Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

[p. 10]

De Gronden mijner Geloofsbelijdenis, opengelegd voor mijne Kinderen. Door Mr. Hieronijmus van Alphen. Te Utrecht by de Wed. J. van Terveen en Zoon, en G. van den Brink, Janzs. 1786. Behalven het Voorberigt, 240 bladz. in gr. octavo.

In dit geschrift levert de Heer en Mr. van Alphen ene geregelde doorloopende ontvouwing, van het Godgeleerde Samenstel der Gereformeerde Kerke, welke hy ten dienste zyner Kinderen vervaerdigd, en voorts ten algemenen gebruike openlyk afgegeven heeft. Na ene voorafgaende Inleiding, in welke hy zyne Kinderen tegen de onverschilligheid en het ongeloof waerschouwt, is dit Geschrift verdeeld in negen afdeelingen; onder welken hy de voornaemste waerheden betrekt, die hy, nu eens by wyze van gemeenzame gesprekken, en dan, by manier van verhandelingen of brieven, voordraegt, in zodanig ene achtervolgende orde, dat het geheel een aeneengeschakeld verslag behelze van het Gereformeerde Samenstel.

De eerste Afdeeling gaet over den Persoon van Jesus, waer omtrent inzonderheid drie zaken in overweging komen. (1) Dat Jesus 'er waerlyk geweest is. (2) Dat hy een mensch geweest is, welke nimmer zyns gelyken gehad heeft. (3) Dat hy in nadruk de Zone Gods is. Het derde, hier aengeduid, is het onderwerp der tweede Afdeelinge, behelzende ene beschouwing van de Godheid van Jesus Christus, mitsgaders van de vereniging der twee natuuren. En hier aen volgt dan, in de derde Asdeeling, ene overweging der Leere nopens den Heiligen Geest, vergezeld van eenige algemene aenmerkingen over de Heilige Drieeenheid. Het onderwerp der vierde Afdeelinge is de Openbaring, omtrent welke de voornaemste byzonder-heden, die deswegen in agt te nemen zyn, hier gade geslagen worden. In de vyfde Afdeeling word de oplettendheid gevestigd op Jesus, als den waren Messias, den Zaligmaker, na ene voorafgaende beschouwing van het zedelyk bederf des Menschdoms, en de Leer der toerekeninge. Dit onderwerp word in de zesde Afdeeling nog nader overwogen, door ene verdere beschouwing van Jesus als een volkomen Zaligmaker, by welke gelegenheid nagegaen word, de waerdy van den Natuurlyken Godsdienst; de verkiezing als een gevolg van Gods onafhanglykheid en wyze van bestaan; benevens de Leer der Verzoeninge en

[p. 11]

de Zedelyke Herstellinge. Zulks leid onzen Autheur, in de zevende Afdeeling, ter voorstellinge van het Geloof, als het middel ter vereeniginge met Christus; en dit doet hem voorts het oog slaen op Jesus als den tweeden Adam, met de heilryke gevolgen hier van, te weeten; de verzekering der Geloovigen van hunnen Genades staet, hunne opstandige en eeuwige heerlykheid, in tegenoverstelling van het allerrampzaligste lot der Godloozen. Wyders handelt hy nog, in de volgende Afdeeling, van den openbaaren Godsdienst, deszelfs plegtigheden, Doop en Avondmael, en 't geen verder omtrent het Kerklyke bestier opmerking vordert. Eindelyk voegt hy, in de laetste Afdeeling, hierby nog een vyftal van Brieven, behelzende algemene aanmerkingen over de Christlyke Zedekunde; de beoefening der Godgeleerdheid, en de voordeelen van een Godsdienstig leven.

Overeenkomstig met het eerste bedoelde van den Heer Mr. van Alphen, ten nutte zyner Kinderen, behelst dit Geschrift ene zeer goede handleiding, waervan Ouders en Opzieners der Jeugd, in Godsdienstige Huisgezinnen der Leere onzer Nederlandsche Kerke toegedaen, zich met vrucht zullen kunnen bedienen, ter nadere onderrichtinge hunner kweekelingen, die zich, na voorafgaende belydenis, tot het Heilige Avondmael willen begeven. Kundige Catechizeermeesters, die enigzins gewoon zyn regelmatig te denken, zullen ook weldoen met dit beloop en deze manier van onderwys na te gaen; om daeruit te leeren, hoe de zodanigen, die voor ene soortgelyke onderrichting vatbaer zyn, beter, dan langs den gemeen betreden weg, tot een verstandig begrip der Kerkleere gebragt kunnen worden.