Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 418]
| |
Taal-Dicht- en Letterkundig Magazyn. Door G. Brender à Brandis. Tweede Deel. Te Amsterdam, by C. Groenewoud, 1786. In gr. octavo 364 bladz.Naar de inrigting van dit Magazyn behelst dit Deel wederom, buiten eene verscheidenheid van grootere en klemere Gedichten, benevens etlyke Stukjes van Vernuft en Smaak, die hunne gevalligheid en leerzaamheid hebben, eene Oordeelkundige Verhandelingen van Dr. blair, over de Gedichten van Ossian, den Zoon van Fingal; mitsgaders eene ontvouwing van het verband tusschen de Regtsgeleerdheid en den Koophandel, opgesteld, door Mr. c.w. dekker. Hier by komt verder nog eene verzameling van taalkundige bedenkingen. S.h. wz. brengt ons onder 't oog eenige voorbeelden der onderscheidene spelling van byna gelykluidende woorden, als Graaf, Graaven, Graf, Graaven, te Graaven, ten Grave gaan, en meer dergelyken. E.s.d.g. maakt het hier vry waarschynlyk dat het hedendaagsche woord treil zamengetrokken is uit het verouderde trekel, en staaft voorts nader zyn voorheen opgegeeven gedagten, wegens het woord Ambt, als door zamentrekking gesprooten uit het oude woord Ambacht, by kiliaan vertaald Officium, munus, munus publicum: welke zamentrekking, gelyk de Autheur ten slot aantekent, ook te bespeuren is, in de benaaming van een gedeelte der Groninger Ommelanden, thans het Oldambt geheeten, waarvoor men oudtyds schreef Aeldanbecht en Oldambocht. Van die zelfde hand heeft men hier wyders twee Brieven aan den Heer j.l. in antwoord op twee nevensgaande Brieven, door dien Heer aan hem geschreeven. Deeze Briefwisseling vervat taalkundige naspooringen, in welke twee goede Vrienden elkanderen de behulpzaame hand bieden; ter grondiger kennisse onzer Nederduitsche taale; by welke gelegenheid ons in deeze Brieven verscheiden ophelderingen, wegens de afleiding, betekenis en kragt veeler woorden in onze taale, medegedeeld worden. Tot een staal hier van verstrekke het volgende, over de betekenis van het voorzetzel her, waaromtrent de eerstgenoemde zig, in zyn antwoord aan j.l. aldus uitlaat. ‘In het verband van uwe Taalkundige aanmerkingen over de voorzetsels er en her, zoekt gij te bewijzen, dat het voorzetsel her een dubbele betekenis heeft, naamlijk die van ons wederom, en die van ons gebruiklijk ver; doch deeze onderscheiding, in de beduidenisse van dat woordje, kan ik geenszins goed heeten. - Beschouw het zelve eens met mij op de keper, en gij zult denk ik, overtuigd worden van uwe misvattinge. - In alle werkwoorden, die dit voorzetsel her hebben, geenen uitgezonderd, | |
[pagina 419]
| |
heeft het zelve de betekenis van wederöm, rursus, denuo, en nergens de kracht van eene zoo genoemde praepositio intensiva. - Gy telt eenigen op, waarin her van den zelfden nadruk is als ver, gelijk herëenigen het zelfde met verëenigen, hernieuwen het zelfde met vernieuwen, enz. 