Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBeschryving van de Krim. Vertaald door H. Frieseman. Te Amsteldam by P. den Hengst, 1786. Behalven het Voorwerk 112 bladz. in gr. octavo.Het voorgevallene in de laatste jaaren, tusschen Haare Russische Majesteit en de Osmansche Porte, wegens het Krimsche, mitsgaders de tegenwoordige omstandigheden, en de invloed van dit alles op den Koophandel aldaar, maaken dat dit Gewest in onze dagen hier te Lande meer opmerking vordert dan wel voorheen. Uit dien hoofde kan het veelen niet anders dan aangenaam zyn, dat de Heer Frieseman zig verledigd heeft, tot het vertaalen deezer Beschryvinge van de Krim, van welker echtheid de Ridder van Kinsbergen, deezer Landstreeke kundig, hem genoegzaame verzekering gegeeven heeft.Ga naar voetnoot(*) | |
[pagina 240]
| |
Dit Stukje vangt aan met een beknopt berigt nopens de uitgestrektheid van 't gebied des Krimschen Khans, of van den beheerscher van 't Schiereiland de Krim, en eenige daaromtrent liggende Landstreeken, zo in Europa als in Asia, volgens het Vredetractaat van 't jaar 1774. Voorts verleent het ons eene algemeene beschryving van dat Schiereiland; en een berigt van deszelfs voornaamste lotgevallen en staatsverwisselingen, zints de vroegste tyden, tot op de schikkingen in 't jaar 1775 gemaakt. By de melding hiervan geeft ons de Schryver een verslag van de onderscheiden bewooners van dit Gewest, mitsgaders van derzelver zeden en handel; als ook van de aanstelling en 't bewind van den Khan, en 't geen verder omtrent dit alles in algemeene aanmerking komt. Hierop laat hy dan verder volgen eene byzondere beschryving van de Krim, zo als dezelve gewoonlyk verdeeld wordt (1) in het bergagtige of zuidlyke, (2) het vlakke of noordlyke gedeelte, en (3) het Schiereiland van Kierche, dat zich oostwaard uitstrekt. Van de voornaamste plaatzen in ieder gedeelte geeft hy een afzonderlyk berigt, met melding van 't merkwaardigste daaromtrent, bovenal van 't geen de zeden der inwoonderen en den koophandel betreft. En op eene soortgelyke wyze beschryft hy voorts de overige bezittingen van den Krimschen Khan in Europa en Asia; te weeten, in Europa, het oosterlyk Nogai, tusschen de Berda en Dnieper; het Jedisane, anders het westerlyk Nogai geheeten, tusschen de Bog en Dniester; benevens het grootste gedeelte van Bessarabien, of Boudgjak, tusschen de Dniester en den Donau begreepen: en wyders nog in Asia, de Koubane, of de landen aan den zuidlyken en noordlyken oever der riviere van Kouban gelegen. Men vindt hier dus eene naauwkeuriger beschryving van dit Gewest, dan men tot nog in onze taal bezat, 't welk zyne doorgaande nuttigheid heeft, en wel inzonderheid voor den Koophandel en Zeevaart, waar het bedoelde van den Heer Frieseman van dienst kan zyn. Ter meerdere bevorderinge daarvan is hy, naar luid zyner Voorrede, bedagt op eene vernieuwde uitgave der Kaarte van de Krim, in vier bladen, ontworpen door den Ridder van Kinsbergen, die hem ook in staat gesteld heeft, om de diepten op de Zwarte en Azofsche Zeekusten, door zyn Hoog Ed. Gestr. zelven waargenomen, op deeze Kaart te brengen.Ga naar voetnoot(†) - | |
[pagina 241]
| |
Zie hier, uit deeze beschryving, eenigen der voornaamste byzonderheden, raakende het Schiereiland de Krim. Deszelfs omtrek wordt berekend op byna 270 vierkante mylen; by eene optelling in 't jaar 1740, bevond men 'er 9 Steden en 1399 Dorpen of Vlekken; en 't getal der Inwoonderen word thans begroot op 400,000. - Het is door de Natuur zeer gezegend, en met groote en vruchtbaare vlakten en met fraaie bergen voorzien. De hitte is des Zomers sterk, maar echter altyd verdraaglyk, en door de Noorde- en Zeewinden gemaatigd. De Winter is niet buitenmaate zwaar, en eene strenge koude duurt zelden langer dan drie dagen. De Noordewind woedt, echter, met geweld in het noordlyk gedeelte, alwaar dezelve de lucht zuivert en het lichaamsgestel zeer versterkt. Warme Voorjaars en Herfsten hebben gewoonlyk zwaare ziekten ten gevolge, doch zy zyn zelden doodlyk, behalven de pest, die de Turken derwaard overbrengen. Echter is de melaatsheid in deeze streeken zeer gemeen, en daarom de ziekte van de Krim genaamd, voor 't overige is dezelve in Rusland zeer bekend. Het luchtsgestel is byna overal zeer gezond, en de inwooners bereiken den allerhoogsten ouderdom, zonder aan deszelfs ongemakken onderworpen te zyn. Het noordlykste en tevens het aanmerkelykste gedeelte van dit Schiereiland bestaat in eene uitgestrekte, en een weinig boven de oppervlakte der zee verhevene, vlakte. Het land is ten eenemaal plat, en van hout ontbloot, maar allervrugtbaarst, schoon hier en daar steenig en van eenige zandstreeken voorzien. De Meiren, schoon niet veel in getale, zyn meestal zout; doch men vindt overal diepe putten met zoet water, tot gebruik van geheele Dorpen toereikende genoeg. - Het zuidlyke gedeelte is daarentegen zeer bergagtig, vol hout, rivieren en meiren. De Bergen strekken zig, in een halfrond van Ingkiirman tot Kaffa, drie, vier en vyf mylen landwaard in, uit. Dezelven zyn hoog en steil, zeer boschryk, en door aangenaame valleien van een gescheiden. Meer dan 50 rivieren, zo groote als kleine, vloeien uit deeze bergen voort, waarvan de wateren zeer zoet, en ten uiterste vischryk, zyn. - De oevers zyn overal bewoond, en de dorpen raaken elkander volkomen aan: aan alle kanten ziet men, gelyk ook op de bergen, huizen, boom- wyngaarden en bouwlanden. De bosschen leveren eene menigte van timmerhout. De cypres, appel- pruim- peer- kers- kwee- en nooteboomen | |
