| |
| |
| |
Leevensberigt van Frederik den II, laatst overleden koning van Pruissen; in den jaare 1758 geschreeven door wylen dr. Johnson, en voortgezet tot zynen dood.
(Vervolg van bl. 580. des laatst voorgaanden Deels.)
Naa den Vrede te Dresden, in 't Jaar 1745 geslooten, werd het Leeven van den Pruissischen Monarch luisterryker, zo uit hoofde van de verscheidenheid der Characters, waar in hy zich vertoonde, als van wegen de gewigtige Lotgevallen, die hem overkwamen. De gemelde Vrede stelde hem in staat om zich in een veel heerlyker Character voor te doen, dan dat des Vermeesteraars van Silesie: hy kreeg regt op de verheevene lofspraak van een wys Wetgeever, en van den Vader zyns Lands. Behalven zyn gadeslaan van den Landbouw, den Koophandel, en de Handwerken, bevolkte hy, in 't byzonder, de woestliggende landen van Pomeren: een groot aantal yverige, van elders uitgetoogenen, door Koninglyke gunstbetooningen aanmoedigende, om zich in die Landstreeken neder te zetten: welks gedaante, in 't verloop van zeer weinige jaaren, de gelukkigste verandering onderging. Meer dan zestig nieuwe Dorpen kwamen in dien verlaaten hoek te voorschyn, elk oord leverde de blykbaarste tekens op van eene gelukkige bebouwing. De ongehaavende vlakten, waar in, zints eeuwen, geen menschenvoet een stap gezet hadt, waren ryke koornvelden; en de gelukkige Boeren bezaaiden, onder de bescherming van een Volklievend Koning, hunne akkers in vrede, en zamelden hunne Oogsten in met gerustheid.
Met den Koning van Groot-Brittanje, ging frederik de II op den zestienden van Louwmaand des Jaars 1756 een Verdrag aan. Dit Verdrag wikkelde de verbondene Mogendheden, in een kostbaaren Oorlog. De Hoven van Petersburg, Versailles, Dresden en Weenen vormden tegen hem een Bondgenootschap. Zyne Pruissische Majesteit viel, in gevolge daar van, met het afloopen van Oogstmaand in Saxen, aan 't hoofd van een talryk Leger; hier door een aanval op zyn eigen grondgebied voorkomende, en den Oorlog op 's Vyands bodem voe- | |
| |
rende. In 't begin van Wintermaand, leverde hy den Slag van Lowositz tegen de Oostenrykers onder den Maarschalk brown; en schoon beide de Partyen zich de Overwinning toeschreeven, noodzaakte hy, korten tyd daar naa, het Saxische Leger, verschanst in de sterke post van Pirna, zich krygsgevangen te geeven. Hy nam zyne Winterlegering in Saxen, behandelde dat Keurvorstendom als een overwonnen Land; en de Archiven van Dresden in zyne magt gekreegen hebbende, hadt hy de duidelykste en egtste blyken van de vyandlyke oogmerken tegen hem beraamd, die den eersten slag, door hem gegeeven, wettigden.
Intusschen vielen de Franschen met een Leger van 80,000 man onder den Maarschalk d'etrees, en een ander 25,000 sterk, onder den Prins de soubise, in zyn Land. Kleef en Meurs, met alle de Pruisische Landen in Gelderland en Oost-Friesland bukten voor die wapenen. De Inval in Saxen diende ten onderwerp van een openbaar Regtsgeding op den Ryksdag: de Koning van Pruissen werd als een weerspanneling veroordeeld, in den Ryksban gedaan, en geoordeeld alle zyne Waardigheden en Bezittingen verbeurd te hebben. De Kreitzen des Ryks moesten hun aandeel van Geld en Manschap opbrengen, om dit gestreeken vonnis kragt en klem te geeven. - In Bohemen hadden de Oostenrykers een Leger van meer dan 100,000 koppen verzameld, aangevoerd door Prins carel van lotharingen. Onder den Maarschalk apraxin, waren 60,000 Russen in vollen aantocht om in Pruissen te vallen; en Pomeren stondt op 't punt, om aangetast te worden door de Zweeden, gesterkt door de magt des Hertogs van Mecklenburg-Schwerin.
