| |
Berigt van den persoon, en de voornaamste werkstukken des beroemden beeldhouwers, Jean Baptiste Pigalle.
(Uit het Fransch.)
Jean baptiste pigalle werd te Parys in den Jaare MDCCXIV gebooren. Zyn Vader, een Schrynwerker, en Aanneemer van de Gebouwen des Konings, bestelde hem, toen hy acht jaaren oud was, by den Heer le lorrain, Beeldhouwer der Academie. Hy betoonde geene geneigdheid tot tekenen; hy hadt zin in 't bootzeeren, doch geen vaardigheid of handigheid in zyn werk, alles ging hem met moeite af. Deeze langzaamheid en dit gebrek aan gemaklyk te werken deeden denken, dat hy geen bekwaamheid bezat, en zouden zyne Ouders bewoogen hebben hem op een ander handwerk te bestellen, indien hy geen sterke zugt betoond hadt voor de Beeldhouwkunde, waar toe zyne neiging zich geweldig uitstrekte.
Pigalle, twintig jaaren bereikt hebbende, werkte by le moyne, die zyn Kunst met drift en zyne Leerlingen als zyne kinderen beminde, die schoone Kunststukken en uitsteekende Kweekelingen heeft naagelaaten. Pigalle waagde het, maar zonder een gelukkigen uitslag, na den grooten prys der Academie te dingen. Beschaamd en bykans mismoedig, durfde hy in de Academie niet weder- | |
| |
keeren. Hy maakte met een Lotgenoot, in 't mislukken van het behaalen der opgehange eerbelooning, een afspraak, om met hem te voet na Italie te gaan, zonder te weeten, waarvan hy in een vreemd land zou leeven: maar Italie, de rechte Moeder der Kunsten, te zien, daar de gedenkstukken van de Kunst der Ouden te bewonderen, en zyn werk te volmaaken, was voor hem alles, de behoefte niets.
Hy kwam in 't langgewenscht Italie: en kon zich niet verzaadigen met de schoonheden van zo veele meesterstukken der Ouden en Hedendaagschen. Meer dan drie jaaren bragt hy door met alle dagen dezelve te bewonderen, te bestudeeren en af te tekenen. Verstooken van middelen om te kunnen bestaan, zonder zyn tyd te besteeden aan werken, 't geen niets zou toegebragt hebben tot vermeerdering van zyn Talent, vondt hy in de Vriendschap eens Kunstgenoots het noodige. De Heer coustou, de Zoon, opende hem zyne beurs, met eene edelmoedigheid, zo eigen aan groote bekwaamheden en aan de jeugd, die weinig waarde op geld stelt. Pigalle ontving genoeg om 'er zyne zeer gemaatigde noodwendigheden uit goed te maaken.
Hoe meer hy de Werken der groote Meesteren bezag, hoe meer hy dezelve bewonderde. Het beschouwen van een' meesterstuk ontvlamde zyne verbeelding: hy brandde van drift, om den beitel en het tekenkryt op te vatten; maar wanneer hy vervolgens zyn werk overzag, en met de modellen vergeleek, viel hem beitel en tekenkryt uit de hand. Honderd keeren stondt hy door deeze mismoedigheid gereed, de Beeldhouwkunde te laaten vaaren, en zou dus het geval geweest zyn, indien hy zich niet opgebeurd gevonden had, door de inwendige bewustheid zyner bekwaamheden, welke doorgaans het waar Talent vergezelt, en het misschien zomtyds voortbrengt.
Uit Italie en Frankryk wederkeerende, werd hy te Lyon opgehouden, om eenig Kunstwerk te vervaardigen. Daar maakte hy zyn Mercurius, het eerste werkstuk, waar in hy zichzelven voldeedt, en ook ten grondslage zyner vermaardheid strekte. - Naa achttien maanden verblyfs te Lyon, kwam hy met dien Mercurius te Parys. Schoon by zichzelven verzekerd, dat het een goed werk was, vertoonde hy het niet dan met een beevend wantrouwen aan zyn ouden Leermeester. Le moyne gaf hem alleen ten antwoord, hem omhelzende, Myn Vriend! ik wenschte dien Mercurius gemaakt te hebben! Dit was voor pigal- | |
| |
le een nieuwe prikkel, en gaf hem moed. Terstond werd hy tot Lid der Academie aangenomen, die hem dien Mercurius in Marmer liet houwen tot zyne intrede. Hy maakte dien af in 't Jaar MDCCXLIV. - Pigalle verwierf roem; doch ontbrak langen tyd het noodige. Vyf jaaren moest hy, om het leeven te onderhouden, voor een Beeldhouwer werken, en op stukken zyns onwaardig zyn tyd slyten.
