Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDagverhaalGa naar voetnoot(*) van Elisabet WoodvilleGa naar voetnoot(†), naderhand gemaalin van Eduard den IVden, koning van Engeland, door haar zelve geschreven, vóór haar eerste huwelyk.Eene uitmunde Les voor de Schoonen der tegenwoordige Eeuwe.
Maandag ochtend, ten vier uuren opgestaan, om catharina de koeiën te helpen melken. Ten zes uuren ontbeten. Ten zeven uuren, ben ik, met de Hertogin myne Moeder, | |
[pagina 279]
| |
na beneden op het plein gegaan, alwaar wy aan acht- en twintig armen, zo mannen als vrouwen, ten eeten hebben gegeven. Ik heb rogier strengelyk bekeven, om dat hy zich misnoegd had getoond, dat wy nem lieten wachten, en het middagmaal koud worden. Ten tien uuren het middagmaal gehouden... John gray, een der geenen, die ons gewoonlyk komen zien. - Hy is een zeer heusch Jongeling. - Maar wat raakt dat my? - Eene deugdzaame Dochter moet zich geheel overgeeven aan de oogmerken haarer Ouderen. John is een kleine eeter. - Hy heeft verscheide maalen my met genegenheid aangezien. Ten drie uuren is het huis van den armen robertson, door een toeval, in de asch gelegd. - John gray sloeg aan het gezelschap voor, eene Intekening, ten voordeele van den armen bedorven boer, te doen, en gaf zelve, tot dat goede oogmerk, wel vyf ponden sterlingGa naar voetnoot(‡). Memorandum - Nooit scheen hy my zo beminnelyk als in dit oogenblik. - Nooit stond zyn gelaat zo inneemende. Ten vier uuren het gebed. Ten zes uuren, het gevogelte eeten gegeven. Ten zeven uuren, dischte men het avondmaal op. - Het ongeluk, den armen robertson overgekomen, is oorzaak geweest, dat wy den avondmaaltyd zo laat hielden.
‘Welk een treffend onderscheid tusschen het character der Vrouwen van aanzien van dien tyd, en dat van onze Vrouwen naar de Mode.’ |
|