Historie der Verbasteringen van het Christendom, door Joseph Priestley, Meester in de Regten, Lid van de Koninglijke Màaschappij te Londen, enz. Twee Deelen. Te Lingen, bij F.A. Julicher, 1787. Behalven het Voorwerk, 893 bladz. in gr. octavo.
'Er is genoegzaem, onder alle soorten van Christen-Godgeleerden, ene zeer algemene klagt, over de verbasteringen, welken het Christendom van tyd tot tyd, nu eens minder, dan eens meer, nu hier, dan daer, sterker ondergaen heeft. De gegrondheid dezer klagte lyd geen tegenspraek: maer overmits de klagende Godgeleerden niet allen op dezelfde wyze over de Christelyke Leer denken, zo verschillen ze natuurlyk zeer veel van elkander, wanneer ze hunne klagten uiten, en by de stukken aen den dag leggen. Zulks ontdekt men in 't algemeen, wanneer men de Schriften over de Theologia Polemica, of strydvoerende Godgeleerdheid, doorbladerd; maer op ene byzondere manier is dit gebleken, met en zedert de afgifte van dit opgenoemde Werk van den Heer Priestley, en 't geen men (gelyk we vervolgens zullen zien,) daer tegen in 't licht gegeven heeft. De Heer Priestley geeft hier van, naer zyne denkwyze, een verslag, onder ene historische voordragt, van 't geen daeromtrent in de Christelyke Kerke stand gegrepen heeft. Het zelve gaet over de volgende onderwerpen. De gevoelens omtrent Jezus Christus, en dus verder over de Leer der Drieëenheid; het leerstuk der Genoegdoeninge; betreffende de Genade, de Erfzonde en de Voorbeschikking; aengaende de eerbied, en den eerdienst aen Heiligen en Engelen, mitsgaders aen overblyfzelen der Heiligen bewezen; nopens den Staet der Dooden, of 't geen men, wegens den al of niet afzonderlyken Staet der Ziele, te denken hebbe. Zo verre het eerste Deel. Het tweede Deel gaet over de gevoelens, betreffende des Heeren Avondmael; den Doop, en de andere Sacramenten; verder over de veranderingen, welke in de wyze van het verrichten der openbare Godsdienstoefening gemaekt zyn; de Kerklyke Tugt; de Bedienaers in de Christen Kerk, en byzonder de Bisschoppen; de Pauslyke Magt, en by die gelegenheid over de Kerkvergaderingen, het gezag van de Waereldlyke Magten, of de Burgerlyke Overheid, in zaken van
Godsdienst, en het gezag van Overleveringen van de Schriften, enz. Wy-