| |
De dankbaare edelmoedigheid en wederzyds betoonde vriendschap.
Eene geschiedenis van twee Kooplieden.
(Uit het Engelsch)
Claudiaan en curio, twee Jongelingen, werden groot gebragt in 't zelfde huis, en geschikt tot den zelfden Winkel-Handel, onder den zelfden Heer; nochtans met dit aanmerkelyk onderscheid, dat claudiaan de Zoon, en curio de Knegt, was van den deftigen morillus; en de eerstgemelde een groot en onbezwaard capitaal te wagten stond, en de laatstgenoemde niets dan zyn eerlyk vlytbetoon bezat.
Morillus ontviel hun, toen zy beiden genoegzaame bedreevenheid in den Handel verkreegen hadden: zy vonden zich aan zich zelven overgelaaten. Claudiaan boodt curio Deelgenootschap in den Handel aan, 't geen deeze van de hand wees, enkel om dat zulks veel meer was, dan hy met reden kon verwagten. Deeze edelmoedige belangloosheid trof claudiaan dermaate, dat hy curio eene somme gelds opschoot, om afzonderlyk den Handel te dryven.
Curio, weetende, dat hy geheel met eens anders geld den Handel voortzette, kon niet anders, dan door vlyt en spaarzaamheid, zich van den last der jaarlyksche intressen ontheffen, en in een onbelemmerden staat geraaken; hy behartigde alles met den noeststen vlyt, en verbondt zich ten naauwsten aan zyn winkel. Geene langduurige avondbezoeken, tot in den nagt gerekt, hielden hem den volgenden morgen te bedde: zyn winkel was een uur vroeger open dan die zyner buuren, en hy bleef 's avonds een half uur langer de klanten opwagten. Curio leefde in zyn winkel, en vondt 'er altoos iets te doen; steeds oplettend had hy altoos werk; zyn heusch en verpligtend gedrag, de eerlykheid zyns handelbedryss, bezorgden hem veele begunstigers; die ééns by hem gekogt hadden, zagen na geen ander om.
Het eerste jaar gaf hem zo veel winst, dat 'er merkelyk wat over- | |
| |
schoot, en na verloop van het tweede jaar, was hy niet alleen in staat het opgeschooten geld by zyn edelmoedigen weldoener af te doen, en, met de vuurigste dankbetuigingen, 't zelve op te brengen; maar had ook de genegenheid van alle braaven, omstreeks hem woonende, gewonnen; en de gemaatigdheid zyner leevenswyze prees hem dermaate aan by den Predikant zyner woonplaatze, een der waardigste Bedienaaren van zyn Ampt, dat hy geene zwaarigheden ontmoette, wanneer hy de Dochter van dien Geestlyken ten Huwelyk vroeg. Zy bezat geene noemenswaardige middelen, en dus kon onze jonge Handelaar geen Huwelyk met veel schats verwagten. De goede genegenheid van haar Vader agtte hy een genoegzaame Huwelyks-gave; dan het gunstig denkbeeld, 't geen deeze van zyn Schoonzoon vormde, was zo groot, dat hy gereedlyk toestemde, om 't geen hy zyne Dochter ten Huwelyk gaf, in den Handel aan te leggen; 't welk curio in staat stelde, om met meer ruimte te handelen; terwyl de liefde der Gemeente voor hunnen waardigen Leeraar, tot vermeerdering des Koopbedryfs, niet weinig toebragt; elk wilde hem verpligten, door gunstbetoon aan zyne Dochter en diens Echtgenoots.
Zyn ruimer staat baarde geene verandering in zyn gedrag: eene eenigzins kostbaarder leevenswyze was het eigenaartig gevolg van zyn Echt; doch zyne Vrouw betoonde niet min voorzigtigheids en zuinigheids, dan hy zelve, te bezitten; welhaast maakten zy een plan van uitgaaven, bepaald binnen het inkomen, 't welk zy konden berekenen, en zy beslooten 'er iets van te bespaaren, tot de vermeerdering des Handels hun in staat stelde, om, in volgende jaaren, meer te verteeren, zonder tot iets, 't geen naar verkwisting geleek, over te staan. 't Valt gereed te begrypen, dat zulk een Gezin 's jaarlyks geld moest opleggen, en welhaast de hoofdsom zien verdubbelen.