Een Mariabeeld, voor de Invalides gemaakt, bragt hem in kennis by den Graaf d'argenson. Deeze Staatsdienaar beval hem een Standbeeld te vervaardigen van lodewyk den XV. Madame de pompadour, die de kunsten kweekte, deedt hem een Beeld ten voete uit maaken, 't welk zy zelve verbeeldde, en een ander de Stilzwygenheid, en een welbekende groep van de Liefde en de Vriendschap. Van dit oogenblik af, wist pigalle niet meer wat behoefte was, en begon de vrugt te smaaken van eene standvastigheid en langen arbeid. De Koning liet hem zyn Mercurius in 't groot brengen, en bestelde tot een wedergaa een Venus, die men zeer schoon vondt. Deeze beide Standbeelden werden ten geschenke gezonden aan den Koning van Pruissen, die ze altoos zeer hoog waardeerde. Wy kunnen ons niet inlaaten om te spreeken van alle de Kunststukken van zyn hand, alleen met geen stilzwygen voorbygaan, een klein kind, 't geen een kooitje houdt, waar uit zyn vogeltje gevloogen is; een stukje, 't welk voor een meesterstuk gehouden wordt, in waarheid van uitdrukking en treffende bevalligheid.
Den wydklinkendsten roem heeft pigalle verworven, door het Grafteken des Marschalks van Saxen, waar mede lodewyk de XV de gedagtenis van dien bekwaamen Veldheer wilde vereeren, en geplaatst is in de Kerk van St. Thomas, te Straatsburg; wy zullen 'er vervolgens nader van spreeken. - Op dit groote werkstuk volgde het Standbeeld van lodewyk den XV in brons, voor dien Monarch door de Stad Rheims opgerigt. Het denkbeeld is gelukkig en eenvoudig; en het stuk zeer uitvoerig bearbeid. Beneden aan het voetstuk zyn twee zinnebeeldige Figuuren; de eene een Vrouw, een Leeuw geleidende; zy houdt stegts eenige hairen van de maanen vast, om de zagtheid des Bestuurs aan te duiden: de ander is een Man, zittende op baalen koopwaaren, om de rust en zekerheid, welke de Burgers genieten, te kenschetzen. Dit tweede beeld is puget waardig, van we- | |
| |
gen de schoonheid der charactertrekken, en de waarheid der uitdrukkinge. De Stad Rheims gaf, aan den vervaardiger van dit Standbeeld, een zeer streelend blyk van hoogagting en voldaanheid. Zy wilde naamlyk, dat de gedaante des verbeelden Burgers het Portrait van pigalle zelve zou weezen, en het gelykt volmaakt. - Deeze Figuur verwierf pigalle eene andere onderscheiding nog sterker, dewyl ze ten blyk strekte van de agting eens grooten Kunstenaars, dien hy nastreefde, en van welken hy geen vriend was. Bouchardon was bykans ten einde zyns leevens, en gevoelde met smert, dat hy geen kragts of tyds genoeg zou hebben, om de laatste hand te slaan aan het Ridderlyk Standbeeld van lodewyk den XV; hy verzogt de Regeering der Stad, om aan pigalle de zorg toe te vertrouwen, om 't geen aan dat stuk ontbrak 'er by te voegen. Men twyfelde geen oogenblik om aan deeze begeerte des
Kunstenaars te voldoen. Pigalle heeft het volvoerd, en zelve de Figuuren van het voetstuk, als mede het laag verheeven beeldwerk en de zegetekenen gegooten. 't Is alles zeer net en in een goeden smaak uitgevoerd; maar heeft niet genoeg onderscheidens, om iets aan den roem van pigalle toe te voegen.
