Catechismus der Muzyk, door J. Verschuere Reynvaen, J.U.D. Organist en Klokkenist te Vlissingen. Te Amsterdam en Rotterdam, by J. de Jong en L.J. Burgvliet, 1787. Behalven het Voorwerk, 232 bladz. In gr. 8vo.
Dit Stuk behelst eene in zyne soort volledige onderwyzing in de Muzyk, als zynde geschikt, om den Leerling niet alleen de eerste beginzelen der Muzyk te ontvouwen, maar hem ook, door het openleggen der verdere kundigheden, by eene vlytige beoefening, bekwaam te maaken, om zelf te componeeren; het welk, gelyk de Autheur opmerkt, zeer hoognoodig is. ‘Als iemand de Compositie verstaat, zal hy, zegt hy, niet alleen van alles reden kunnen geven, maar het zal hem alles veel gemaklyker doen speelen en uitvoeren: want met eenen opslag van 't oog begrypt hy terstond de meening des Autheurs; daar een ander, de Compositie niet verstaande, het zelve van Noot tot Noot moet nagaan. Daarenboven is tusschen eene Componist en eenen, die maar enkel het gecomponeerde kan uitvoeren, zonder zelfs te kunnen Componeren een zeer groot onderscheid. Guido Aretinus schreef reeds: dat 'er tusschen een Musicus en Cantor een allergrootst onderscheid is, wyl de eerstgenoemde die geen is, die de wetenschap bezit, en de Muzyk door de reden zelve maakt; maar dat de ander de uitvoerder is van het geen hem is voorgeschreeven. En matthezon zegt 'er van in zyn Org. proef, bl. 48. Een Musicus en een Cantor verscheelen zoo veel als licht en duisternis; want de eerstgenoemden zyn de Schryvers, en de tweede zyn maar lezers.’ Ja men mag 'er gerustelyk by doen, dat de eerste de Wetgeevers zyn en de tweede de Onderdaanen, die de voorgeschreven Wet gehoorzamen. Hierom vraagt men ook terstond in Italien, als 'er een Zanger of Speler word voorgestelt: kan hy ook schryven? dat is te zeggen Componeeren.’
Onze Autheur heeft zyne Onderwyzing, in eene geregelde orde, afgedeeld in een en veertig, by manier van Vraagen en Antwoorden, opgestelde Lessen; waar van de acht laatsten betrekkelyk zyn tot het accompagneeren, en het speelen en zingen der Psalmen; 't welk hem in de laatste Les nog wel byzonder stil doet staan op de bedui-