Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerslag, wegens de vaderlyke agtbaarheid, nog in Egypte, op gelyken voet als ten tyde der aartsvaderen, stand houdende; van de wyze, op welke een vader zyne kinderen bestuurt; en de diepe eerbiedenis, met welke de Egyptenaars den ouderdom vereeren.(Ontleend uit de Lettres sur l'Egypte, par m. savary.)
De Geschiedenis plaatst de wieg des Menschdoms in 't Oosten Daar is het, dat Vaderlyke Agtbaarheid en Gezag eerst ontstondt, en daar ook dat deeze nog in volle kragt stand boudt. In die Landen heeft een Vader alle de Tytels, door de Natuur aan hem geschonken. Hoofd, Regter en Priester van zyn Gezin, voert hy daar bevel; hy beslist alle geschillen, en offert de Offeranden van de Courban Beiram.Ga naar voetnoot(*) | |
[pagina 320]
| |
Ieder Gezin vormt een kleinen Staat, waar in de Vader de plaats van Oppervorst bekleedt. De Leden, uit welken dezelve zamengesteld is, zyn aan hem met de banden van Bloedverwantschap verbonden. Zy erkennen met alle wilvaardigheid zyne Magt, en onderwerpen 'er zich gereedlyk aan De geschillen, onder hun ontstaande, worden voor zyn Regterstoel gebragt, hy strykt vonnis, zyn besluit eindigt den twist, herstelt de orde en rust. De Oudste onder de Ouden houdt, als 't ware, den schepter in handen, en eene lange ervaarenis heeft hem geleerd, hoe hy dien moet gebruiken; doch in alle zaaken, het innerlyke des Bewinds betreffende, gaat hy naar vastgestelde Wetten, of oude Gebruiken, die de kragt van Wetten verkreegen hebben, te werk. De Kinderen, in de vertrekken der Vrouwen opgebragt, verschynen nooit in de algemeene zaal, bovenal wanneer 'er Vreemdelingen zyn. Als jonge Lieden 'er in worden toegelaaten, neemen zy eene diepe stilzwygenheid in agt. Tot manbaare jaaren opgegroeid, mogen zy zich in de gesprekken mengen: maar wanneer de CheikGa naar voetnoot(†) spreekt, zwygen zy, en luisteren met ingespannen aandagt. Elk staat overeinde, als deeze in 't gezelschap komt. Op alle openbaare plaatzen heeft hy den voorrang, en wordt hy allerwegen met onderscheiding en eerbiedenis behandeld. Deeze gewoonte vondt reeds in Egypte plaats, ten tyde van herodotus, en de eigendenklyke Regeering hier stand grypende, doet dezelve stand houden. - Wie durft onder een yzeren juk gekromd het hoofd opheffen? 't Zou eene misdaad weezen, in 't openbaar te toonen dat men Rykdom bezat. Alles wordt ten zorgvuldigsten vermyd, 't geen de gierigheid van schraapzugtige Dwingelanden kan gaande maaken. 't Is zelfs gevaarlyk, te laaten blyken dat men gelukkig is. Derhalven kan men alleen in zyn eigen Gezin rust en geluk vinden. Naardemaal de veiligheid der Maatschappye afhangt van de éénigheid der Leden, bewaart het algemeen belang, gevoegd by de stem der Bloedverwantschappe, de eendragt. 't Is in den schoot deezer Huisgezinnen, dat de heilige Wetten der Natuure in derzelver oorspronglyke zuiverheid onderhouden worden. Een talryk Naakroost woont menigmaal onder 't zelfde dak. Elken dag komen de Kinderen, de Kleinkinderen, en verdere, den Stamvader de hulde van tederheid en eerbiedenis brengen. Het vermaak van te meer bemind en geagt te worden, naar gelange by in jaaren opklimt, doet hem vergeeten dat hy oud wordt. De vreugde en het genoegen zyns harten straalen | |
[pagina 321]
| |
