dat dezelve niet door Dr. Ludeman geschreeven, maar door een Autheur van den tegenwoordigen tyd opgesteld is: en toont verder, dat dit Geschrift niet alleen zeer veele ongerymdheden vervat, maar ook tevens vervuld is met eene menigte van voorstellingen, die een schadelyken invloed, zo op de zeden in 't algemeen, als op den Burgerstaat in 't byzonder, kunnen hebben: uit welken hoofde hy deeze Triumphzaal, die daarbenevens veele onwaarheden vermeldt, ten hoogsten laakbaar agt. - Wy kunnen 'er, na deeze Triumphzaal doorbladerd te hebben, over 't geheel geen gunstiger getuigenis van geeven; en mogen niet wel nalaaten, den Leezer, dien dat Geschrift in handen valt, en onze raad misschien nog noodig zou hebben, ten ernstigste te waarschuwen, tegen een Leerstelsel, als dat der Astrologische Voorzeggingen, 't welk eene soort van Noodlot invoert, en het vertrouwen op Gods werkdaadige goede, wyze en magtige Voorzienigheid grootlyks verzwakt, zo niet geheel verydelt. Inzonderheid dagten wy, dat 'er maar al te veel reden zyn, om een aantal Leezers aan te maanen, dat ze, in 't leezen van dit Geschrift, zig zorgvuldig hoeden, tegen eene bygeloovige omhelzing der daar in overgeleverde zogenoemde voorspellingen, nopens Staats- en Oorlogsgevallen; als waardoor ze ligtlyk, zo aan de eene als aan de andere zyde, tot gansch verkeerde, en voor de Maatschappy ten hoogst verdervelyke, wanbedryven vervoerd zouden kunnen worden. Om deeze onze waarschouwing te meerder kragt by te zetten, willen wy hier nog plaats geeven, aan eene dubbele voorzegging, die zich zelve tegenspreekt
Onder de zeven bovengemelde uitgekipte Voorzeggingen voor het opvolgende Wonderjaar 1788, komt ten zevende als eene der gewigtigste voor, dat 'er een nieuw Koningryk in europa
opgerecht zal worden. Met betrekking nu tot dit Koningryk leezen wy, bladz. 30, het volgende. ‘Het jaar 1790 zal berucht zyn, door het sterfgeval van de eerste Kroondrager van het onlangs Nieuw opgerechte Koningryk, waarvan ik onder Articul VII. van myne Astrologische Voorzeggingen, met belang tot het Wonderjaar 1788, gesproken heb, het geen wederom aanleiding tot hernieuwde gistingen en vergruizende onlusten, onder de Bewoonderen van dat Landschap, zal geven. Ook behoort men daarby als iets zonderlings aan te merken, dat die Vorst, zoo als by de opening van zyn Lyk oogschynlyk blyken zal, door middel van een kragtwerkend dog langzaam vergift van kant geholpen zal zyn.’ - En bl. 101 meldt men ons het volgende. ‘Het nieuw Koningryk, het welk overeenkomstig myne Aantekeningen in den jaare 1788 ergens in Europa opgerecht zal zyn, zal geduurende het Wonderjaar 1792 weder vernietigd en afgeschaft, en tot zyne oorspronkelyke Regeringswyze, dat is, tot de Democratie weder te rug