Journaal van de Reize naar Groenland, gedaan door Commandeur Maarten Mooy, met het Schip Frankendaal. Gedrukt voor rekening van den Commandeur, en te bekomen te Amsterdam, by D. Weege, 1787. In quarto 72 bladz.
Een Dagregister eener Groenlandsche reize, merkwaardig door een dreigend gevaar, en de gelukkige ontkoming van het zelve. Commandeur Mooy geeft een naauwkeurig verslag van zyne uitreis, komst in het los - ys, vervolgens aan de Velden, en voorts van zyn wedervaaren in de bezetting, welker aanvang hy tekent, zedert 10 Juny 1786, en uit welke hy niet ontkwam voor den 2 November. Geduurende dien tyd van ruim vyf maanden bevond hy zig dagelyks, grootendeels zonder gegrond uitzigt op redding, min of meer in gevaar van zyn Schip te verliezen, en verder aan eene reeks van onheilen bloot gesteld te zyn. In een soortgelyk lot met hem bevonden zig nog vier andere Schepen; twee Engelschen, benevens een Zeeuwsche Snauw en een Deensche Pink; waarvan de twee Engelschen voor de persing van 't Ys hebben moeten bezwyken; doch welke twee laatsgenoemden, met het Schip van Commandeur Mooy, gelukkig los geraakt, in Zee gekomen, en voorts behouden gearriveerd zyn. Toen Commandeur Mooy het Ysgevaar ontkomen was, bevond hy zig op nieuw aan een ander gevaar blootgesteld, doordien zyn Schip bovenmaate lek was, het welk hem, onder stormagtig weer, van 28 November tot 30 December, wanneer hy, eindelyk, behouden te Bergen in Noorwe-