| |
| |
| |
Leevensberigt van Frederik den II, laatst overleden koning van Pruissen; in den jaare 1758 geschreeven door wylen dr. Johnson, en voortgezet tot zynen dood.
(Vervolg van bl. 123.)
Op den twaalfden van Oogstmaand, viel de berugte Slag by Cunnersdorff voor. Het Pruisische Leger, meer dan zes uuren lang zegepraalende, dreef de Russen onder den Graaf soltikoff, van verschanssing uit verschanssing. Op het Slagveld, schreef de Koning dit Briefje aan de Koningin: ‘Mevrouw! wy hebben de Russen uit hunne verschanssingen gedreeven; verwagt naa twee uuren tyding van een roemryke Overwinning.’ - Maar, al te veel bestaande, toen hy, naar het oordeel zyner beste Generaals, reeds een genoegzaam voordeel bevogten hadt, wendde zich het Krygslot, en hy kreeg eene volkomene nederlaag, met het agterlaaten van al zyn geschut, en bykans 20,000 Man Dooden, Gewonden en Gevangenen. - Genoodzaakt het Slagveld te ruimen, vaardigde hy een tweeden Brief af, aan de Koningin, van deezen inhoud: ‘Verlaat Berlin, met de Koninglyke Familie. Laaten de Archiven naa Potsdam gebragt worden. De Stad kan een Verdrag met den Vyand aangaan.’ - De verslaagenheid, welke de geheele Stad aangreep, op het verneemen van eene tyding, zo geheel het tegenovergestelde van de verwagte, was onbeschryflyk. - Maar de Koning, die den volgenden dag den Oder weder overtrok, koos zulk een voordeeligen stand, dat de Russen geenen aanslag op Berlin konden waagen; een aanslag, waar voor de Inwoonders met zo veel reden vreesden. - De overwinnende soltikoff vormde welhaast eene vereeniging met het Leger, onder den Graaf van daun. Maar, niettegenstaande den jongstbehaalden zegen, vonden zich de Russen genoodzaakt Silesie te ruimen, en na Poolen te trekken. - Het overige van deezen Veldtocht liep ongelukkig af, door de gevangenneeming van den Generaal finch, en een
geheel Pruissisch Leger van 20,000 Man, omringd en beslooten in de engten van Maxen; als mede door de nederlaage van den Veldheer durceke, die den Pruissen op een verlies van 3000 Man te staan kwam.
| |
| |
In den Veldtocht des Jaars 1760, leedt frederik de II een anderen zwaaren slag, op den drie-en-twintigsten van Zomermaand, in 't verlies van een geheel Leger, onder den Generaal fauquet, tot wiens verschanssingen by Landshut men doordrong, 3000 Man doodende en 7000 gevangen neemende; 300 slegts van 't geheele Leger ontkwamen. Geduurende den Zomer, belegerde de Koning Dresden, in den voorgaanden Veldtocht, door den Graave van daun, vermeesterd. Maar deeze onderneeming mislukte, gelyk ook die des Generaals laudohn, tegen Breslau. Laatstgemelde Veldheer werd, daarenboven, door den Koning geheel verslagen te Lignitz. Eene Overwinning, welke zyne Majesteit in staat stelde, om de bedoelde wedervereeniging der Oostenryksche en Russische Legers te voorkomen, en den Graaf van daun dwong, de blokkade van Schweidnitz te staaken.
Zo wyduitgestrekt was het tooneel des Oorlogs, en zo veelvuldig de Krygsverrigtingen, dat de Koning van Pruissen, die, naa de nederlaage by Cunnersdorff, middel gevonden hadt, om zyne Hoofdstad te dekken, nogthans dezelve, naa de overwinning van Lignitz, niet kon beschermen. Een Leger van 40,000 Russen, Oostenrykers en Keizerschen, vertoonde zich voor de poorten dier Stad, welke oogenbliklyk daadigde. De vereenigde Legermagten de Voorraadschuuren en de Tuighuizen verwoest, brandschattingen geheeven, en eenige der Koninglyke Lustplaatzen geplunderd hebbende, trokken te rug, op de ontvangen tyding, dat de Koning tot ontzet aanrukte.
