Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
Mengelwerk, tot fraaye letteren, konsten en weetenschappen betrekkelyk.Ophelderingen, over de Teraphim, of goden van Laban. Waar van wy leezen. Gen. 30 35.(Overgenomen uit robert cleyton's Introd. in the Hist. of the Jews.)
'Er doen zich, wanneer wy, in de ontmoeting tusschen laban en jacob, van Goden, of, gelyk ze genoemd worden, Theraphim, leezen, reden te over op, om ons te vraagen, welke deeze Goden, of Theraphim, waren? als mede welk een gebruik laban van dezelve maakte? Ik heb my voorgesteld deeze beide byzonderheden in een helderen dag te zetten. 't Is meer dan waarschynlyk, dat laban den éénen waaren god aanbadt. Immers wy leezen, gen. XXVI:34, 35. dat het huwelyk van esau met twee Hethitische Vrouwen aan izaak en rebecca groote moeilykheden baarde: de Jerusalemsche Targum merkt deswegen op, dat deeze beide Vrouwen door izaak en rebecca zich niet wilden laaten beweegen, om de Afgodery te laaten vaaren, en den Dienst des éénen waaren gods te omhelzen. Dit deedt rebecca tot izaak deeze taal voeren: Ik heb verdriet aan myn leeven, van wegen de Dogteren hets, indien jacob eene Vrouwe neemt van de Dogteren hets, gelyk deeze zyn van de Dogteren deezes Lands, waar toe zal my het leeven zyn? Waarop izaak zyn Zoon jacob riep, hem dit bevel geevende: Neem geene Vrouwe van de Dogteren canaans: maak u op gaa na Padan Aram, ten huize van bethuel uws Moeders Vader, en neemt u van daar eene Vrouwe van de Dogteren labans, de Broeder uws MoedersGa naar voetnoot(*) 'Er is, derhalven, alle waarschynlykheid, dat, ten tyde toen rebecca het Huis haars Vaders verliet, het geheele Gezin den waaren god aanbad: en kan men niet wel veronderstellen, dat, in het verloop van 't klein bestek van Jaaren, zints rebecca | |
[pagina 2]
| |
vertrok, tot den tyd dat rachel de Theraphim wegnam, laban tot Afgodery vervallen was. En zeker rebecca, met zo veel afkeers vervuld, omtrent de Vrouwen van esau en de Dogters van hets, om dat zy de Afgoden eerden, zou haar Zoon jacob niet in Padan Aram hebben laaten trekken, om 'er eene Vrouwe te zoeken, indien zy het minste vermoeden gekoesterd had, dat laban en diens Gezin van den Dienst des éénen waaren gods waren afgevallen. 't Geen dient om de rechtmaatigheid deezer denkbeelden aan te toonen, is, dat laban, wanneer hy jacob agterhaald hadt, met hem een Verbond maakende, zwoer by den god abrahams, en by den god nahorsGa naar voetnoot(*). Welk een gebruik kunnen wy dan veronderstellen, dat laban van deeze Goden maakte? Ten antwoord dient, dat, schoon laban alleen den waaren god, de god abrahams, aanbadt, hy zich heeft kunnen laaten wegsleepen, door de heerschende Bygeloovigheid des Lands, om zich aan Huichelaarye over te geeven. - Dat nu de Theraphim kleine Beeldjes waren, ten dien einde in gebruik, blykt duidelyk uit ezechiel XXI 21. De Koning van Babel wordt ons daar beschreeven, als verscheide middelen van waarzeggerye gebruikende, en onder deeze vinden wy, de Theraphim. De Koning van Babel zal aan de wegscheidinge staan, aan het hoofd van twee wegen, om waarzegginge te gebruiken, hy zal zyne Pylen slypen, hy zal de Theraphim vraagen, hy zal de lever bezien: dit zelfde leezen wy uit eene plaats, by Propheet zacharia X: 2. De Theraphim spreeken ydelheid, de Waarzeggers zien valschheid, en zy spreeken