Men weet dat veele Aanzienlyken en Geleerden een inschryving openden, om voor voltaire een Marmeren Standbeeld op te richten, de grootste Vorsten en beroemdste Mannen rekenden het zich eene eere, het hunne daar aan toe te brengen. Pigalle werd gekoozen om het te vervaardigen; doch het is zyn beste werk niet. Getroffen door het denkbeeld, om iets in de Beeldhouwkunst van die natuur te verbeelden, 't geen de beitel zeldzaam bewerkt, viel hem in, voltaire geheel naakt te vertoonen. Men mogt hem tegenwerpen, dat die naaktheid des onderdoms onze zeden, den goeden smaak en de waarheid zelve kwetsten, hy bleef by zyn opzet, en volvoerde het. Hier uit is in de daad een Meesterstuk gebooren, 't geen de oogen ergert, en nergens kan geplaatst worden. - Dezelfde dwaaling vervoerde hem in het opmaaken van het Grafteken des Hertogs van harcourt, in Notre Dame. Hy heeft 'er een stervenden vertoond, uitgemergeld door eene langduurige ziekte. De Kunstkenners bewonderen zeer het waare; doch lieden van smaak wenden het gezigt af van dit afschuwelyk beeld.
Pigalle was 'er zeer op gesteld om de Portraiten van zyne Vrienden te maaken. Men heeft van hem die van
| |
| |
diderot, den Abbe raynal, perronet, cougenot, enz. Zyn laatste werk bestondt in eene jonge Dogter, die een doorn uit den voet trekt: men vindt 'er in, even als in alle zyne andere Kunststukken, die uitdrukking der natuur, welke hy wist waar te neemen, en met alle keurigheid uit te drukken.
In den Jaare MDCCXLIV tot Lid der Academie aangenomen zynde, werd hy in 't volgend Jaar tot Adjunct des Hoogleeraars, en tot Hoogleeraar zelve in 't Jaar MDCCLII aangesteld; in 't laar MDCCLXX tot Adjunct des Rectors en in MDCCLXXVII tot Rector zelve benoemd, en eindelyk, in 't Jaar MDCCLXXXV, Kanselier der Academie. In den Jaare MDCCLXIX was hy met de Ridderorde van St. Michiel vereerd. Reeds vry hooge jaaren bereikt hebbende, trouwde hy een zyner Nigten, by welke hy geene kinderen verwekte. Hy overleedt den twintigsten van Oogstmaand des Jaars MDCCLXXXV.
Wy zullen, by dit korte Leevensberigt, eenige voorvallen zyns leevens voegen, als mede eenige waarneemingen over zyn Talent en het character zyner Werken.
Hier boven spraken wy van de weinige geschiktheid, die pigalle in 't eerst liet blyken, en de bezwaarlykheid waar mede hy werkte. Een der grootste Portraitschilderen, welke eenig School voortgebragt heeft, die nog leeft, en aan vaderlandlievende weldaadigheden een gedeelte des overvloeds, welke hy door zyn arbeid verkreegen heeft, besteedt, de Heer de la tour, heeft menigmaal gezegd, dat hy gebooren was met een onhandigheid, welke hy nooit hadt kunnen overwinnen, en dat hy zeer langzaame vorderingen maakte. De geschiedenis der Kunsten levert ons veele voorbeelden op van groote Kunstenaars, wier jeugd niets beloofde. Lod. carrache toonde in zynen jongen tyd zulk een traagheid en ongeschiktheid, dat hy den bynaam van Os kreeg. Dominicain moest in de School van annibal carrache. en st. thomas, in die van albert le grand, denzelfden schandnaam draagen. Meestentyds kondigen groote bekwaamheden zich aan, door vroege kunstblyken en snelle vorderingen: doch daar zyn 'er die geen voortekens altoos geeven, die zich allengskens ontwikkelen, en als met één slag voor den dag komen, door alle beletzelen op ééns heen breekende.
