dergaan hebben; en gevolgelyk zoude 'er, deeze voorondergestelde oorzaaken gegeeven zynde, echter een evenwicht hebben kunnen plaats hebben; en zulks derhalve ter betooging van het gezochte niets afdoen.
Wy meenen echter als zeker te kunnen stellen, dat de lichaamen by nagt zwaarder zyn dan by dag. In den jaare 1735, heeft men, met de beste thermomeeters, op het Observatorium te Utrecht waargenomen, dat het verschil der koude by nagt of by dag omtrent van 8 graden is. Deeze Waarneemingen zyn naauwkeurig en zeker, wy kunnen dit verzekeren, dewyl wy 'er tegenwoordig zyn geweest; zy zyn genomen in de maand van May, hoe veel grooter moet dan het verschil niet zyn in de Herfst-en Wintermaanden? men heeft ten dien einde de weerkundige tafelen maar te raadpleegen. Is de koude dan zoo veel grooter by nagt, dan by dag, zoo moet 'er eene inkrimping der lichaamen by nagt zyn, by dag eene uitzetting. Gelyk dit door den vuurmeeter, in de Tentamina, aan de Floryntynsche Academie gezonden, ten vollen kenbaar is. Door deeze inkrimping der lichaamen by nagt moet het volumen kleiner worden, en gevolgelyk de specifique zwaarte, door middel van de kleiner oppervlakte, grooter by nagt dan by dag zyn. Dit kan niet wel door middel van een Unster kenbaar worden, het zoude, door proefneemingen van vallende lichamen, van eene bepaalde hoogte, in klei of potaard beproefd moeten worden: en als dan is het meer dan waarschynelyk, by aldien de vereischte naauwkeurigheid werd in acht genomen, dat 'er eenig verschil van zwaarte bespeurd zal worden. Ja, ik maak my sterk, dat deeze verschillende zwaarte niet alleen by nagt en dag, maar ook des Zomers en des Winters, plaats hebben; ten minsten, dit blykt in de vloeistosten uit het tabelletje van den Heer eischensmid, gemaakt op het gewigt van een Paryschen taarlings duim: te vinden in de tweede editie van de beginselen der Natuurkunde, van den onvergelykelyken musschenbroek, eerste Deel, pag. 427; alwaar men zien kan, dat dit onderscheid aanmerkelyk s.
Ik heb de vryheid genomen, deeze aanmerkingen van de hand te geeven, in een nederig denkbeeld, ter uitbreiding van nuttige kundigheden; ingevalle van misvatting, wil ik my het oordeel van ervarener zeer gaarne onderwerpen; terwyl ik my ondertusschen vergenoege met het aangenaame vooruitzicht, dat zy den beminnaaren van Weetenschappen niet onaangenaam zullen zyn.