werk. Maar deeze tydruimte, wel verre van besteed te worden in de zagte genietingen eener stille zamenwooninge, brengen zy veelal door in de geweldige en bloedige oefening der Jagt. De vlakten van Tartaryen zyn vol van een sterk en nuttig ras van Paarden, die zich gemaklyk tot den Kryg en de Jagt laaten opbrengen. De Scythen zyn, van veele eeuwen het, beroemd geweest, als stoute en wel afgerigte Ruiters. Eene veelvuldige oefening heeft hun geleerd, zo vast te paard te zitten, dat vreemdelingen zich verbeelden, dat zy de gewoone bezigheden des leevens, eeten, drinken, en zelfs slaapen, volbrengen, zonder van hun paard te stygen. Zy munten uit in het behendig werpen van hunne lanssen; de lange Tartaarsche boog wordt gespannen door een sterk gespierden arm, en de zwaare pyl na het voorwerp gedreeven, met een nooit missend mikken, en een onwederstaanbaar geweld. Deeze pylen zyn dikwyls gerigt tegen de Dieren der wildernisse, die, in de afwezigheid hunner meest gedugte vyanden, zeer toeneemen en vermenigvuldigen: als de Haas, de Geit, het Hart, en andere soortgelyke Dieren. - De kragt en 't geduld, zo van Menschen als van Paarden, worden, by aanhoudenheid, geoefend, door de vermoeienissen der Jagt: en de ryke voorraad van Wild brengt veel toe tot het leevensonderhoud, ja zelfs tot de weelde, van een Legerplaats der Tartaaren. Doch de tochten der Scythische Jaagers bepaalen zich niet tot de vernieling van vreesagtige, of schadelooze Dieren, stoutmoedig trekken zy op tegen het schuimbekkend Wild Zwyn, 't geen zich tegen zyne vervolgers verzet; zy gaan los op den woedenden Beer, en
tergen de woede des Tygers, in het digtst der bosschen sluimerende. Waar gevaar is kan roem behaald worden: en de wyze van jaagen, die de meeste gelegenheden aanbiedt, tot het betoon van moed en sterkte, mag te recht aangemerkt worden als een afbeeldzel, ja als een school, des krygs.
De algemeene Jagtpartyen, de trots en het vermaak der Tartaarsche Volken, leveren een onderwyzende oefening uit voor eene talryke Ruiterbende. 'Er wordt een kring van veele mylen in den omtrek getrokken, om het Wild
| |
| |
van eene uitgestrekte Landstreeke in te sluiten: de benden, die den kring uitmaaken, naderen geregeld tot een algemeen middelpunt: waar de ingesloote Dieren, van alle kanten, zich blootgesteld vinden aan de pylen der Jaageren. In deezen optocht, welke menigmaalen verscheide dagen duurt, is de Ruitery verpligt de hoogten op te klimmen, de rivieren over te zwemmen, de valeien te doorkruissen, zonder den voorgeschreeven regel des optochts te overschreeden. Zy verkrygen de hebbelykheid, om hunne oogen en schreden in te richten na een afgelegen voorwerp, en de tusschenstanden waar te neemen; om hun loop te stuiten, te vertraagen, of te versnellen, naar gelange der beweeginge van de benden, die zich ter rechter- of slinkerhand bevinden: om de tekens hunner Aanvoerderen af te wagten, en te herhaalen. Hunne Aanvoerders leeren, in dit oefenschool, eene allergewigtigste les der Krygskunst, het vaardig en juist oordeelen over den grond, den afstand, en den tyd. Tegen den menschlyken vyand, 't zelfde geduld en dapperheid, dezelfde kunde en inrigting te gebruiken, is de eenige verandering, welke de weezenlyke Oorlog vordert: en de vermaaklykheden van de Jagt dienen ten voorspel van de vermeestering eens Ryks.
De Staatkundige Maatschappy der oude Germanen hadt het voorkomen eener vrywillige verbintenis van onafhangelyke Krygshelden. De Stammen der Scythen, onderscheiden door de hedendaagsche benaaming van Horden, neemende de gedaante aan van een talryk en aangroeiend Gezin, 't welk, in den loop van opeenvolgende Geslachten, voortgezet is van denzelfden oorspronglyken Stam. De geringste en onkundigste onder de Tartaaren bewaart, met een welbewusten hoogmoed op zyn afkomst, den onwaardeerbaaren schat zyner Geslachtlyst; en welke onderscheidingen van rang 'er mogen ingevoerd zyn, door de in gelyke verdeelingen van Herderlyken rykdom, draagen zy elkander onderling den eerbied toe als afstammelingen van hunnen eersten Stamvader. De gewoonte, welke nog stand houdt, om de dappersten, en getrouwsten onder de Gevangenen aan te neemen, mag een vermoeden baaren, dat deeze uitgestrekte Bloedverwantschap, grootendeels, ingebeeld is. Maar het nuttig vooroordeel, door den tyd in het heerschend gevoelen gewettigd, brengt de uitwerkzels van waarheid voort: de moedige Barbaaren betoonen een gereede en vrywillige gehoorzaamheid aan het Hoofd huns bloeds: en hun Opperhoofd, of Mursa, oefent, als de
| |
| |
Vertegenwoordiger van hun grooten Vader, in Vredes tyd het gezag van Regter, en in Oorlogstyd dat van Veldheer.