Terwyl curio, op deeze wyze, zyne zaak met allen voordeel behartigde, dreef claudiaan, wiens ryker omstandigheden hem boven de noodzaaklykheid van vlytbetoon verhieven, denzelfden Handel, op eene geheel verschillende wyze. Wel dra hadt hy by zichzelven besloten den Handel aan te merken als een uitspanning in een ledig uur; doch in het denkbeeld, dat hy denzelven niet behoefde, besloot hy tessens zich 'er niet zeer over te bekommeren. Hy nam een bekwaam knegt, die alles waarnam, gaf deezen een goed jaarwedde, doch geen deel in de zaaken, behalven iets van de winst. - 't Is eene zeer gevaarlyke, schoon maar al te gemeene dwaaling, zich te verbeelden, dat men met den Handel kan speelen, en doen wat ons lust, terwyl men zaaken om handen heeft. 'Er is geen middelstaat in de handeldryvende wereld; vlyt alleen brengt rykdom aan; ledigheid armoede. De Man, die het der moeite niet waardig agt, zich stipt by zyne zaak te bepaalen, dewyl
| |
| |
hy het zonder dezelve kan stellen, moet 'er zich geheel van ontdoen. De winkel vordert den meester, en hy, die, schoon den winkel niet behoevende, denzelven aanhoudt, zonder het eigen oog 'er gestadig op te slaan, zal ten eenigen tyde tot zyn schade handelen: en de bekwaamste knegt is, voor zodanig iemand, niet zelden de slegtste.
Claudiaan, egter, verzuimde zyne zaaken niet ten eenemaal: alle voormiddagen vertoonde hy zich in zyn winkel; doch 's middags at hy in een Logement, en bragt den avond door, gelyk hy dagt dat een Heer van fatsoen behoort te doen. - Veele jonge Kooplieden verbeelden zich ongelukkig, dat, gezelschappen by te woonen, de weg is om in het bedryf te komen, en dat de avond-byeenkomsten, gehouden in de meeste wyken der Stad, de helft opleveren van de inkomsten der leden. Allerdroevigst wanbegrip! de Handelaar weete dat de Herbergier de eenige man is, wiens beurs verzwaart door deeze gezelschappen, en dat de meeste, die 'er komen, veelal zodanige lieden zyn, wier gemeenzaame verkeering een bedag - zaam Koopman moet vermyden. - Claudiaan was boven deeze soort van gezelschappen: hy verkeerde met lieden van middelen, met jonge Heeren van smaak, vernuft en zwier, en wel dra was hy hun gelyk. Maar de kleeding, noodig, om onder lieden van dat slag om te gaan, verschilde zo veel van de deftige burger-kleeding, dat deeze alleen, daar zy hem een voorwerp van bewondering maakte, onder zyne medewinkelieren, zo zeer de gunst van allen in de nabuurschap onttrokken, dat hy binnen kort bykans geen andere kalanten had, dan zyne vrolyke kennissen.
Deeze kwistige levenswyze, en de benoodigdheden tot den Handel, vorderden veel gelds. Claudiaans middelen bestonden meest in banknooten: hy trok op zyn Kassier zo menigmaal hy geld behoefde: hy leefde wel te vrede, schoon bewust, dat hy wat meer verteerde, dan zyn inkomen van intrestgelden alleen oeliet; en 't geen in den Handel lag, verbeeldde hy zich vast zou winst aanbrengen; geen zwaarigheid altoos dat 'er geen geld in kwam; en, in de daad, hy wist niet voor het jaar ren einde was, of 'er in kwam, dan niet: hy hieldt het voor eene onverschillige zaak, of iemand met gereed geld, dan over twaalf maanden, betaalde; en leefde in het dwaas begrip, dat lang credit iemand agting byzet, en dat een winkelier nooit zyn geld moet inroepen, zo lang hy het veilig agt; dewyl dit de lieden van koopen afschrikt. In de daad, hy scheen alle de valsche begrippen van veelen onzer jonge Handelaaren aangenomen te hebben; die er ook veelen ten gronde doen gaan, terwyl men ze als geheimen des Handels elkander aanpryst.