In dit hachlyk tydsgewricht van gevaar en roem, vond zich zyne Pruissische Majesteit gebragt, en bezat hy, in vergelyking gesprooken, weinig anders dan zyne bekwaamheden, om het geweld van zo veele schokken af te weeren. Maar de welgeregelde schikking op zyne Geldmiddelen, en zyne Legertugt, gepaard met eene schranderheid, welke alle omstandigheden voorzag, en eene waakzaamheid, die op alles lette, vergezeld van een moed en standvastigheid door geen arbeid af te schrikken, door geen gevaar te onder te brengen; en de bekwaamheid om met een enkelen opslag van het oog het juiste tydstip af te zien: deeze bekwaamheden scheenen een tegenwigt
| |
| |
op te leveren, tegen de zwaarte hem op 't lyf vallende: deeze veranderden den wensch zyner Vrienden in hoop, en zy verlieten zich op redmiddelen buiten de gewoone wyze van berekening loopende.
Ons Plan laat geheel niet toe een Dagverhaal te behelzen der Krygsverrigtingen. Groote Gebeurtenissen des Oorlogs, alleen, kunnen en moeten daar in plaats vinden. In den Jaare 1757 was frederik de II de Oostenrykers weder voor, in Krygsverrigtingen. Vroeg in de Lente trok hy in Bohemen, en, naa een reeks van meesterlyke Legerverplaatzingen, gepaard met eenige gewigtige voordeelen, viel hy, den zesden van Bloeimaand, de Oostenrykers aan in hunne sterke verschanssingen, by Praag, versloeg ze ten eenemaal, meester wordende van hunne Legerplaats, Krygskas en Geschut. Van 100,000 man, waar uit het Oostenryksche Leger bestondt, vlugtten 'er omtrent 40,000 in Praag, en de overigen begaven zich elders heen. Praag werd onmiddelyk belegerd; en die ongelukkige Stad bykans geheel vernield, door het geweldig bombardeeren: een geheel Leger stondt op 't punt van Krygsgevangen te worden. De Vrienden des Konings van Pruissen, zich verzekerd houdende van de vermeestering der Hoofdstad en van het geheele Koningryk van Bohemen, begonnen reeds den afstand van Weenen te berekenen.
Leopold, Graaf van Daun, door zyne Krygsbekwaamheid, wereldwyd vermaard, werd, in deeze verloopen stand der zaaken, gebruikt, om de verstrooide magt der Oostenrykeren by een te zamelen, en, indien het mogelyk ware, aan den Krygskans een anderen zwaai te geeven. De maatregels, door deezen Veldheer genomen, waren zodanig, dat zy toonden, met hoe veel regts hy, naderhand, den eernaam van den fabius maximus der Oostenrykeren verwierf. Eerlang hadt hy 60,000 man by een gelegerd, in een voordeeligen stand by Colin. Zyne Pruissische Majesteit begreep weldraa, dat hy of het beleg van Praag moest staaken, of den Oostenrykschen Veldheer uit die post verdryven. Hy besloot, wat ook het gevolg mogt weezen, het laatste te onderneemen: doch 't zy hy vreesde het Leger, tot het beleg van Praag geschikt, te veel te zullen verzwakken, 't zy de behaalde voordeelen hem te stout maakten, het geheele Leger, tot dit Krygsbedryf bestemd, was slegts 32,000 man sterk, met 't zelve viel hy, op den achttienden van Zomer- | |
| |
maand, 60,000 man aan, op de allervoordeeligste wyze gelegerd, en gedekt door een menigte geschuts. De uitkomst was zodanig als men mogt verwagten; de Pruisischen werden, naa wonderen van dapperheid betoond, en zeven maalen den aanval hervat te hebben, afgeslaagen. De Koning keerde, zonder door de vyanden vervolgd te worden, weder. Brak terstond het beleg van Praag op, was genoodzaakt Bohemen te ruimen, en de wyk in Saxen te neemen.
Frederik's Krygsroem leedt egter eene kort voorbygaande taaning, door de dwaaling, die de ongelukkige nederlaage by Colin ten gevolge hadt; welhaast blonk dezelve met vernieuwden luister, door de edelmoedige wyze, waarop hy zyn misslag erkende, door de grootmoedigheid, met welke hy zyn ongeluk verdroeg, en de geestige slagen van Vernuft en Krygshaftigheid, door welke hy zich opbeurde. Het vriendlyk aanlachen der Fortuin vormt den Overwinnaar; haar wangunst ontdekt den Held.