Toen pigalle met zyn Mercurius te Parys kwam, stelde hy denzelven, de goedkeuring van veele bekwaame Meesters weggedraagen hebbende, ten toon voor de lief- | |
| |
hebbers. Op zekeren dag, dat 'er veelen gekomen waren om dit beeld te zien, riep een Vreemdeling, naa 't zelve met de grootste aandagt beschouwd te hebben, uit, Nooit hebben de Ouden iets schooners gemaakt! Pigall, die, zonder zich te doen kennen, aanhoorde, welk een oordeel men over zyn werk streek, vervoegde zich by den Vreemdeling, zeggende, Myn Heer! hebt gy de Standbeelden der Ouden wel bestudeerd? - Ach, myn Heer! was het antwoord des Vreemdelings, met veel drifts: hebt gy dit Beeld wel bestudeerd? Dit gevoel van het schoone, veel sterker in de ziel eens Kunstenaars dan dat van zyne eigene bekwaamheid, verdiende een lofspraak zo zuiver en zo vleiend.
De Graftombe des Marschalks van Saxen is het grootste werkstuk van pigalle, en ook, zo wy meenen, het grootste zamenstel van Beeldhouwkunde, 't welk bestaat. Het verdient dat wy 'er byzonder by staan blyven; het zal aanleiding geeven tot eenige waarneemingen, welke wy aan 't oordeel van Lieden van smaak en verlichte Kunstkenners onderwerpen; Lieden van smaak en Kunstkenners, die, verheeven boven de vooroordeelen en lessen der Schoole, in de natuur en de reden de beginzels weeten te zoeken, die het te werkstellen der Talenten in alle Kunsten moeten bespeuren; dan vooraf moeten wy nog eene andere byzonderheid, pigalle en diens werken betreffende, opgeeven.
Pigalle begaf zich den vyftienden van Hooimaand des Jaars MDCCLXXV na Straatsburg, om daar de Graftombe des Marschalks van Saxen te stellen. Eenige voorafgaande noodwendigheden vorderden omtrent drie weeken, eer hy zyn werk kon aanvangen; hy bediende zich van dien tusschentyd om een reisje na Berlin te doen, om frederik, als mede zyn Mercurius en Venus, te zien. Aan de poort te Berlin gekomen, beantwoordde hy de vraag na zyn naam, met te zeggen, pigalle Auteur du Mercure. De Koning gaf dien zelfden avond een maaltyd aan den Groothertog van Rusland en de Prinses van Wirtemberg, hem ten Bruid toegeschikt. Pigalle werd ingeleid. De Koning hadt verboden iemand in de zaal te laaten waar men het avondmaal hieldt; doch de deuren stonden open, en pigalle onder een drom aanschouwers by den ingang. De Koning in hem een Vreemdeling ontdekkende, gaf last dat hy in de zaal zou komen, en vroeg teffens na den naam van dien Franschen Heer. Men ant- | |
| |
woordde hem, overeenkomstig met de opgave aan de poort gedaan, het was Mr. pigalle, Auteur du Mercure. Zyne Pruissische Majesteit meende dat het de Auteur was van de Mercure de France, en dat Maandwerk misschien niet kennende dan uit het zeggen van de la bruyere, bemoeide zich niet verder met hem.
Pigalle, die zeer wel de vraag van den Koning zou hebben kunnen ontwarren, ging heen, een weinig geraakt over de smaadelyke onverschilligheid op het antwoord gevolgd. Hy zou terstond Berlin verlaaten hebben, hadt hy zyn Mercurius en Venus niet verlangd te zien. 's Anderen daags begaf hy zich na Potsdam, waar die beide Standbeelden geplaatst waren. Naa het eerste bezigtigd te hebben, zeide hy, 't smert my zeer, dat ik naaderhand nooit een beter maakte! Hy onderzogt die beide meesterstukken van zyne hand even als hy die van een ander zou gedaan hebben, en ontleedde de gebreken en schoonheden met den nadruk hem eigen. De Heer de grimaldi, die hem in den tuin van Potsdam aantrof, boodt aan, hem aan den Koning voor te stellen; doch hy wees die eer, met eenige versmaading, van de hand, en keerde dien zelfden avond weder na Berlin. De Koning, den volgenden dag ontdekkende welk een misslag hy 's avonds begaan hadt, liet terstond pigalle opzoeken; doch hy was 's morgens zeer vroeg na Dresden vertrokken.
(Het vervolg en slot in een volgend Stukje.)
|
|