Omtrent het einde des Jaars, verloor de Koning alle sterke Plaatzen in Saxen, zo dat hy, om weder post in dit Land te vatten, en 'er Winterlegering te bekomen, een Veldslag, zelfs in de onvoordeeligste omstandigheden, moest waagen. Diensvolgens tastte hy, den derden van Slachtmaand, den Graaf van daun, aan, zeer voordeelig by Torgau gelegerd: en, naa een gevegt, 't welk van twee uuren in den naamiddag, tot 's avonds ten negen uuren, duurde, behaalde hy de overwinning. De Oostenryksche Veldheer was, deerlyk gewond, van het Slagveld gebragt. Deeze Overwinning, schoon gekogt voor 13,000 Man Gesneuvelden, Gewonden en Gevangenen, was, in derzelver gevolgen, volkomen beslissend. Zy herstelde den roem der Pruissische Wapenen; zy verleende hun Winterlegeringen, en bragt hun in 't bezit eens grooten gedeelte van Saxen.
De Zomer des Jaars 1761 was byzonder merkwaardig,
| |
| |
van wegen de volslagene werkloosheid der twee groote Pruissische en Oostenryksche Legers. Doch ging de Veldtocht niet voorby, zonder eenige gebeurtenissen van groot gewigt op te leveren. De Pruissische Veldheer platen vernielde eenige der voornaamste Magazynen der Russen, in Poolen. De Oostenryksche Veldheer laudohn hadt het geluk om Schweidnitz te bemagtigen. Colberg, eene Zeehaven van het uiterste aanbelang in Pomeren, moest zich, naa in elken Veldtocht, een geregeld beleg uitgestaan, en lang dapper verweerd te hebben, aan de Russen overgeeven. - Het verlies van twee zulke Plaatzen als Colberg en Schweidnitz, aan de beide uitersten der Pruissische Heerschappye gelegen, was allerheilloost voor den Koning: want het scheen hem nu onmogelyk, eenige beweeging te maaken, waar van de vyand zich niet kon bedienen, tot zyn gewis bederf. Hoewel het gansche jaar verliep, zonder het leveren van eenigen geregelden Veldslag, is het opmerkenswaardig, dat geene zyner ongelukkige Veldtochten zo verderflyk voor hem geweest is. Met één woord, 'er scheen geene mogelykheid overgebleeven, dat hy, door iets in 't menschlyk vermogen, behoed kon worden tegen een volslaagen ondergang.
Te midden van deeze akelige vooruitzigten, stierf zyn geslaage Vyandin, de Keizerin van Rusland, op den tweeden van Louwmaand, des Jaars 1762. De oogen van geheel Europa waren nu gevestigd op de stappen, welke haar Toroonopvolger Czaar peter de III zou doen: en het leedt niet lang, of hy verklaarde de vreedzaamste inzigten te koesteren. In 't geen doorgaans wordt toegeschreeven aan de gunstbetooningen of wangunstigheden der Fortuin, mogen wy veeleer erkennen den overheerschenden invloed dier Voorzienigheid, in wier handen de Vorsten der aarde, dikwyls, schoon des onbewust en buiten hun wil, de werktuigen zyn. Nooit was 'er eene omwenteling, in 't vertoon der menschlyke zaaken, tydiger, nooit volkomener. De Czaar, die de verhevenste begrippen van frederik den II koesterde, en diens verrigtingen met de hoogstgaande bewondering beschouwde, sloot een Wapenstilstand met hem, op den zestienden van Lentemaand: deeze werd, den vyfden van Bloeimaand, gevolgd door een Vredes- verdrag, en een Verdrag van Verbintenisse. Hy liet zyne voorgaande Bondgenooten vaaren, zonder iets in 't minste ten hunnen voordeele te bedingen. Hy stemde zelfs toe, dat zyne Troepen
| |
| |
zich by die 'des Konings van Pruissen zouden voegen, om tegen zyne oude Bondgenooten op te trekken. Welhaast zag men een Russisch Leger met een Pruissisch vereenigd, om de Oostenrykers uit Silesie te verdryen, die, weinig maanden geleden, door de Russische Wapenen, in dat Land gebragt waren. - Zweeden volgde het voorbeeld des Hofs van Petersburg, en tekende, op den twee-en- twintigsten van Bloeimaand, den Vrede met Pruissen.
