wandelende, aan de koude lucht blootgesteld. - Den zelfden avond, en de twee volgende dagen, was hy doorgaans huiverig, had weinig eetlust, en bevond zich niet wel.
Den derden dag, kreeg hy 's avonds hevige pyn in den rug, op de plaats van het Heilig Been, welke den nacht door, en volgenden dag, in minderen graad geduurd hebbende, zich 's avonds uitstrekte langs de dye en schenkel van de rechte zyde tot door den voet. De pyn hield een gedeelte van den nacht aan, bedaarde op den morgen van den vyfden dag; maar wierd 's avonds op de zelfde wyze gevoeld in de tegenovergestelde deelen.
Op den zesden dag, 's avonds, leed wederom de rechtezyde door even hevige schietende pynen, als twee dagen te vooren, terwyl de linkezyde bevryd was; doch bleef het deel, dat pynelyk geweest was, zeer gevoelig by de minste aanraaking: en zo waren beide extremiteiten op den zevenden dag, wanneer de bal en onderste deel van den grooten toon, aan den linken voet, zich rood en gezwollen opdeeden; zynde tevens eenige zwelling door den geheelen voet verspreid, welke ook eenigzins in den rechten merkelyk was. - De voeten, welke men zedert twee dagen met dekens omwonden had, waren, byzonderlyk de rechte, vogtig, en waassemden tamelyk uit.
's Avonds was 'er wederom verheffing van pynen, die een gedeelte van den nacht, gins en weder van het Heilig Been, na, en door, de heupen bleeven aanhouden.
Des anderen daags, deed zich op den gewoonen tyd een zoortgelyke pyn op, van de linke elleboog door den voorarm en hand en, in den agtermiddag van den negenden, was dat deel doorgaans rood en gezwollen, en by het aanraaken zeer pynelyk.
In den voornacht, op den tienden, was de Lyder onrustig, doch in den nanacht stil, en sliep eenige uuren.
's Avonds wierd ook de rechte arm aangetast, doch met minder hevigheid, was ook des anderen daags rood en gezwollen, en mede onbruikbaar.
Nu rees by het losmaaken des linkenarms een damp op, en 'er was, over het geheele lichaam, eene zagte uitwaasseming: de Lyder kon, neerliggende, het onderste deel van den rug verschuiven; over welk deel, ook in verscheide dagen, geene klagten gehoord waren.
Op den vyfden, zesden en zevenden dag, was de puls daags niet sneller dan natuurlyk, verpoosde by ongelyke