ydele droomen. Veelen zyn van gevoelen, dat het gebruik deezer Theraphim niet onbestaanbaar was, met den Dienst des waaren gods: want wy leezen, dat micha, die een Godshuis hadt, eenen Ephod en theraphim maakte, en de hand van eenen zyner Zoonen vulde, dat hy hem tot eenen Priester ware: en vervolgens betuigde: Nu weet ik dat de heere my wel zal doen, om dat ik deezen Levyt tot eenen Priester hebbe.Ga naar voetnoot(†) In 't vervolg der Geschiedenisse ontdekken wy, dat het gebruik, 't welk hy van deeze Goden maakte, de Waarzegging betrof: want, wanneer | |
[pagina 3]
| |
vyf Mannen, uit den Stamme van dan, om het Land te verspieden, na Lais gezonden, aan het gebergte van Ephraim, ten huize van micha gekomen waren, en van den Levyt vernomen hadden dat zy hem kenden, die micha ten Priester diende, doen zy hem den voorslag, Vraagt toch de Goden, op dat wy mogen weeten, of onze weg, dien wy zullen wandelen, voorspoedig zal zyn? En hy antwoordde hun, Gaat in vrede: uwe weg, welken gy zult heenen trekken, is voor den heere!Ga naar voetnoot(*) De naam van Elohim, aan deeze Theraphim gegeeven, bewyst niet, dat zy dezelve met een Godsdienstig eerbewys vereerden: dit woord stamt af, van een woord, 't geen Vermogen, Magt, betekent, en word, in de Schriften des Ouden Verbonds, zo wel van Engelen en Menschen, als ten opzigte van den allerhoogsten, gebezigd; het betekent eigenlyk Magten. Doch schoon men de Theraphim niet aanbadt, gaat het vast, dat de bygeloovige einden, waar toe men dezelve gebruikte, de Afgodery aanmoedigde, en misschien tot een der oorsprongen daar van strekte. - Naar alle waarschynlykheid, waren het zulk slag van Goden, als thera de Vader abrahams, en de Vader nahors, aan geene zyde der Riviere gediend haddenGa naar voetnoot(†): dat wil zeggen, als zy zich in Ur der Chaldeen, aan den anderen kant van den Euphraat, bevonden. Ondertusschen gaat het vast, dat therah en nahor, ten zelfden tyde, den waaren en leevenden god eerden. Dit blykt uit den Eed, door laban, by de Verbondsluitinge met jacob, gezwooren: deeze Eed geschiedde by den god therahs, den god nahors, den god abrahamsGa naar voetnoot(§); en tot een nog uitmaakender bewys dient, dat zy uit hun Geboorteland verbannen wierden, om dat zy den dienst des waaren gods niet wilden verzaakenGa naar voetnoot(**). Naar allen schyn, waren het Goden van deeze soort, welke gideon te Ophra oprigtte: die gansch Israel aldaar agter naa hoereerde, die Gideon, en zynen Huize, ten valstrik werden.Ga naar voetnoot(††) De Text zegt alleen dat gideon eenen Ephod maakte, en dien in zyne Stad te Ophra stelde: doch het woord Ephod bevat hier den geheelen Dienst: want | |
[pagina 4]
| |
de Ephod was het Kleed, 't welk de Priester droeg, als hy den Dienst verrigtte, en den Goden raadpleegde: deeze betekende zonder den Priester niets; en zou deeze, zonder die Goden, voor den Priester niets hebben kunnen beduiden. De Arabische Overzetting zegt, dat gidion te Ophra een Standbeeld oprichtte. Dit werd, in laateren tyde, by de Israeliten, zo algemeen, dat Propheet hosea de Afschaffing van deezen Eerdienst als eene Volksstraffe aankondigt: De Kinderen Israels zullen veele dagen blyven zitten, zonder Koning, en zonder Vorst, en zonder Osser, en zonder opgericht Beeld, en zonder Ephod, en theraphim.Ga naar voetnoot(*) Cicero tekent aan, dat