Frederik de II verzuimde geen tyd, om voordeel te doen met deeze groote omwentelingen. Terwyl Prins hend ik, zyn Broeder, in Saxen, veele gewigtige voordeelen behaalde, maakte hy, versterkt door zyne nieuwe Bondgenooten, zich gereed om Schweidnitz te bezetten. Maar, te midden van deeze toerustingen, werd de zo zeer veranderlyke staatshemel van Rusland op 't schielykst bewolkt, door de onthrooning, en daar op schielyk gevolgden dood van zyn Vriend en Bondgenoot, Czaar feter den III, 't welk voorviel binnen zes maanden, naa dat hy den Alleenheerscher der Russen geworden was.
De Geschiedenis deezer groote Staatsomwenteling behoort niet tot dit Leevensberigt. Ten aanzien van derzelver gevolgen voor den Koning van Pruissen, dreigde alles hem op nieuw te dompelen in dien afgrond van verlegenheid, uit welke hy gered was, op zulk een tyd en op zulk eene wyze, dat het hooploos scheen, dergelyk eene uithelping weder te verwagten.
Maar catharina de II, thans tot Alleenheerscheresse van Rusland verheeven, hadt niet alleen zeer sterke beweegredenen, tot eene zeer groote gemaatigdheid in haar gedrag; maar gevoelde welhaast den invloed van persoonlyke dankbaarheid aan den Koning van Pruissen. In veelen van wiens brieven, gevonden onder de Papieren van den overleden Czaar, veele heilzaame raadgeevingen voorkwamen, tegen de onbedagtzaame en onvoorzigtige maatregelen, welke de genegenheid der Keizerinne van hem vervreemd, en Lieden van den hoogsten rang afkeerig van hem gemaakt hadden. Men zegt, dat de Keizerin, op 't hooren voorleezen deezer Brieven, in traanen van dankbaarheid uitborst, en, ingevolge daar van, zich ten sterkste ten voordeele des Konings verklaarde. - Zulks bestondt niet in bloote woorden. 'Er waren reeds bevelen afgegeeven, die een hervatten der vyandlykheden dreigden: zy werden weldra opgeschort. Het Russische Leger scheidde zich, 't is waar, van het Pruissische af; doch al het
| |
| |
voorheen veroverde werd weder gegeeven, en de stiptste onzydigheid in agt genomen.
Frederik de II, schoon dus van zyne nieuwe Bondgenooten verlaaten, was nogthans ontheeven van de vyandlykheden der Russen, en hervatte met vernieuwde kragten zyne Krygsverrichtingen in Silesie. Den Graaf van daun, van de hoogten van Buckersdorff verdreeven hebbende, berende hy Schweidnitz, 't geen zich twee maanden naa het openen der Loopgraaven, op den negenden van Wynmaand, overgaf. - Prins hendrik viel het vereenigd Leger der Oostenrykeren en Keizerschen aan, by Freyberg, en behaalde eene beslissende overwinning. Deeze was het laatste bedryf van aanbelang, in dien Oorlog. Op den Vrede van Fontainebleau, tusschen Groot Brittanje en Frankryk, volgde eerlang die van Hubertsburg, tusschen de Koning van Pruissen en de Keizerin Koningin, by welken men, naa een bloedigen zesjaarigen Oorlog, eindelyk overeenkwam, dat elk der strydende Partyen in dien zelfden stand zou hersteld worden, als vóór den aanvang des Krygs.
't Vervolg by de eerstkomende gelegenheid.
|
|