| |
| |
| |
Genees- en heelkundige waarnemingen.
Door Jacob van der Haar.
(Vervolg van bladz. 154.)
49. Het verdient te regt elks opmerking, dat, daar de Schryvers van de voorgaande Eeuwen, van de Scrofuleuse Klierverharding van het Darmscheil, Lever, Mild, Alvleesch, enz. zo dikwyls spreeken, en 'er te regt eene menigte Ziekten van afleiden, dat nogthans de meeste Systhematische Schryvers van deeze Eeuw, ook zelf boerhaave nog van swieten, 'er naauwlyks van gewagen, daar het nogthans waarachtig is, gelyk de beroemde Heelmeester white toont, en de dagelyksche bevinding leert, dat de in- en uitwendige Scrofuleuse Kliergezwellen, na de Kinderpokken en Mazelen, de allergemeenste Ziekte, (ook zelf in Nederland) is. - Ja, de inwendige ongesteldheid der Waterklieren is zo menigvuldig, en dikwyls zo onbekend, dat ze wel eens voor eene Zenuwziekte aangezien en behandeld wordt. - Neêrlands Genees- en Heelmeesteren zyn deswegens aan den Heelmeester white, oneindig, verpligt; en niet minder aan zynen Edelen Vertaaler en schranderen Voorredenaar, den Haagschen Geneesheer a. thuessink; wien ik, voor dit schoone Stuk, hier openlyk dank betuig.
50. Dan, hoe zeer ook in de tegenwoordige Geneeskundige Schriften, de inwendige Scrofuleuse Kliergezwellen van borst en buik, waar uit zo dikwyls, en meer dan men denkt, Teering, belette Doorzwelging, Waterzugt van borst en buik, enz. ontstaat, veelal onbekend zyn, loopt, nogthans, de groote menigte van uitwendige Kropklier-Gezwellen zodanig in het oog der Heelkundigen, dat 'er alle hunne Systhemata van gewagen. - Maar wat baat het eene inwendige Ziekte, die zig maar ten deele naar buiten vertoont, met uitwendige middelen te bestryden, wanneer men by de Geneeskonst geene hulpe vind? - Dikwyls ben ik van schrandere Artzen, zo mondelyk als schriftelyk, geraadpleegd, om myne uit- | |
| |
wendige hulpmiddelen, voor hunne, daar by zynde Scrofuleuse Lyders, te willen aanwenden en mededeelen? Die ik, tot myne verwondering en smerte, moest antwoorden: Dat het uitwendige kwaad eene inwendige oorzaak had, en dat ook deze laatste, door geene uitwendige maar door inwendige middelen, moest worden te keer gegaan. - Toonen deze, en oneindige voorbeelden niet, hoe weinig deze Ziekte, schoon langzaam van aart, dog vernielender dan de Pest, by de Geneesheeren bekend zy? Maar....
51. De oorzaak dezer Klierziekte, is duister, echter is het zeker, dat het eene Ziekte is, welk uit onze natuur voortvloeit, maar vooral door de leefwyze, lucht en land, opgewekt en vermeerderd word. - Het is geen Ziekte die besmettelyk is, nog door inënting der Kinderpokken, zo als de haen en rowly willen, word voortgeplant: ik heb Scrofulen en Scrofuleuse Oog- ontsteekingen door de Kinderziekte, ten minsten voor een tyd, zien genezen. Echter is het zeker, dat kinderen, uit Klierzieke ouderen geboren, daar voor byzonder vatbaar zyn. Ik heb een groot aantal Ouders gezien, met eene Scrofuleuse Teering, waar van het eene kind met Kliergezwellen, een een tweede met Been-Eeters, en een derde en vierde aan Hair, en Daaûworm, (Ziekten van denzelfden aart,) zukkelden; en eindelyk mede aan de Ziekte hunner Ouderen stierven. - Intusschen is het zeer zeker, dat de Klierziekte een vry algemeene Ziekte is; maar om hier van overtuigd te worden, behoort men dezelve te kennen: en hoe zullen Jonge Artzen dit leeren, zo 'er in een Collegium Chirurgicum slegts oppervlakkig van gesproken word? - Heelmeesters hebben, helaas! maar al te veel gelegenheid, om Jonge Artzen te onderregten; - ik, althans, zie deze Ziekte dagelyks, en tot myne smerte, te veel.