de Assyriers, van de vroegste tyden af, aan de Starrewichelaary waren overgegeeven.Ga naar voetnoot(†) Aren ezra schryft, dat, onder de Heidenen, de zodanigen, die voorwendden in de Starrewichelaary ervaaren te zyn, verscheide Standbeeldtjes vervaardigden, die zy aan zekere Gestarnten toeheiligden: door welker invloed zy geloofden, dat deeze Standbeeldjes het vermogen ontvingen om eenige byzondere gevallen te voorzeggen; en maimonides wil, dat de Chaldeen en Zabeers geene andere Goden hadden, dan de Starren, dat zy aan dezelve Beelden toeheiligden: aan de Zou, gouden, aan de Maan, zilveren, en aan de andere Planeeten, Beelden van het Metaal, het welk men haar eigen keurdeGa naar voetnoot(§). Men veronderstelde, dat die Beelden, van de Starren, aan welke zy toegewyd waren, een invloed kreegen, die dezelve in staat stelde om toekomstige zaaken te voorspellen. Daar nu het Gezin van laban oorspronglyk was uit Ur der Chaldeen, is het hoogstwaarschynlyk, dat zyne Theraphim, als mede die van micha, van deeze soort waren, en dat rachel, opgevoed in deeze bygeloovige | |
[pagina 5]
| |
denkbeelden, deeze Theraphim steelswyze had mede genomen, of ten eigen gebruike, of, misschien, om te beletten, dat haar Vader, door middel van dezelve, mogt ontdekken, welk een weg jacob, by zyn weggaan, genomen hadt. 't Is geenzins van waarschynlykheid vervreemd, dat die Beelden eene menschelyke gedaante hadden. De Gelykenis, die michal in het bedde van david lag, om de Uitgezondenen van saul te misleiden, draagt in 't oorspronglyke den naam van Theraphim: dewyl hier gesprooken wordt, van eene zaak, naar een Mensch gelykende, zonder 't welk te stellen, de list zeer slegt bedagt zou geweest zyn, kon tot het beschryven van die Gelykenis het woord Theraphim niet gebruikt worden, of de Theraphim moeten eene naar den Mensch gelykende gedaante hebben. Hoewel deeze Beelden naar een Mensch geleeken, heeft men geenzins te denken, dat zy de grootte van een Mensch hadden: zy moeten, in tegendeel, klein geweest zyn, anderzins hadt rachel ze, onder den zadel eens Kameels, niet kunnen bedekkenGa naar voetnoot(*). Ten aanziene der Theraphim, staat nog aan te merken, dat, volgens de waarneeming van maimonides, om aan eenig Beeld dien naam te geeven, 't zelve moest vervaardigd weezen, van zeker Metaal, met naame toegewyd aan deeze of geene Planeet: eene plaats in 't Boek der Richteren leidt ons op, tot het toestemmen van dit denkbeeld: De vyf Mannen, leezen wy, die gegaan waren om het land te verspieden, kwamen daar heenen in, namen weg het gesneeden Beeld, den Ephod, en de theraphim, en het gegooten BeeldGa naar voetnoot(†). Men ziet duidelyk, dat de Theraphim van de andere Goden kennelyk onderscheiden worden. Vreemd is het, dat een groet aantal der Schriftverklaarderen, boven al onder de Jooden, uit zacharia. X:2, hebben opgemaakt, dat de Theraphim zodaniger wyze waren toegesteld, dat zy woorden voortbragten. Men heeft de uitdrukking des Propheets, de theraphim spreeken ydelheid, naar de Letter opgevat, en zich voorts verbeeld, dat deeze Afgoden bestonden uit het hoofd van een eerst gebooren Kind, by den hals afgesneeden, | |
[pagina 6]
| |
