Aan de Uitgeevers der N. Alg. Vaderl. Letteroefeningen.
myne heeren!
‘Het volgende Stukje las ik onlangs in den Esprit des Journaux, die het had overgenomen uit den Engelschen Universal Censor. Ik hebbe my van het zelfde recht bediend, en van den Franschman ontleend, het geen hy den Engelschman schuldig was. Gelieft gy het te plaatzen in uw Mengelwerk, het is zeer tot uwen dienst Naar dit staaltje te oordeelen, wenschte ik, dat wy wat meer van deeze Aantekeningen van elisabet woodville hadden, dan het verhaal van eenen dag.
Een paar Aantekeningen hebbe ik 'er bygevoegd, welke gy kunt behouden of verwerpen, naar welgevallen.’
Ik ben, met waare achtinge,
Uw Bestendige Leezer,
m.s.