52. Zo ik niet dwaal, meen ik, dat de voornaamste oorzaak der Klierziekte in de eerste opvoeding der kinderen, moet gezogt worden; en dat ook de voorbehoeding en genezing daar van, meer in de leefwyze en opvoeding, dan in den Medicyn.- Winkel, bestaat. Ik kan, nog behoef my daar over in een klein en onschuldig Stukjen, meer gerigt om Artzen wakker dan wyzer te maken, schoon my anders geene stof ontbreekt, niet breed uitlaten. - Eene dikke ongerezen Meel- of Broodpap, die door de warmte ras zuur word, (in plaats van welbereid Vrouwe Zog,) schynt in de eerste plaats noodzake- | |
| |
lyk de Darmscheils-Klieren te verstoppen, te vergrooten en te verharden; - en, in het vervolg, door nog minder Verteerbaar Voedzel, by jonge kinderen, te moeten verërgeren. - Hier van daan dan ook, zo veele dikke, harde, buiken by de kinderen, die ook veelal, dog zonder bewys, aan Wormen worden toegeschreven: - Hier van daan ook het onwaardeerbaar nut, van het zagtelyk wryven van den Buik der kinderen, naar hunne ontwaking, en het dagelyks gebruik van eene rauwe eijerdoor, als de beste Zeep, om de dreigende Klierverstopping voor te komen, of weg te neemen.
53. In de Meyerye van 's Hertogenbosch, houden byna alle boeren hun ontbyt met een Pap, of bry van Roggenmeel met de Zemelen; en hun overig voedzel bestaat meest al in aardappelen en Koggenbrood, zonder byna ooit Tarwenbrood, Versche Groenten of Versch Vleesch, te zien: - by deze zie ik zeer veel menschen, schoon zy al vroeg zwaar werk doen, met scrofulen: - In het tegendeel in het Maas- kwartier, (Bommel en Tielerwaard) daar altoos Tarwenbrood, Boomvrugten en zeepaartige Planten worden gebruikt, heerscht die ziekte veel minder: - In het Noorden van Engeland en Schotland, heb ik gezien dat de Arme huislieden hunnen dorst met een weinig raauw havermeel, in water gemengd, stilden, en zig verzadigden met ongerezen brood van havermeel met water tot een klomp gemengd, en op eene plaat, boven het Vuur, gedroogd; en verstond ook dat de klierziekte aldaar zeer gemeen was: - Dan ik meen, voor dat men hier uit gevolgen trekke, dat er meer oplettenheid en proeven vereischt worden.
54. Zommige Lymphaticque kliergezwellen zyn van zulk een verwisselenden aart, datze van de eene plaats naar een ander overgaan, of in zeere Oogen, Ooren, Neus, boven Lip, of in een hardnekkigen uitslag op de hand, veranderen. - Door eene anderendaagsche Koorts; - door een aanhoudende Koorts van drie weeken; - door eene nieuwe bezwangering; - door eene Landreize te paard van tien weken door Duitschland; - door den huwbaren staat enz: heb ik scrofulen aan den hals zien verdwynen, die voorheen alle bekende in- en uitwendige middelen weêrstaan hadden. - Tot narigt van Jonge Artzen, moet ik nog zeggen dat 'er tog veele van deze laatste, voor hun 36ste Jaar, aan een Phthists Scrophulosa sterven; - zy werpen dan meer een taai,
| |
| |
graauw snot-aartig slym, dan ware etter, op; ook bevat hun water, hoe bedorven ook, zelden veel ware etter: - In dezen verwaarloosden of gevorderden staat, ondersteund Kina slegts hunne kragten maar geneest hen niet.
55. Door het beschouwen van lyken aan klierziekten gestorven, heeft men altoos de ingewanden van buik of borst met kliergezwellen bezet gevonden; - en uit de menigvuldige levende voorbeelden, die men dagelyks van deze ziekte ziet, zou men billyk mogen vermoeden dat men in de genezing daar van verre moest gevorderd zyn: het tegendeel is waar. - Niets verveelt my meer dan de menigte in en-uitwendige voorschriften der Geneeskundigen en der bygelovige hulpmiddelen, voor deze ziekte te zien. - Niets is ook beter in staat om onze onkunde van den waren aart der ziekte te toonen; echter schynt het my toe, dat, door het opspooren van de voorafgaande en volgende oorzaken daar van, ook betere hulpmiddelen kunnen en zullen gevonden worden.