en vervolgens gebalzemd; dat men onder de tong van dat Kinderhoofd, een gouden plaatje lag, op 't welk den naam van eenige valsche Godheid gegraveerd stondt, en dat dit Kinderhoofd, in diervoege toegetakeld, en in een Nis of op een tafel gezet, met eene verstaanbaare stemme sprak: maar met dezelfde rede zou men aan de valschheid een lichaam moeten toeschryven; want de Propheet zegt ten zelfder plaatze: de Waarzeggers zien valschheid. 't Zyn duidelyk verbloemde wyzen van spreeken, geschikt om zeer sterk de ydelheid en dwaasheid dier waarzeggingen, welke men van de Theraphim zogt te krygen, en de valschheid der voorzeggingen van alle die soorten van Godheden, te verstaan te geeven. Men staat my toe, hier aan te merken, dat, de Cabiren, door sanchoniathon en herodotus ons beschreeven, als de eerste Godheden der Pheniciers, volgens pausanias niet meer dan een en een half voet hoog waren. Herodotus geeft ons hetzelfde te verstaan, als hy schryft, dat de Cabiren geleeken naar het Beeld van Vulcanus, en dat dit veel gelykheids had, met de Figuuren, die de Pheniciers op de Stevens hunner Schepen plaatstenGa naar voetnoot(*). Zy gingen in grootte de Pigmeen niet te boven. Alle de afbeeldingen ons overgebleeven van den God Thelesphorus der Grieken, zyn naauwlyks zo hoog als een knie, maar het beroemde Standbeeld, 't welk wy van die Godheid hebben, haalt slegts omtrent twaalf duimenGa naar voetnoot(†). - Hier uit hebben wy allen grond om te gissen, dat dezelve oorspronglyk een der Goden was, Cabiren geheeten. De betekenis, welke suidas aan dien naam geeft, doet ons oordeelen, dat de Dienst, dien men deezen God toebragt, en het gebruik 't welk men van zyn Standbeeld maakte, de waarzeggery betrofGa naar voetnoot(§). Eusebius leert ons, dat de Cabiren de uitvinders waren van BetooveringenGa naar voetnoot(✱). Het woord ﬦױנח Chaberim betekent letterlyk Med- | |
[pagina 7]
| |
gezellen of Medegenooten: weshalven de Cabiren Godheden zyn, die ons vergezellen. Wat het woord TheraphimGa naar voetnoot(*) aanbelangt, ik geloof niet dat het eene eigenlyke en bepaalde betekenis hebbe: maar, dewyl men noch van de Goden Cabiren genaamd, noch van de Theraphim, anders dan in het meervoudige spreekt: en de een zo wel als de andere kleine Afgoden waren, neig ik zeer om te gelooven, dat de Cabirim der Pheniciers en de Theraphim der Assyriers oorspronglyk dezelfde Godheden waren, van welken men zich in de Wichelaaryen bediende. Ik geloof desgelyks, dat de Bygeloovige gebruiken, die de Waarzeggery vergezelden, de Afgodery in Assyrie deeden gebooren worden, als mede in andere Landen: dat deeze gelegenheid gaven aan de Orakelen, en alle de ongerymde plegtigheden, met welke men de Lares, de Huis- en Haard-Goden, by de Grieken en Romeinen vereerde. Martialis en statius spreeken van een Beeldje van Hercules geen voet hoog, 't geen alexander de groote, hannibal en sylla, op alle hunne Krygstochten, met zich omvoerdenGa naar voetnoot(†). Suetonius schryft van dien Godsdienstveragtenden nero, dat hy een Kinderbeeldje voor de opperste Godheid hieldt, het driemaal daags met Offeranden eerde, en wilde dat men zou gelooven, dat hem, door deszelfs waarschouwing, de toekomende dingen bekend warenGa naar voetnoot(§): en van galba, dat hy een kooper Bootseerzel der Fortuin, wat grooter dan een elleboogs maat, in zyn Zomerverblyf overgebragt, en een plaats daar voor in zyn huis geheiligd had, en 't zelve met maandlyksche bededagen, en een jaarlyksche nagtwaak, eerdeGa naar voetnoot(✱). |
|