[pagina 242]
| |
groeien hier in overvloed; en, alhoewel men voor de vrugthoomen weinig zorge draagt, is de vrugt by uitneemensheid goed. De bloemen, die meest de velden cieren, zyn de lely en de tulp. In de bosschen vind men veel faizanten, patryzen, snippen en eene menigte andere vogels; de wilde zwynen, harten, rheebokken, wilde schaapen, haazen, konynen, bunzems, bergrotten, hermynen en fabeldieren, zyn 'er zeer menigvuldig, doch de beeren en wolven zyn meest uitgerooid. De bergen, tusschen Eski-Krim en Kaffa gelegen, zyn vol goud, zilver en andere metaalen, doch munten voornaamlyk in yzermynen uit. De Wyn heeft met dien van Hongarye veel overeenkomst; de beste groeit rondsom Soudah, en word in menigte naar Ukraine en Turkye uitgevoerd. Het land is aan den voet der bergen, en overal op het Schiereiland van Kierche, zo vrugtbaar, dat het zelve gewoonlyk 30 voor één oplevert. - De Zwarte en Azofsche Zeeën zyn zeer vischryk, voornaamlyk op de kusten van de Krim, alwaar men, van de maand October tot April, de geschiktste tyden voor de visschery, eene menigte karpers, snoeken, zalmen, kreeften of hommers, baarzen, zeelten, bleien, barbeelen en veele andere visschen, vindt; zelfs heeft men 'er eene soort van steuren, of, gelyk andere willen, kleine walvisschen gevonden, ter zwaarte van 8 à 900 pond, en die drie- of vierhonderd pond kaviaart uitgeleverd hebben. De meeste visch wordt ingezouten, en maakt, benevens de kaviaart, een grooten tak van koophandel in deeze streeken uit. De bewooners van de Krim leggen zich op het bebouwen van allerhande koorn toe, doch voornaamlyk op de tarwe, garst, gierst, inzonderheid de groffe gierst, zo wel de roode als de geele, insgelyks een weinig rogge, lenzen en haver. De tuinen zyn meestal met uitsteekende vrugtboomen beplant, en onder andere fraaie planten is de watermeloen daar zeer gezien. Het hoorn en wollig vee is by hen zeer menigvuldig, en de zakschaapen brengt de Krim alleenlyk voort. Men vindt 'er ook Kameelen, Dromadarissen en zeer veel Paarden, die, schoon niet fraai, egter sterk en vaardig zyn. De voornaamste koophandel wordt te Kaffa en te Goesleve gedreeven, en bestaat voornaamlyk in slaaven, gezouten visch, kaviaart, zout, koorn, garst, gierst, boter en wyn. Ook wordt van daar zeer veel wol, zwarte en gryze schaapevellen, als ook geschooren en witgemaakte | |
[pagina 243]
| |
vellen, ossenvleesch, talk, steenolie, (Oleum Petrae) honig, wasch en andere dingen, uitgevoerd. Dit alles geschiedt meest by ruiling. Op de melding der twee voornaamste koopsteden, staat ons nog met een kort woord van dezelven gewag te maaken. Kieffé of Kaffa, in het Grieksch Kaphas, is de grootste en aanzienlykste Stad van de Krim. Zy wordt zelfs Kyrym-Stambouli of het Krimsche Constantinopolen, ook wel Jarim-Stamboul, klein Constantinopolen,Ga naar voetnoot(‡) genoemd. Deeze stad is smal en lang op een heuvel, uit zand en schulpen bestaande, in 't zuidlyke gedeelte, aan den Zeekant gelegen, en bevat ongeveer 4000 huizen. Zy heeft eene fraaie haven, voor honderden van Koopvaarders groot genoeg; ook munt zy, als zynde de woonplaats der rykste Koopluiden, in den Slaavenhandel, boven alle andere Krimsche Steden uit. Goesleve of Ghiusleve, by de Russen onder den naam van Koslow bekend, is mede eene der aanmerkelykfte steden van de Krim, in 't noordlyke gedeelre; wordende in dezelve 2500 steenen huizen geteld. Op de noordlyke kust van eene golf gelegen, is zy met eene baai en kleine haven voorzien, doch deeze is te ondiep, om door andere dan zeer kleine schuiten bevaaren te worden; doch dit niet tegenstaande wordt hier een zeer sterke koophandel gedreeven. De oostlyke Nogaiers, die zich hier van al het noodige voorzien, voeren de voortbrengzels hunner Landen, bestaande in de bovengemelde koopwaaren, voornaamlyk derwaard heen; van waar ze vervolgens naar Constantinopolen overgevoerd worden. De Turken brengen herwaard veel ryst, koffy, drooge vygen, rosynen, dadels, lakens en zyde stoffen; en verruilen dezelven voor slaaven, koorn, doch voornaamlyk voor garst en zout. Niet verre van Goesleve, ten zuiden, zyn twee Zoutmeiren van twee mylen in den omtrek, die in de Zomermaanden eene zeer groote menigte zout opleveren. |
|