deszelfs vroegere Bibliotheek, gehouden heeft. Zyn Eerw., naemlyk, vertaelde dezelve geheel; maer thans heeft hy beslooten, uit deze Nieuwe Bibliotheek, alleen zodanige Stukken, of ook wel enige Byzonderheden, over te nemen, die voor den Nederduitschen Lezer van wezenlyk belang geoordeeld kunnen worden, of voor Godgeleerden en andere Beminnaren van Bybeloefening algemeen gewigtig zyn. Intusschen is zyn oogmerk, ten gevalle der Liefhebberen, echter nog telkens, in zyn Voorbericht, ene korte opgave van alle de Artikelen, in de Hoogduitsche uitgave vervat, mede te deelen. Achtervolgens dat Plan is dit eerste Stuk uitgevoerd; en men heeft reden om te verwachten, dat dit Plan, beter dan de voorige handelwyze, de goedkeuring der Nederduitsche Lezers zal wegdraagen; daer men dus in een kort bestek by een vergaderd vind, het geen in dat geleerd Tydschrift bovenal merkwaerdig voorkomt: het welk in veele byzonderheden zyne nuttigheid kan hebben. By het doorbladeren van dit Stukje zal de Lezer deswegens voldoening vinden; doch het geen best geschikt zou zyn tot eene algemeene leerzame proeve in dezen, is te breedvoerig om hier te plaetzen: te weten, ene verzameling van aentekeningen over het Weder van Palestina, die opmerking vorderen, en welken, zo als wy met den Hoogleeraer hoopen, tot nog meerder volkomenheid gebragt zullen worden.