In den oorspronglyken staat der Herderlyke Wereld, handelde ieder deezer Mursas, (indien het my geoorlofd zy, hier deeze hedendaagsche benaaming te bezigen,) als het onafhangelyk Opperhoofd van eene groot en afzonderlyk Gezin; en de grenspaalen hunner byzondere Regtsgebieden werden allengskens bepaald, door meerderheid van magt, of onderlinge schikking. Maar de bestendige werking van verscheide en standhoudende oorzaaken bragt veel toe, om de zwervende Horden in Volksgemeenschappen te hervormen, die onder het bevel van een Opperhoofd stonden. De zwakken verlangden ondersteuning, de sterken haakten na heerschappye; de magt, het gevolg van vereeniging, verdrukte en verzamelde de verdeelde kragten der rondsom liggende Stammen; en, daar men den overwonnenen welhaast met volle ruimte toeliet om in de voordeelen der overwinninge te deelen, haastten zich de dapperste Opperhoofden, om zich met hunne aanhangers te vervoegen, onder den gedugten Standaart van een vereenigd Volk.
De gelukkigste der Tartaarsche Prinssen nam het Krygsgebied op zich, waar toe hy geregtigd was, door de meerderheid of van verdiensten of van magt. Hy werd ter Throon geheeven, door de toejuichingen van zyns gelyken, en de tytel van Khan drukt, in de taal der Noord-Asiaanen, de volle uitgestrektheid uit van Koninglyke Waardigheid. Het regt van erfopvolging was langen tyd bepaald, tot het Bloed van den Stichter der Monarchy, en tot deezen dag toe, zyn alle de Khans, die heerschen, van Crimea tot de muur van China, rechte Afstammelingen van den beroemden zingis. Maar, dewyl het eene onvermydelyke pligt is van een Tartaarsch Vorst, zyne krygshaftige Onderdaanen te veld brengen, worden de eischen van een Kind, dikwils, over 't hoofd gezien; en eenig Vorstlyk Bloedverwant, door jaaren en dapperheid uitsteekend, krygt het Zwaard, en den Schepter, zyns Voorzaats.
Twee onderscheide en geregelde belastingen worden van de Stammen geheeven, om de Waardigheid van hunnen natuurlyken Monarch, en van hun byzonder Hoofd, op te houden, en ieder van deeze belastingen beloopt een tiende gedeelte van hun eigendom of buit. Een Tar- | |
| |
taarsch Vorst trekt het tiende gedeelte van den rykdom zyns Volks: en daar zyn eigen rykdom van Vee in eene veel grooter maate toeneemt, is hy in staat om den boerschen luister van zyn Hof op te houden, de meest verdienenden of meest begunstigden, zyner Volgeren ryklyk te beloonen, en, door den zagten invloed der omkoopinge, de gehoorzaamheid te verwerven, welke zomtyds geweigerd zou worden, aan de stugge bevelen van gezag.
De zeden der Onderdaanen van een Tartaarsch Vorst, gelyk hy zelve, aan bloed en roof gewoon, zou men veelligt denken, dat, in hunne oogen, zulke partydige daaden van Dwinglandy zouden vergoelyken en draaglyk maaken, die by een beschaafd Volk schrik zouden baaren: maar de magt van een eigendunkelyk Opperheerscher is nooit in de woestynen van Scythia erkend. Het onmiddelyk Regtsgebied van den Khan is bepaald binnen de grenzen van zyn eigen Stam; en de uitoefening van zyn Koninglyk Voorregt is gemaatigd door de oude instelling van een Volks-Raad. - De Croultai, of Ryksdag, der Tartaaren werd, geregeld, in de Lente, en in den Herfst, gehouden, te midden van een vlakte; waar de Vorsten van de heerschende Familie, en de Mursas der onderscheiden Stammen, gevoegelyk te paard konden zamenkomen met hun talryken krygsstoet, en de trotsche Monarch die de magt overzag, moest de neiging van een Gewapend Volk raadpleegen. - De beginzels der Leerregeeringe kunnen wy ontdekken in de gesteltenisse der Scythische en Tartaarsche volken: maar de geduurige stryd onder deeze vyandlyke volken is zomtyds geëindigd in de vaststelling van een oppermagtig bewind. De Overwinnaar, verrykt door de schatting, en versterkt door de wapenen van af hangelyke Koningen, zette zyne vermeesteringen uit in Europa of Asia; de gelukkige Veehoeders van het Noorden hebben zich onderworpen, aan de bepaalingen van kunsten, wetten, en steden; en het invoeren van weelde heeft, naa het vernietigen van de Vryheid des volks, de grondslagen van den Throon ondermynd.
|
|