De ongelukken liepen van alle kanten op den Koning aan. De Hertog van cumberland moest, naa op den vyf en twintigsten van Hooimaand een neerlaag by Hastenbek bekomen te hebben, op den acht en twintigsten van Herftmaand, het berugte Verdrag van Closterzeven tekenen, by 't welk 38,000 Hanoverschen de wapens nederlagen, en den Koning van Frankryk de handen ruim gaven. De Russen vielen in Pruissen, de Zweeden in Pomeren, de Oostenrykers in Silesie, de Franschen in het Brandenburgsche; terwyl het Ryksleger, versterkt door dat onder den Prins de soubise, in sterken aantocht was, om in Saxen te rukken. De Oostenrykers in Silesien belegerden Schweidnitz, een ander gedeelte vermeesterde Zittau, een derde verscheen voor de Poorten van Berlin, en bragt die Stad onder brandschatting. Alle de poogingen des Konings, om zyne zaaken te herstellen, waren tot hier toe zo ongelukkig als moedig geweest. Zyn Veldheer lehwald hadt bevel om de Russen, het kostte wat het kostte, aan te tasten. Met 30,000 man waagde hy, op den dertigsten van Oogstmaand, een aanval op dubbel dat getal, te Norkitten sterk verschanst; doch moest, naa de manmoedigste poogingen, te rug trekken. Met één woord, het Lot, 't geen de Keizerin Koningin, eenige maanden geleden,
| |
| |
dreigde, merkte men thans aan, als het onvermydelyk lot van haaren Tegenstander.
Zodanig was de hachlyke toestand des Konings van Pruissen, wanneer de groote Veldslag te Rosbach, den vyfden van Slachtmaand voorgevallen, het tooneel, op de verbaazendste wyze, veranderde. Met niet meer dan 25,000 Man, behaalde hy eene volkomene Overwinning over het vereenigd Leger der Franschen en Keizerschen, onder den Prins de soubise en den Prins van saxen hilburghausen, 50,000 Man sterk. Zy lieten 3000 dooden op 't Slagveld. Acht Fransche Generaals, 250 Officiers, 6000 Gemeenen, en 63 stukken Kanon, met andere Krygsbehoeften en Zegetekenen, werden gevangen genomen.
Terwyl frederik de II de veelvuldige beweegingen gemaakt hadt, die deezen beslissenden Slag voortbragten, hadden de Oostenrykers het belegerd Schweidnitz te ondergebragt, en, op den twee en twintigsten van Slachtmaand, vielen zy den Prins van bevern aan, in zyne welversterkte Legerplaats, onder de wallen van Breslau. De slachting, onder de Oostenrykers, was verbaazend. Een groot gedeelte huns Legers was te rug getrokken, en het overige ter hertocht gereed, wanneer de Pruissischen onverwagt hunne sterke post verlieten, en agter den Oder trokken. De Prins van bevern, twee dagen naa den Slag, op kundschap uitgaande, zonder eene lyfwagt ter beschuttinge, werd gevangen genomen, door een vooruit gezondene hoop Croaten: eene omstandigheid, die zeer bedenkelyk voorkwam. Breslau, de Hoofdstad van Silesie, viel terstond den overwinnaaren in handen.
De Koning van Pruissen haastte zich, om allen voordeel, van den zegen te Rosbach behaald, te trekken. Met sterke marschen, kwam hy den tweeden van Wintermaand in Silesie, en bevogt, den vyfden dier maand, met 36,000 man, eene volkomene overwinning op den Graaf van daun, en 70,000 Oostenrykers. Zesduizend van de laatstgemelden sneuvelden, het getal der Gevangenen beliep 1500, en meer dan 200 stukken Kanon werden 'er veroverd. Breslau vondt zich terstond berend, en gaf zich op den negen en twintigsten over; Schweidnitz werd belegerd, en geheel Pruisisch - Silesie, met een gedeelte de Keizerin Koningin toebehoorende, te onder gebragt.
Verscheide oorzaaken drongen de Russen, schoon Overwinnaars, Pruissen te ruimen; den Veldheer lehwald,
| |
| |
de handen ruim geevende, om zyne wapens met eenen gelukkigen uitslag tegen Zweeden en Pomeren te wenden: de overwinning van Rosbach, en de gevolgen van dezelve, hadt niet alleen de Franschen genoodzaakt Brandenburg te verlaaten; maar het Hanoversche Leger in staat gesteld, voordeel te doen, met eenige schandelyke schennissen van het verdrag, nam de wapens weder op, om de krygsverrichtingen te hervatten.