hem ten ooge uit. Helderheid van geest dryft de rimpels van het aangezigt. Hy is vrolyk en toegeevend: en terwyl de hem omringende Jeugd de eenvoudigste kleederen draagt, vertoont hy zich in een gewaad van de schitterendste kleurenGa naar voetnoot(†). Gelukkig te midden van zyn Huisgezin, nadert hy het graf; niet bemerkende, dat de dood gereed is hem den laatsten slag toe te brengen, ontslaapt hy in de omhelzing zyner Kinderen. Lang duurt hun weenen en rouwklaagen; alle weeken strooijen zy bloemen op zyn grafzerk, en herhaalen de lykzangen. De Egyptenaars hebben de gewoonte, om de Lyken te balzemen, niet meer; doch de gevoelens, welke aan deeze gewoonte de geboorte geeven, behouden. Onder beschaafder Volken, die min in den ouden huislyken styl leeven, wordt de Ouderdom op verre na zo hoog niet geagt, en 't is niet zeldzaam, denzelven daar versmaad te zien. De Ouderdom met gryze hairen moet 'er dikwyls zwygen voor den vermetelen baardloozen Jongeling, en speelen als een Kind, om draaglyk in gezelschap te weezen. Naar gelange het getal der jaaren hem drukt, en het vermaak zyns leevens vermindert, bemerkt hy, dat hy een last wordt voor de zodanigen, aan welken hy het leeven gaf. Wanneer hy de vertroosting en opbeuring meest behoeft, ontzeggen zy hem de verschuldigde hoogagting, en sluiten het hart, dat van liefde behoorde te branden, toe. Zyne zielsvermogens, met de jaaren afneemende, moeten de koesteringen der Kinderliefde missen. 't Is by de beschaafde Volken, dat zomtyds een eerwaardige Grysaart, die zich een teder Vader betoonde, gezegd mag worden te sterven, langen tyd eer hy ten grave daalt. Laat ons een gordyn schuiven voor een schildery, welke gelukkig niet algemeen is. De aandoenlyke tooneelen, die ik dagelyks in dit Land beschouwde, vergden my deeze vergelyking af. Hier is het, dat de eerbiedenswaardige Aartsvader, wiens witte baard tot op zyn borst hangt, in hoogen ouderdom lacht, en een bevallig oog slaat op zyne Kleinkinderen, die hem komen streelen. Zyn hart verwydert zich, op het gezigt van vier Geslachten, om stryd bezig in hem de schatting der Kinderliefde te betaalen. Hy smaakt het zoete des leevens tot het laatste oogenblik. Dit Volk heeft, in zyn staat van onkunde, de eenvoudigheid der oude Zeden bewaard. Zy weeten niets van onze Kunsten en Weetenschappen; maar, met de kragtdadige inspraaken der Natuure, (gevoelens uit Boeken nimmer te leeren,) zyn ze geheel doordrongen, zy eerbieden dezelve, en smaaken 'er de vrugt van. | |
[pagina 322]
| |
Het beweerde zou ik, door ontelbaare voorbeelden, kunnen staaven. Ik vergenoeg my met het volgende geval op te haalen. Toen de Heer maillet Consul te Groot Cairo was, bewoogen de Jesuiten het Hof van Frankryk, dat men eenige Kinderen der Copten na Parys zou zenden, om daar in 't Collegie van lodewyk den grooten te worden opgevoed: met het bepaald oogmerk, om ze te onderwyzen in het Roomsch Catholyk Geloof, en dan weder na hun Vaderland te zenden, tot het bekeeren van hunne Landgenooten. Door groote beloften en blinkende uitlokzels van geld, verwint men de toestemming van eenige zeer behoeftige Ouders; maar toen het oogenblik der scheidinge van hunne Kinderen kwam, herleefde de Vaderlyke tederheid in alle haare kragt, en zy verkoozen liever tot hun voorgaanden armoedigen staat weder te keeren, dan ruime leevensomstandigheden te koopen voor eene opoffering, welke aan hun hart zo veel kostte. |
|