doch altoos een weinig scherp gevonden, daar, in overvloediger jaaren, die zelfde Melk zeer zagt is, en den Zieken kragtdaadig helpt.
Door welke middelen men de Weidlanden zou kunnen herstellen, valt gemaklyk op te maaken, uit het geen men in Zweeden doet in de Velden van Tahlun. De grond is 'er schraal, de omleggende plaatzen bestaan uit zand en klippen, bezet met Dennen en Ierlandsche Mosch; ook treft men 'er eenige moerassen aan: ondertusschen zyn die landen de grasrykste in dat geheele Koningryk. Wanneer de Zweeden in die streeken een Weide willen aanleggen, laaten zy den grond, ten minsten ter diepte van zes duimen, omspitten; zy zuiveren denzelven van alle steenen, bebouwen dien vervolgens, en brengen 'er veel mest op: zy zaaijen 'er koorn en zomtyds haver op. Den Oogst gedaan zynde, laaten zy het land braak leggen, en eenige jaaren daar naa groeit 'er overvloedig gras. Indien het gezaaide slegt opkomt, indien de grond met mosch begroeit, hervatten zy de eerste bewerking, welke zy, naa langer of korter tusschenpoozen, herhaalen, zo ras zy bemerken, dat de Weide begint af te neemen. - Deeze eenvoudige bewerking zou slaagen in alle Weiden, die ryklyk bevogtigd worden; doch in min vogtige, en misschien in alle, zou het zeer dienen tot het voortzetten der beste Kruiden, dat men 'er Graszaad zaaide, of zaaden van Planten, die onze beste Weiden beslaan.
Cato, gevraagd op welke wyze een Landbouwer schielykst ryk kon worden? antwoordde, door Vee te houden: hy wilde zeggen, door den grond wel te bearbeiden en ryklyk te mesten: en gevolglyk door zyne Weidlanden in goeden staat te houden.
Ferius cresinus trok meer van een klein Erfgoed, dan zyne Buuren, die eene veel grooter uitgestrektheid gronds bebouwden. Nyd vervulde hun hart, zy beschuldigden hem, dat hy door zekere toverkonst hunne landen onvrugtbaar hieldt. Hy werd van de Overheid geroepen, om zich des te verantwoorden. Hy bragt voor hun oog, de best gemaakte werktuigen en gereedschappen des Landbouws, hadt een spade in de hand, en by zich welgevoede Koeijen. ‘Zie daar’, was zyn woord, al myne ‘Toverkunst; voeg 'er myn zweet en zorgen by!’ Allen stemden zy ten zynen voordeele.
De Landbouw vordert sterke, arbeidzaame en kundige Lieden. Zy moeten weeten de Beesten, tot den arbeid en het be-