Deeze wondere wisselingen, in den loop der Krygsbedryven van frederik den II, deedt de bewondering van zyn Character, in Engeland, tot eene hoogte van geestvervoering opklimmen: en het Parlement, een nieuw Verdrag tusschen de beide Hoven, in den beginne des jaars 1758, geslooten hebbende, lag hem een onderstandgeld toe van 60,000 Ponden Sterling. - De Veldtocht van dit jaar nam eenen aanvang, met het weder te onderbrengen van Schweidnitz; en de Koning van Pruissen 'er op bedagt, om 't Land zyner vyanden het tooneel des Oorlogs te maaken, wendde onmiddelyk zyn weg na Moravie, en belegerde, op den zeven en twintigsten van Bloeimaand, Olmutz, de Hoofdstad diens Gewests. Zodanig, nochtans, was de uitgestrektheid der werken die bezet waren, en zodanig de meesterlyke schikkingen des Graaven van daun, in het onderscheppen van den toevoer, dat de Koning dit beleg moest opbreeken, en na Boheemen te rug trekken.
Uit dit Ryk haastte zich frederik de II, om de Russen te gemoet te gaan, wier Leger, onder den Veldheer fermer, weder in de Landen zyner Heerschappye gevallen, Custrin belegerd hadt. Hy ontmoette 't zelve op den vyf en twintigsten van Oogstmaand: en, naa een bloedig gevegt, van negen uuren 's morgens, tot zeven uuren 's avonds, versloeg hy de Russen, die hun Geschut, Krygskas, en veele Officieren van hoogen rang, verlooren. - Onmiddelyk, naa het behaalen van dien zegen, trok de Koning na Saxen, om zich te vereenigen met zynen Broeder Prins hendrik, die met een Leger gelaaten was, om dat Keurvorstendom te verdeedigen tegen de veréénde poogingen der Oostenrykeren en Keizerschen.
De beoogde vereeniging geschiedde op den elfden van Herfstmaand, en de Koning vatte, kort daarop, post by Hogkirchen, waar hy, 's nagts, den veertienden van Wynmaand, verrast en verslaagen werd door den Graaf van
| |
| |
daun. Hoe veel de Koning, in den lof van waakzaamheid, mogt verliezen door deeze overvalling in den nagt, hy herkreeg de verloorene eer, door zyne tegenwoordigheid van geest, zyne stoutmoedigheid en werkzaamheid, waar door hy, eenigermaate, de wanorde en het verlies vergoedde. Hy trok in goede orde af, niet naagezet door de Oostenrykers; doch, in deezen bloedigen slag, hadt hy 7000 man, met twee zyner beste Veldheeren, Prins françois van brunswyk en den Marschalk keith, verlooren.
Het voordeel, 't welk de Graaf van daun zich had voorgesteld, door den aanval by Hogkirchen, was Silesie te gereeder te bemagtigen. Maar eenige verwonderlyk bedagte omtrekkingen, en een vry groot voordeel te Gorlits verkreegen, stelde den Koning in staat, om de oogmerken van zynen bekwaamen Tegenparty, om in Silesie te rukken, te verydelen, het beleg van Neiss, en de blokkaade van Cosel op te breeken. Met gelyken spoed keerde hy weder, tot verligting van Saxen, en den Graaf van daun noodzaakende, Dresden, door hem berend, te verlaaten, tradt hy zegepraalende, op den twintigsten van Slachtmaand, deeze Stad in. De Legers, van wederzyden, betrokken, kort daar naa, de Winterkwartieren.
In dit Leevensberigt, kunnen wy geene van de Krygsverrigtingen in deezen wyduitgestrekten Oorlog vermelden, dan die de Koning van Pruissen onmiddelyk betreffen. De Veldtocht des Jaars 1759, stak niet uit door eenige aanmerkelyke verrigtingen zyner Legerbenden, tot op den drie en twintigsten van Hooimaand, toen de Generaal wendel, met 30,000 man, een Russich Leger van 70,000 te Zulichau aantastte, en alles tegen zich hadt. Hy werd afgeslaagen, met een verlies van meer dan 7000, zo Gesneuvelden, als Gewonden en Gevangenen. - De Russen, in Silesie doordringende, vermeesterden Frankfort aan den Oder, en kreegen by zich de Oostenrykers, onder den Generaal laudhon. De vereenigde Legers telden 90,000 man, terwyl dat der Pruissischen, thans versterkt, door dat de Koning in persoon aanvoerde, slegts 50,000 beliep.
(Het vervolg by de naaste gelegenheid.)
|
|