leiding eener Actrice; van een ryken, braaven en gelukkigen Jongeling, wordt hy arm; beroofd van alle beginzelen van eer, deugd en Godsdienst, en een deerniswaardig voorwerp van jammer en ellenden in eene akelige gevangenis. De liefde voor een der braafste meisjes heeft hy uit zyn hart geroeid, waar door zy in de droevigste kwyning vervalt. Hy heeft de vriendschap, ja de menschlykheid zelve, uitgeschud. In 't kort, Wahlman is een booswicht van bykans de ergste soort geworden; doch 't geen op den rug van den tytel staat (namelyk: door deeze wordt hy verleid, en door eene andere weder te recht gebracht) doet ons hoopen, dat wy hem in het volgend Deel te rug zullen zien keeren. - 't Kan zyn dat dit Geschrift tot een Leerboek strekt voor Jongelieden: maar de beelden, die 'er in geschilderd worden, zyn te grof om te treffen. Schukkert is een lompe schelm, en Mejuffrouw Charlotte is geene verleidster van de grootste doorsleepenheid: haare konstgreepen zyn zodanig, dat ze zeer wel voor iemand, als Wahlman, nu en dan te merken waren; en Wahlman zo dom gesteld, als hy zou hebben moeten wezen, om zich zo by den neus te laaten leiden; welk denkbeeld is 'er dan natuurlyker en gereeder in elk jongeling, die dit boek opslaat, dan - ‘Zo groot een botterik als Wahlman is ben ik in lang niet; - noch Schukkert noch Charlotte zouden my zo een rad voor de oogen kunnen draaijen’ Daar en boven brengt de Schryver wat veel schurken; in 't spel om dus de jonge Wahlman, met kragt en geweld, zo diep te doen zinken als mogelyk is. De geheele Roman is van een te groven aart, alle de Characters bykans zyn geoutreerd, en de menschlykheid 'er te veel uit
gewerkt. Gruwelen op gruwelen gestapeld vervullen de ziel met afgryzen; maar weêrhouden het jeugdig hart niet van struikelen. Wy vreezen, dat 'er monsters gevonden worden, die te veel na Charlotta na Schukkert gelyken; doch gelooven, dat dezelve zo zeldzaam zyn, dat men de jeugd grooter dienst zou doen met dezelve voor snooden van de tweede Classe, dan die van de eerste, te waarschuwen. Niettegenstaande ons deeze Roman niet smaakt, verlangen wy egter te zien op welk een wyze Wahlman, zo in den grond bedorven, ‘door eene andere, wordt te regt gebragt’; maar wy verwachten, dat, is hy door duivels verleid, 'er een Engel verschynen zal, om hem wonderdaadig te redden.