Claudiaan's zaaken begonnen, zonder dat hy het wist, zeer ten agteren te loopen; doch 't geen anderen als een laatst
| |
| |
plegtanker te baat neemen, wanneer hun boedel dreigt schipbreuk te lyden, scheen hy, schoon des onbewust, ook te zullen gebruiken. Eene jonge Juffrouw, op zekeren dag toevallig in zyn Winkel gekomen, nam het gekogte, maar ook het hart, van den Winkelier mede. - Hy maakte zyne opwagting by haar; doch hadt voorzichtigheids genoeg, om, eer hy verder ging, te onderzoeken wie zy was; en bevond de Juffrouw van goeden huize, met tien duizend ponden aanbestorven Capitaal. - Claudiaan, een jong Heer, van een zeer beleefd en inneemend voorkomen, vondt welhaast middel om zich by de Familie in te dringen; en dewyl hy zich boven haar in middelen agtte, was zyn eerste werk de zaaken met haar Vader te beschikken. Deeze hadt, wel is waar, geen zin in het Winkelbedryf van claudiaan; doch zyne middelen buiten dat namen alle zwaarigheid, wat het geld betrof, uit den weg, en haalden den ouden Heer over, om het als eene voordeelige party te beschouwen. Min zwaarigheids vondt hy om de toestemming der Juffrouw dan die des Vaders te krygen, alles was tusschen de jonge lieden één hart, één ziel. De Minnaar paste zyn Beminde op, en ging met de Familie na alle openbaare plaatzen van vermaak: zyn altoos vrolyke inborst, en aartig onderhoud, bragt te wege dat de oude Heer zo zeer op hem gesteld wierd als de jonge Juffrouw.
Vryery is bykans ontwyfelbaar het verderf of het geluk eens jongen Handelaars, daar in gewikkeld; is de keuze onberaaden, het onheil kan niet agter blyven, 't zy dezelve slaagt dan niet, en zelfs, wanneer 'er niets in te laaken is: de tyd, daarby verlooren, en het verzuim van bezigheden, daar door veroorzaakt, zyn niet ligt te vergoeden. - Ten opzigte van claudiaan schikte zich alles zo gunstig, dat het niet lang aanliep of de Trouwdag werd aanstaande bepaald, de Bruid en Bruidegom maakten alle toebereidzels. - Om deezen tyd deedt claudiaan een nader onderzoek na de middelen der Bruid, en haar vader omtrent die des Bruidegoms. Alles bleek van haaren kant aan de verwagting te beantwoorden. Maar, helaas! by het nagaan van zyne zaaken, ontdekte de Bruidegom thans voor de eerste keer den verwarden en bedorven staat zyns Boedels Zyne Boeken, wel is waar, vondt hy vol lange schuldbladen; het loopend geld, in den Handel, geene geringe som; doch het geld by zyn Bankier meest opgenomen; en, schoon hy veel meer te ontvangen dan uit te keeren hadt, waren nogthans zyn uitstaande schulden des Handels niet gering.
De oude Heer weigerde, uit hoofde van dit alles, zyne Dogter. De verlegenheid en ontsteltenisse was aan haar kant zo wel, als aan dien van claudiaan, allertreffendst; zy namen het hartroerendst afscheid, en de ernstige aanzoeken der Ouderen konden de jonge Juffrouw niet wederhouden, van zich, door de
| |
| |
plegtigste geloften te verbinden, dat zy nimmer eenig ander Persoon zou trouwen.
