De Nederlandsche Dichtkundige Schouwburg. Met Plaaten. Eerste Deel. Te Amsterdam, by Elwe en Langeveld, 1786. In 8vo. 316 bladz.
Deeze Dichtkundige Schouwburg wordt geopend met drie Tooneelstukken, waarvan het eerste een goede Vertaaling is van het Blyspel 'l Obstacle sans obstacle, van Destouches. De twee laatsten zyn beide oorspronglyke Stukken. Het eene draagt den naam van Sebaldus Hemelvaart. Werther, een sentimenteel minnaar, is hevig verliefd op Eugenia, de Dochter van Sebaldus, een man, wiens hoofd vol is van allerhande dweepzieke begrippen, die hy uit den mysterieusen Beem gehaald heeft. De sentimenteele denkbeelden van Werther strooken maar geheel niet met de ideën van Sebaldus. Sebaldus sluit zyn Dochter op in een tuinhuis, waar Werther, in een mand door den schoorsten neêrgelaaten, haar komt bezoeken; doch zy worden overvallen door Vader Sebaldus die, by het inkomen van het vertrek, in den mand neêrtuimelt, die oogenbliklyk wordt opgetrokken, en dus vaart Sebaldus, wiens hoofd lang met denkbeelden van vergeestelyking enz. vervuld was geweest, ten Hemel. Dit behaagt hem geheel niet, en, onder voorwaarde van het Huwlyk, tusschen Werther en Eugenia, te zullen toestaan, wordt hy nedergelaaten. 't Beloop van het Stukje is niet onaartig: schoon 'er nog al vry wat aanmerkingen van gewigt op te maaken zyn. Immers zou men met recht verwachten, dat een Zotskap, als Werther, in een nog bespottelyker licht zou voorgesteld zyn; en is het wel nuttig, iemand, zo ylhoofdig als hy, met vollen glans te laaten zegepraalen. Het character van Sebaldus is zeer fraai, doch Vrouw Snaps is eene vreemde Moeder, en 't geen zy bl. 252 en 253 verhaalt, komt ons onnatuurlyk voor in den mond van een Moeder, en is in lang na niet decent genoeg, gelyk ook veele praatjes van
Lezette. De rol van Lodewyk is, op zommige plaatzen, een weinigje geoutreerd. Met dat alles raaden wy den Dichter, in dat vak te blyven werken, daar hy zeer geschikt schynt te wezen tot het Blyspel.
Het Naastukje, de Verwarring, is zeer kort, en betekent niet veel.