56. Ik heb tegen de kliergezwellen kwiksmeeringen, en alle my bekende uitwendige middelen meest altoos vrugteloos, of althans met weinig nut, aangewend; en slegts alleen mogen zien dat Setons, die een menigte Snot-aartig stof uitwierpen, verharde klieren aan den hals, blindheid dreigende oogontstekingen, en soortgelyke gewrigts gezwellen, zomtyds voorspoedig genazen.
57. De geringe dienst, die ik van uitwendige middelen by Scrofulen gezien heb, heeft my niet zelden naar inwendige doen omzien. - Dan ik moet bekennen, schoon daar onder oud geworden, maar weinig gevorderd te zyn. - Ik heb, om van het gewaande Extractum Cicutae, en andere nutteloze middelen, niet te spreeken, van Kwikzilver, Spiesglas, Yzer en deszelfs verschillende bereidingen, zo veel ik kon, inwendig gebruik gemaakt, en dezelve alleen, of met Kina gemengd, gebruikt; en daar van zomwylen eene gunstige, maar ook meermalen weinig, uitwerking gezien, waar van, misschien, de langdurigheid en afkeerigheid van wispelturige lyders, oorzaak waren. Echter kan ik zeggen dat een half grein Calomel met even zo veel Sulphur. Aurat. Antimon. pp. 1. 2. 3 of meermalen daags ingegeven, zomwylen van eene heilzame uitwerking geweest zy.
58. By een beginnende of ook reeds eenigzins verouderde Phthisis, Angina of Asthma Scrophulosum, heb ik
| |
| |
van dit zelfde middel, met een grein Opium crudum, of met vier grein Assa Foetida gemengd, en op dezelfde wyze gebruikt, zomwylen veel dienst, en eene schynbare genezing, gezien. - Dan niets, my bekend, werkt schielyker op de gezwollen waterklieren dan een Pilletje van een grein Turpethum mineral, met even zo veel Succus Liq. om den 2 of 3den avond 1 gebruikt; het welk den buik tevens zagtelyk openhoud.
59. By zwakke, bleeke, dunbloedige gestellen met harde klieren aan den hals, en waarschynlyk ook in borst of buik, heb ik veel dienst gezien van Pillen of een Poeder bereid van Limatura Martis dr. XI Myrhhae opt. dr. VI; dagelyks tot een drachma, min of meer, gebruikt: - ook kan of behoort men van dit of soortgelyk middel, naar het gebruik der voorgaande Kwikmiddelen, gebruik te maken; - dan de verstopping is dikwyls zo groot en de klieren zo ontaart of met kalk-aarde bezet, datze, zelf door eene sterke Salivatic door kwiksmeeringen te weeg gebragt, niet ontbonden konnen worden: - ook verzweeren zy dikwyls, op eene heimelyke en pynloze wyze, van binnen, en delen dit bedorven vogt mede aan het bloed; waar op een Febris Hectica, en de dood, volgt.
60. Geopende Klierverzweeringen zyn immer moeijelyk en langdurend te geneezen; - en geen wonder! wyl de heilzame poging der Natuur zig daar door van iets schadelyks poogt te ontdoen. - Dwaas handelen zy dan, die deze goede werking door uitwendige opdrogende middelen, en drukkende verbanden, tegengaan. - Unguentum Basilicum, met roode Praecipitaat gemengd, schynt het beste uitwendige middel, het welk ook zomwylen, wanneer de Verzweeringen groot of veel zyn, op de inwendige ongesteldheid eenig vermogen heeft: ik heb 'er eene Kwyling op zien volgen, zo 'er veel Praecipitaat onder gemengd, of, dunnetjes op de Zweeren, om de Etter te verbeteren, gestrooid was.
Ik bidde alle Vaderlandsche Genees- en Heelmeesters, hunne veréénigde Kunstvermogens aan te wenden, om deze zo algemeene, verdervelyke, als, helaas! zo weinig bekende, Ziekte, meer te leeren kennen, en meer vermogende hulpmiddelen uit te vinden; en ze den beroemden thuessink, tot het vervaardigen van eene nieuwe Verhandeling, aan te bieden: zy hebben tog alle dagen, zo zy oplettend zyn, gelegenheid, deze Ziekte te zien. Hun eigenbelang, en het belang des Menschdoms, vordert dit.
's Hertogenbosch,
den 20 Maart 1787.
|
|