't Is waar en ik stem het ook geern toe, her en ver zijn hier voorzetsels van dezelfde beduidenisse, maar beiden komen ze hier voor in eenen hervattenden zin, beiden betekenen ze hier rursus, denuo, iterum, verëenigen is immers wedereenigen, reconciliare, vernieuwen is weder nieuw maaken, renovare; en zoo is ver in alle anderen, die Gy opnoemt, het zelfde met weder. - Het voortzetsel ver wordt veeltijds gevoegd voor werkwoorden als een intensivum, ook dikwils als een privativum, (als vervoeren, verleiden, vervliegen, verbranden enz.) en ook nu en dan eens als een iterativum; en in den laatstgenoemden zin komt het voor, in de door u bijgebragte werkwoorden, als vereenigen, vermaaken, vervatten, verwijderen. Over de kracht van dit voorzetsel ver kunt Gy naaleezen ten kate Aanl. II D. bl. 53. wachter, Gloss. Germ. en fortman Taalk. aanm. bl. 12-21. - Oulings gebruikte men meer woorden van dien aart, die thans geheel niet meer in zwang gaan, als bij voorb. verkennen, recognoscere, (herkennen); Brab. Chronycke, bl. 5 a. En Brabon verwonderde sere, toe die vrouwe wesen mochte, en ghinc wten scepe op 't slot, ende doen hi daer boven kwam, verkenden si elc den anderen, want si te samen waren opgewassen, maar si was veel ouder dan Brabon; - verscheppen, transformare; Beuarde totten Heilighen graue van breidenbach; waert saecke dat Lucifer het selven mochte verscheppen in al sulcke figure offte ghedaante, in welcke die mensche anders niet bekenne mochte, dan dat hij Xpus wair. - De Heer van St. aldegonde noemt in zijnen Bijenkorf, bl. 59 de Roomsche transformatie, de verschepping van brood in vleesch. Hooft Ned. Hist. bl. 68. als toen verschiep zich de smook in vlam: - verhaalen, repetere, herhaalen, - Chronycke van Brabandt; bl. 37 b. Dies hem Roelant seer schemde, ende verhaelde sijn erachten, in Gode vertrouwende aanveerde sinen viant bider kinnen, die met langen haire behangen was; ursinus, Schatboek bl. 71. a. Hoewel wij dese questie hierna in den Artijckel van de Wet wederomme verhaalen zullen: zie ook bl. 17 b. j. carion Chronijke bl. 19, die beloefte is Abraham somichmaet verhaelt - onze Bijbel vertaaling Job IX. 18. Hij en laat my niet toe mijnen adem te verhaalen. Dit oude verhaalen is, in oorsprong, het zelfde met ons nog gebruiklijk verhaalen, narrare, 't welk de Latijnen anders uitdrukken door referre, waar in wij het zelfde denkbeeld vinden, zie voss. Etymolog. in voce; en 't welk de Hoogduitschers noemen Relation thun, zie kramern, N.D. | |
[pagina 420]
| |
Holl. Wortenbuch.Ga naar voetnoot* - vervormen, reformare, vindt men bij bredero. Lucelle, vijfde uitk. Of schoon de maen vervormt haer wolcken en haer ringen | |
[pagina 421]
| |
Verkomen voor herkomen, tot zichzelven komen, bij denzelfden bredero, Lucelle, inhout van 't spel: - In 't vijfde en leste deel, Lucelle en Ascagnes, vermaert voor doot, verkomen, buiten alle hoop, in goede gezontheijt - verkaauwen, remandere lees ik in een oud H.H.S. (dat zonder Jaargetal is, doch alle blijken van oudheid draagt) zijnde eene Corte oefeninghe om te comen tot die Liefte Gods - ist dat saeke dat wij dese voornoemde puncten wel willen aanmerkke, en als reijne en suuvre dierkens wel verkauwenGa naar voetnoot* - Zie daar eenige voorbeelden van oude werkwoorden, waarin ver de betekenis van wederom heeft, en die wij thands met het voorzets. her bezigen, en dus een klaar bewijs, dat ver in die woorden, welke gij aanvoert, het zelfde met her (wederom, rursus,) is; - daar dan ver hier volstrekt aan her beantwoordt en gelijk is, en her hier eene praepositio iterativa is, moet het u klaar blijken, dat her, in alle door u opgetelde werkwoorden, en in de anderen, die wij van dat slag in onze taal hebben, altijd de betekenis van wederom, iterum heeft, en nooit als een intensivum voorkomt, of anders gebruikt wordt.’ |
|