Claudiaan begon nu op nieuw orde op zyne zaaken te stellen, zyne schulden te innen; doch zyne Bedienden gingen in den nagt door met een groot gedeelte van zyn gereed geld. Veelen zyner schuldenaaren waren dood, meer nog zaten gevangen. Doch zyne schuldeischers betoonden zich zeer gereed, om voor den dag te komen: zy hadden gehoord van het mislukte Huwelyk, en de oorzaak daar van vernomen. 't Gevolg was, gelyk gewoonlyk, dat zy allen hem teffens op 't lyf vielen, om zich van zyn overgebleeven goed, of van zyn persoon, meester te maaken.
Niets bleef 'er nu voor den ongelukkigen Man over, dan een Vriend te zoeken, die de reddering zyner verwarde zaaken ter hand nam, en zich, ten zynen behoeve, by zyne schuldeischers vervoegde. Te goeder uur, dagt hy in deezen nood om curio, dien hy voorheen zo edelmoedig behandeld hadt; om deezen zondt hy onmiddelyk, gaf hem volmagt om voor hem te handelen, en zyne zaaken, was het mogelyk, tot een verdrag te brengen. Deeze dankbaare verbond zich, zonder toeven, om dit alles te doen, en stelde zich borge voor de geheele som, nam hem ten zynen huize, vorderde de schulden in, en betaalde het te kort komende, uit zyne eigene middelen.
Hy liet het hier by niet berusten, maar sprak hem, op zekeren dag, in deezer voege aan: ‘Myn waarde claudiaan, 'er is een tyd geweest, waar op gy edelmoedig genoeg waart, om my een Handelgemeenschap, welke ik met geen grond mogt verwagten, aan te bieden. Myne zaaken staan thans zo, als de uwe in dien tyd; doch daar gy my niets schuldig waart, moet ik alles aan u verschuldigd agten: Dankbaarheid spoort my derhalven aan, om u heden dezelfde aanbieding te doen als uwe Edelmoedigheid my toen deedt. Neem, overzulks, vrylyk aan, een gelyk aandeel van alles, wat uwe goedheid my in staat gesteld heeft, over te winnen.’
Claudiaan liet zich met moeite overhaalen, om den voorslag zyn vriends te omhelzen: doch ten laatsten bezweek hy voor den vriendlyken aandrang, en besloot, dit geschied zynde, zich des waardig te gedraagen. Ieder zag en bewonderde de goedheid van curio's hart, elk was getuigen van de verandering door dezelve by claudiaan te wege gebragt, die welhaast zo vlytig en oppassend wierd, als hy voorheen traag en verwaarloozend geweest was. - Een gelukkig slaagen in den Handel was het natuurlyk gevolg van de vereenigde poogingen dier Kooplieden. Claudiaan hadt zich tegenwoordig over niets te beklaagen, dan over het gemis van 't geliefde Voorwerp zyns harten, welks denkbeeld te diep in 't zelve geprent was, om 'er immer uitgewischt te kunnen worden. Daar in begunstigde
| |
| |
hem het goed geluk desgelyks. Een zyner Bloedverwanten stierf, en liet hem Erfgenaam van eene som, tweemaal zo groot als hy eerst bezeten hadt. Verrukt over de gelegenheid, om op éénmaal zichzelven, en het voorwerp zyner liefde, gelukkig te maaken, vervoegde hy zich, zonder uitstel, by haar, hervatte zyn aanzoek, en verwierf gereedlyk de toestemming haarer Ouderen; ging den langgewenschten Echt aan, bragt zyne geheele bezitting in den Handel, waar in curio zyn deelgenoot bleef. Diens en zyn Gezin maakten, om zo te spreeken, één Gezin uit, zy leefden in de genoeglykste eensgezindheid voor zichzelven, en tot een voorbeeld onder allen, rondsom hun.
|
|